Genealogie van Balten VERDONCK
 
Bestand:C:\PG30\NL\DATA\BALTEN
Datum:31-12-2013
Selectie:´Personen in genealogie van Balten VERDONCK [1]´
Sortering:Per generatie

I Balten VERDONCK, lakenkoper en kousmaker, geboren te Antwerpen (gezindte: doopsgezind), overleden circa 1590. Vermoedelijk jaar van overlijden gelet op boedelrekening. Woonde in 1583 te Rotterdam in de Hoogstraat. Vanaf 1594 bezat hij een huis aan het West-Nieuwland te Rotterdam.
 
Later woonde zijn kleinzoon Balten in dit huis. Hij verkoopt het in februari 1624 verkoopt aan Johan van Mierop die getrouwd is met Clara Verdonck een zuster van (kleinzoon) Balten. Het huis was bestemd voor de kinderen Van Mierop. Via deze kinderen kwam het huis in 1675 in bezit van de lakenkoper Christoffel Deynoot
 
Balten wordt in deze akten genoemd met de twee genoemde echtgenotes. Ook worden de namen genoemd van de twee voorkinderen David en Agnita, uit het huwelijk van David met Clara Gregoris en
de twee nakinderen uit het huwelijk met Neellige Halebeens. De namen van de twee naekinderen worden niet genoemd in deze akten van 27-1-1597 en 10-10-1594. Hieruit concluderen wij dan dat de andere op meer plaatsen genoemde kinderen: Peter of Pieter en Balten de twee nakinderen zijn.
 
In een akte, genoemd bij David, is geschreven over de halfboers (meervoud) van David. Hiermee is ook dit familieverband voldoende onderbouwd.
 
Deze familie wordt ook beschreven op bladzijde 6 van het boekje van Mr R. Bijlsma onder de titel ´ De Zuidnederlandsche immigranten en de textielindustrie in oud Rotterdam.´
 
Er is sprake van twee voorkinderen en twee nakinderen. In een akte van de weeskamer hiervoor genoemd, waarin deze aantallen, zonder dat namen worden genoemd, worden genoemd zijn tevens vermeld de namen van Balten zijn twee echtgenotes, bij wie hij de twee voorkinderen had en bij wie de twee nakinderen. Genoemde namen zijn overeenkomstig deze invoer.
 
Bronnen:
Uit dossier Bijlsma:
Boedelstaat 16-2-1590. Wergenstaat OR 1582-9v
Prot 437 OR 1583 7-2-1590
Weeskamer Inventarisnummer 583 folio 155,156,157 en 179.
 
Gehuwd (1) circa 1560 met Clara GREGORIS.
Gehuwd (2) circa 1560. Huwelijksjaar is geschat. Echtgenote is Neeltgen HAALEBEENS (Salebeens). Pieter Pickert zijn naam is genoemd in een boedelscheiding voor het gerecht d.d. 21-6-1595.
Er is ook een testament d.d. 30-8-1616 voor notaris Jacob Symons.
Wij namen deze informatie over uit het dossier Van Rijn aanwezig op het Centraalbureau voor Genealogie ( CBvG) te Den Haag waarin geschreven is:
Pieter Pickert is de stiefvader van de weeskinderen van Balten Verdonck en Agatha van der Veene hun grootouders.
{Zij was ook ooit gehuwd met Pieter PICKERT.}
Uit het eerste huwelijk:
1.  David VERDONCK (zie IIa).
2.  Pieter VERDONCK (zie IIb).
3.  Agnita VERDONCK (Agnietie), geboren circa 1566 te Antwerpen.
Gehuwd op 03-12-1591 te Rotterdam met Hans (Jan) LAURENS (Johannes en Jan), lakenkoper. Bij huwelijk is genoteerd: van Middelburg.
Bron. Bijlsma: Prot 346; Vergulde Zon Hoogstraat 1602, 17-6-1630.

Uit het tweede huwelijk:
4.  Balthasar den ouden VERDONCK (Balten) (zie IIc).

IIa David VERDONCK, laken- en kouskoopman, poorter, geboren circa 1563 te Antwerpen (gezindte: doopsgezind), begraven op 07-10-1617 te Rotterdam. Woonde aan het Westeinde te Rotterdam. We kwamen echter ook de volgende namen tegen: Westnieuwelant en Nieuwpoort.Bij een overdracht van dit huis in februari 1624 blijkt dat dit huis sedert 1594 zijn eigendom was.
Maar David (ook geschreven Davidt) zijn weduwe verhuurt in een akte d.d. 21-1-1619 ook een huis genaamd "de Luypaert" staande in de Houttuyn.
 
In een verklaring gedateerd 6-3-1620 worden de erfgenamen en de voogden van de weeskinderen van dochter Clare genoemd die dan al is overleden en wiens man Johan van de Mierop mede-compareerde.
 
Dan blijkt dat Baltazar de oudste zoon is van David en hem een huis en erve in eigendom is gegeven dat belend werd door:
Cornelis Hubrechtsz van Wassenaer en geheten "de Gulden Appel" in West Nieuwlant en ten oosten door het huis "Hamburgh". In een akte van 14-1-1619 wordt de Gulden Appel aangeduid als "De Gouden Appel".
 
Cornelis van Wassenaer was kennelijk een zakenrelatie van de familie Verdonck want hij wordt in diverse akten genoemd als coopman en borgh.
Oud Notarieel Archief Rotterdam, inventarisnummer 174, akte en bladzijde 18/26, d.d. 2-10-1628. Cornelis van Wassenaer, coopman, bekent een schuld te hebben aan de weeskinderen van Clara Verdoncx en Johan van der Mierop van 3.800,- gulden
Uit een akte van 22-4-1632 van het zelfde archief met het inventaris nummer 164 en het akte- en bladzijde nummer 72/105, blijkt dat deze vordering nog niet is voldaan. Cornelis woonde eerst in Rotterdam, later in Brabant en nu in Amsterdam. De ooms Baltasar en Hendrick Verdonck worden door de voogden gemachtig het geld te gaan innen.
Blijkens een akte d.d. 16-6-1638, inventarisnummer 138, zelfde archief, akte- en bladzijdenummer 333/523, stond er toen nog 2.000,-- gulden open en woont Wassenaer nu in Brussel.
Erfgenaam van hem is Jan de Swaen die echter te Amsterdam is overleden waarna diens erfenis zijn broer Govert de Swaen aankwam en die risideerde te Muscovien.
Er zijn nog meer akten die handelen over dit zelfde onderwerp.
 
 
Kinderen van David begraven te Rotterdam:
- 23-4-1611, boek 30 f.13;
- 5-11-1616, boek 36 f.8
 
David Verdonck Baltensz en zijn vrouw Ariaentgen Wouwerixdr van Steenhuysen maken meerderemalen testament.
Zij werden in de aanhef van de akten veelal aangeduid als eersame burgers, poorter en poorteresse deser stede van Rotterdam. Zie hiervoor
27-1-1604 voor notaris J. Symons te Rotterdam, Oudnotarieelarchief, inventarisnummer en bladzijde 10/112. De langstlevend zal bij mondigheid of huwelijk aan de kinderen uitbetalen:
12.500 carolus gulden à 40 groten vlaams het stuk.
Indien David eerder zou komen te overlijden dan moest aan zijn broers en halfbroers tezamen 500 carolus gulden worden betaald.
Verwezen wordt naar een reeds op 27-1-1585 opgemaakt testament.
 
Op 30-9-1616 wordt dit testament, door de echtelieden herroepen, ze doen dat voor dezelfde notaris en bepalen dat de langstlevende aan hun gezamenlijke kinderen, bij mondigheid of huwelijk de som van 50.000 carolus gulden moet uitbetalen.
 
Dit echtpaar is genoemd in:
De Wapen Heraut 1897-1899;
Lasonder Goes nr. 1601 dd 6-7-1616 David genoemd als wonende te Rotterdam;
Lasonder Goes d.d. 6-6-1622 David genoemd als saliger;
David had als zwager Jan Rutgers Mol.
 
In een akte gedateerd 18-10-1608 wordt David in zijn hoedigheid als lakengrossier genoemd met de leeftijd van 44 jaar. Tevens worden als lakengrossiers genoemd:
Harper Janssens 60 jaar, Jan Antheunis van Essen 36 jaar, Hans Theunisz 56 jaar, Gerard van Berckel 26 jaar en Jonas Cabeliau 30 jaar.
 
Nr.848 folio 728 d.d. 22-01-1600.
Soetgen Dingemansdr. gehuwd met Claes Arijensz. van Vlaardingen geassisteerd met haar gekozen voogd Willem Nieupoort, is schuldig aan David Verdonck lakenkoper te Rotterdam de somme van f600 carolus als restant van f 900 welke de voorn. Claes Arijensz. de koper schuldig was van laken.
Door haar comparante in het scheiden van de boedel en goederen tussen haar en Claes Arijensz., tot haar last genomen volgens het verlij verleden voor Willem Nieupoort de jonge notaris op 25-06-1599.
Zij belooft de somme van f 600 te voldoen met f 100 op september 1600 en de rest op f 100 per jaar.
Indien zij en haar kinderen komen te overlijden voordat de schuld is afgelost, zal David Verdonck het restant ontvangen uit de gereedste goederen. Zij verbindt hieraan haar huis en erf achter op de Haven
bij de Lagebrug, belend ten Z: Jannitgen Rochusdr. waardin in de Hollandsche Tuijn en ten N: Louris Jansz. stadssmid. Ter meerdere zekerheid hebben Adriaen Damen schipper en Jacob Lenertsz. Veen stierman zich borgen geconstitueerd. Adriaen Damen verbindt hieraan zijn huis en erf op de
Hoogstraat, belend ten N: s-herenstraat en ten Z: Cornelis Maertensz. schipper. Jacob Lenertsz. verbindt hieraan zijn huis en erf op de Dam, belend ten W: Rijck Cornelisz. en ten O: Cornelis Heijndricxz. Keesa.
Bron: OUDRECHTELIJKARCHIEF SCHIEDAM INVENTARISNUMMER 331.
GIFTBOEK AKTEN VAN TRANSPORT VAN ONROERENDEZAKEN ETC.
15-08-1595 t/m 11-02-1600
, zoon van Balten VERDONCK (zie I) en Clara GREGORIS.
Gehuwd op 13-04-1586 te Rotterdam met Adriana Wouwerixdr van STEENHUYSE (Ariaentje Mauritsdr), poorteresse van Rotterdam, geboren circa 1565 te Dordrecht, begraven op 07-03-1620 te Rotterdam. Genealogie Van Steenhuyse in Ons Voorgeslacht 1971, bladzijde 120.
Adriana trouwde voor de 1e maal 17-9-1575, vermoedelijk te Delft, notarieel archief 22/263, met Dierck de Leeuwe.
Bijlsma schrijft haar naam ook: Anna Wennericse van Steen.
 
Notarieel archief Rotterdam Inventarisnummer 22 bladzijde 264 d.d. 23-7-1620. Genoemd wordt haar zuster Cornelia die te Rotterdam woont en is overleden. Er is een erfenis van f.15.000,-- en de volgende kinderen van Adriana worden als erfgenamen genoemd:
Maria Verdonck; Balthasar Verdonck, Hendrik Verdonck en de nagelaten kinderen van Clara Verdonck.
 
In het Oud Notarieel Archief van Rotterdam, inventarisnuumer 36, akte 237/555, gedateerd 2-7-1618,wordt Adriana van Steenhuysen de weduwe van Davidt Verdonck, genoemd met de broers van haar man Peter en Balten Verdonck die voogden zijn over de kinderen van haar dochter Clara Verdonck, de vrouw van Johan van den Mierop.
 
In het Oud Notarieel Archief van Rotterdam, Inventarisnummer 37, akte 42 blz.97 gedateerd 7-1-1619, legateert de weduwe van Davidt Verdonck, Adriana van Steenhuysen aan Peter Verdonck haar mans broer en aan Baltasar Verdonck haar mans halfbroer. Verder worden een aantal mensen genoemd van de familie Steenhuysen.
 
Uit het Oud Notarieel Archief van Rotterdam, Inventarisnummer 36, akte en bladzijde 160/391. gedateerd 7-11-1617 blijkt dat Baltasar ongehuwd is en bij zijn moeder woont aan het Westnieulant. Baltasar maakt dan testament en schenkt legaten aan ondermeer zijn broer, Hendrick Verdonck en zijn oom Baltasar Verdonck zoon van Baltasar Verdonck zijn oom. Ook leden uit de familie Steenhuysen worden genoemd alsmede Henricxken Jacobdsdr dienstmaecht van zijn moeder en Geertgen Dircxdr eveneens dienstmaecht van zijn moeder. Ook vielen legaten ten deel aan: huysarmen, weeshuys, gasthuys, pesthuys, oude mannenhuys en oude vrouwenhuys.
 
In een akte met hetzelfde Inventarisnummer, gedateerd 11-11-1617, akte en bladzijde 161/1619 lezen wij:
Adriana Wouricxdr van Steenhuysen weduwe van Davit Verdonck legt in haar testament vast dat er legaten gaan naar:
de broers van haar man: Peter Verdonck en Baltasar Verdonck en aan de kinderen van haar broer Rochus van Steenhuysen te weten:
Lijntgen, Jannenken, Lijsbet, Maria en Adriana.
Alsmede aan de tegenwoordige vrouw van Rochus van Steenhuysen Hendricxken Petersdr van Empel.
Tevens aan haar zuster Cornelia van Steenhuysen en aan de zoon van haar broer Antonis Cornelisz van Steenhuysen
Tenslotte aan:
Anna Wouricxdr haar nicht;
Jacob Davidtsz huisknecht;
Maertgen Dircxdr dienstmaagd
 
ONA Rotterdam Invnr. 50 akt/blz. 84/138.
De weduwe van Davidt Verdonck, Adriana van Steenhuysen verhuurt aan Joost Verschuyr een huis genaamd "De Luypaert" Houutuyn 138.
 
Ook van de familie van Adriana haar moeder is uit het Oud Notarieel Archief van Rotterdam, gedateerd 6-6-1611 Inventarisnummer 52 akte en bladzijde nummer 2/2 het nodige bekend geworden:
In deze akte worden door Dieuwertgen Adriaensdr, weduwe van Lenert Jacobsz van Schilperoort, tot haar erfgenamen benoemd:
Lenert Arienss; Neeltgen Adriaenszdr; Lijsbeth Adriaensdr; Maertgen Ariensdr. en volgt er nog een opsomming van familieleden Van Steenhuysen die legaten ontvangen. David Verdonck, de man van Adriana van Steenhuysen wordt met een aantal andere personen benoemd tot executeur en administrateur.
 
ONA Rotterdam Invnr. 37 akte 111 d.d. 31-8-1619 Adriana maakt kort voor haar overlijden een nieuw testament waarbij de eerder gemaakte testamenten d.d. 7-1-1619 en 14-1-1619 worden geannuleerd. Een groot aantal familie leden wordt vermeld. Wij namen de personen over:
Baltasar Verdonck haar zoon; Peter (Pieter) Verdonck de broer van haar man en Baltasar Verdonck ook de broer van haar man.
Conclusie slechts één van de kinderen deelt in de erfenis.
Dochter van Jhr. Wouwerick Pietersz van STEENHUYSE, schepen te Dordrecht in 1568 en 1569, en Maria ADRIAENSDR. Zij bij huwelijk een jongedochter van Dordrecht. Hij ingeschreven als David Baltensz. van Antwerpen. {Zij was eerder gehuwd voor de kerk op 17-09-1575 met Dierck de LEUWE.}
Uit dit huwelijk:
1.  Balthasar VERDONCK (Bartholomeus), lakenkoopman, geboren circa 1590, overleden op 07-10-1646 te Rotterdam. In boek 197: begraven 8-7-1636 Balten Verdonck.
De begraafboeken zullen nog eens nader bekeken moeten worden, omdat er meer overlijdens genoemd zijn die nog niet goed geplaatst kunnen worden.
Wellicht is er een relatie te leggen rond de genoemde data naar de weeskamer of boedelscheidingen.
Was diaken in de Vlaamse doopsgezinde gemeente te Rotterdam in 1625.
 
Balthen wordt genoemd in een akte van 30-9-1626 betreffende Maria Verdoncq als weduwe van wijlen Carel de Wolff, met Baltes Verdoncq den Jongen en Heijndrick Verdonck - Maria´s broerder - genoemd als ´haeren oom Balthasar Verdoncq de Oude". Deze laatste Balten moet dan dus zijn getrouwd met Bosschaers, wiens zoon Balten ook werd aangeduid als de jonge.
 
Oud Notariel archief Rotterdam, testament d.d. 7-11-1617, inventarisnummer 36 akte en bladzijde 160/391 voor notaris Jacob Duyfhuysen:
De ongehuwde Balthasar verblijvende in het huis van zijn moeder aan het Westnieuwlant, schenkt legaten aan zijn broer Henrick Verdonck, aan zijn oom Rochus Steenhuysen en diens kinderen:
Janneken; Lijntgen; Lijsbet, Maertgen en Adriana.
Aan zijn oom Peter Verdonck; aan Baltasar Verdonck zoon van Baltasar Verdonck, aan zijn dienaar Jacob Davidtsz, aan zijn tante Cornelia van Steenhuysen, aan Anna Wouricxdr, aan Henrick Claesz droogscheerder, aan de ongehuwde Clara Jansdr, aan Henricxken Jacobsdr dienstmaecht van zijn moeder, aan Geertgen Dircxdr dienstmaecht van zijn moeder,aan het Huysarmen Weeshuys, Gasthuys Pesthuys, Oude mannenhuys en Oude vrouwenhuys.
 
Op 9-6-1630 verkoopt Balten met machtiging van zijn schoonmoeder een huis aan de Opper te Haarlem (GAH.NA 132.152)
 
Op 23-10-1634 verplicht Maria Verdonck, weduwe van Carel de Wolff, zaliger, de eerste zes jaar haar broer Baltasar Verdonck te verzorgen en onderhouden voor fl. 100,-- per jaar met ingang van 1-5-1635.
 
Op 5-4-1637 wordt er door Balthazar Verdonck, coopman, machtiging verleend aan zijn zwager, broerder en zuster:
Jan van Mierop, Heyndrick Verdonck en Maria Verdonck om voor alle gerechten in Holland, Zeeland en Brabant zijn zaken te behartigen. Bron: meergenoemde archief Inventarisnummer 89
 
Balten wordt op 16-4-1618, met zijn broer Pieter, als voogd aangesteld over de beide kinderen van zijn zuster Clara die weduwe is van Jan van den Mierop.
 
Op 10-5-1627 is het huwelijk in het stadstrouwboek van Rotterdam vermeld van Wouter Pietersz, jongeman met Abigel Cornelis een jongedochter. Op 8 mei 1627 laat dit aanstaande echtpaar huwelijkse voorwaarden opstellen door notaris Nicolaas Vogel, waarbij Balten Verdoncq, Abigael assisteerde. Bron Not. archief Rotterdam. Inventarisnr. 156 akte en folio 66/142
 
Balthazar kopt op 20-3-1628 een huis met erf aan de Lombardstraat te Rotterdam. Het erf strekt zich uit tot achter in de Rotte
 
OUDROTTERDAMSCHE GROENLANDSVAART
DOOR Mr. H. BIJLSMA.
In de periode van het Twaalfjarig Bestand kwam een nieuw bedrijf zich voegen bij de neringen, die van belang waren voor het welvaren der waterstad Rotterdam; deze nieuwe bedrijfstak was de zoo genoemde Groen landsvaart", die het vangen van walvisschen in het gebied der Noordelijke IJszee ten doel had.
...
Tot de uitoefening van de visscherij nam men Biskayers in dienst, die van ouds met het bedrijf bekend waren en voortaan jaarlijks werden aangeworven. Er is eene akte bewaard gebleven, waarbij de Rotterdamsche bewindhebber Joris Joostenz de Vlaming contracteert met een viertal Basken om voor de vangst van het jaar 1617 als maître-harponier, maître de chaloupe en
funemier (lijnschieter) dienst te doen op twee sloepen der Rotterdamsche uitreeding. De Basken verbonden zich, in de maand April te Rotterdam present te zullen zijn ; zij waren dan juist op tijd aanwezig om te kunnen uitvaren met de Groenlandsvaarders, die tegen het einde der maand plachten te vertrekken voor de reis naar de Noordelijke IJszee.
Reeds in 1618 ging de Compagnie er toe over, wederom de visscherij bij Spitsbergen te beproeven ; wel bood Jan Mayen-Eiland met zijn vele baaien uitnemend gelegenheid tot de uitoefening van het bedrijf en hadden de Hollanders er geen buitenlandsche mededingers te duchten, maar daartegenover stond, dat voor de gezamenlijke uitrustingen der beide Compagnieën aan het Eiland onvoldoende ruimte beschikbaar was, en derhalve
werd besloten, de Spitsbergensche visscherij opnieuw op te vatten.
De verschillende baaien aan de Westkust van Spitsbergen liet de Compagnie bij verloting onder de Kamers verdeelen en de Hornsound viel daarbij voor het jaar 1618 ten deel aan de kamer Rotterdam der Noordsche Compagnie
...
Bij de eerste uitreeding der Kleine Compagnie, in het jaar 1616, had Adriaen Leversteyn zelf het bevel gevoerd over een der walvischvaarders, naar Jan Mayen-Eyland uitgeloopen In 1618 zond Adriaen Leversteyn te samen met den Rotterdamschen secretaris Mr. Cornelis Musch, zoon (en wellicht gemachtigde) van de weduwe Maria Musch, een schip tot eene ontdekkingsreis naar Groenland uit, van welke tocht door den Rotterdamschen schipper Aert Adriaensz. Havelaer rapport werd uitgebracht aan de Staten-Generaal3. Op kosten van Adriaen Leversteyn en den Schiedamschen koopman Jan Cornelisz. Cruyssert werd in 1619 eene uitreeding ter walvischvangst ondernomen. Voor de Groenlandsvaart van het jaar 1620 slaagde Adriaen Leversteyn er in, de medewerking te verkrijgen eener Delftsch-Schiedamsch-Rotterdamsche kooplieden combinatie:
in dit jaar werd te Delfshaven eene equipage op Groenland" uitgerust voor gemeenschappelijke rekening van Adriaen Dirxz. Leversteyn, Jan Cornelisz. Cruyssert, Pieter Adriaensz. van de Graeff, koopman te Delft, en de Rotterdamsche kooplieden, Willem Mathijsz. van Muylwijck (afkomstig van Schiedam), Balthasar Verdonck en Cornelis Huybrechtsz. Wassenaer, haringkooper Van eene tweede uitreeding dezer combinatie vinden wij niet gesproken, maar wij vernemen wel, dat op het einde van het jaar 1622 de reeders overeenkwamen, de vele kwesties, gerezen bij het vaststellen der afrekening over de equipage van het jaar 1620, door arbitrale uitspraak te laten beslissen. Uitspraken, in het jaar 1626 genomen, legden aan Leversteyn en Cruyssert de verplichting op, een aanzienlijk bedrag aan Verdonck te betalen. Verdonck zelf had intusschen reeds zijne bezittingen in handen moeten stellen van een Delftschen notaris, waartoe hij zich bij contract van Mei 1623 tegenover Van de Graeff en Wassenaer verbonden had. Om zijn schuld aan Verdonck, die ook uit anderen hoofde vorderingen had, te voldoen, zag Leversteyn zich later verplicht zijne onroerende goederen te gelde te maken. De noodzakelijkheid om rekening te houden met de kwade kansen, waaraan de walvischreederij bloot stond, heeft niet kunnen te
weeg brengen, dat men te Delfshaven den moed opgaf. In den zomer van het jaar 1621 werd een aanvang gemaakt met het betimmeren van enkele erven, gelegen aan het einde der Oude Haven Wz.; het consent tot deze timmerage, door de regeering der stad Delft gegeven, kwam te staan ten name van den Rotterdamschen koopman Willem van Muylwijck en van Reyer Beuckelsz. van der Burch, convoymeester op Delfshaven; eze namen, in verband met de ligging der erven, wijzen erop, dat wij hier te doen hebben met loodsen of pakhuizen, die tot opslag van den voorraad traan en walvischbaarden zouden moeten dienen
 
ONA Rotterdam Invnr. 173 akte en bl. 19/24 Balthazar, coopman stelt zich borg voor Hendrick Verdonck zijn broer, i.v.m. de uitspraak in rechte in het proces van de laatste dagen tegen Dingna Mertens, weduwe van Abraham van Bethem, wonende te Goes in Zeeland.
 
Internationale handel, in een beperkte familiekring blijkt ondermeer uit onderstaande drie akten,
a. 5-6-1638 Inv. nr. 168 Akte en blz. 119/162 van het ONA te Rotterdam
Samengevat: Hendrik van den Mierop mochtigt Adriaen van Breen, coopman te Amstelredam, om van Govert de Swaen, tegenwoordig in Moscovien, als erfgenaam van Jan de Swaen, zijn broer, overleden te Amsterdam, 1800,-- gulden te innmen die hij tegoed heeft als erfgenaam van Adriana van Steenhuysen, zijn grootmoeder, volgens obligatie door Cornelis Huybrechtsz van Wassenaer coopman, nu te Brussel in Brabant.
Tevens een bedrag van 2000,-- gulden, die Jan de Swaen als schuldenaar aan Balthasar Verdoncq, zijn oom, als voogd van hem en zijn broer, kinderen can Clara Verdoncq en Jan van Mierop door akte van 16-2-1629 belooft heeft te betalen.
Aansluitend d.d. 16-6-1638 Invnr. 138 akte en blz 333/523, handelt over dezelfde materie zelfde personen. nu aangaande een obligatie.
Tenslotte nog een machtiging of procuratie d.d. 24-11-1640 invnr. 169 met akte en blz. 119/180. Nu is Thomas de Swaen genoemd, wonende te Moscovien optredende voor zijn broer Jan de Swaen die overleden is verder zelfde personen en schulden.
 
ONA Rotterdam, Invnr. 81 d.d. 28-5-1637 akte en blznr. 200/652.
Balthasar Verdonck, coopman, herroept het testatment door hem opgemaakt op 7-11-1617 bij notaris Jacob Duyffhuysen. Hij wil zonder testament overlijde.

Gehuwd 1636 met Marijtge Aelberts van MAERS. Op19-9-1636 maken Baltahasar en Marijtge huwelijkse voorwaarden op. Zij wordt dan geassisteerd door haar broer Anthonij van Maers die haar broer Huijbrecht van Maers vervangt, (Not. archief Schiedam Inv.nr.755 blz.350 Oud Notarieel Archief Schiedam Inv.nr. 755 blz. 350.
Balthasar Verdonck, bejaarde jongman, coopman binnen Rotterdam,
toekomende Bruidegom, ter eenre, en
Marijtge Aelberts van Maers, bejaarde jongedochter,
mede wonende binnen Rotterdam, toekomende bruid,
Op 19 september 1636 sluiten zij huwelijkse voorwaarden.
Marijtge wordt geassisteerd door haar broer Anthonij van Maers, die waarmneemt voor zijn broer Huijbrecht van Maers.

2.  Hendrik VERDONCK (Henrick, Heijndrijck) (zie IIIa).
3.  Clara VERDONCK (Claertje), geboren te Rotterdam, overleden op 06-04-1616 te Delft, begraven op 11-04-1616 te Delft. Begraven in de Oudekerk. Claertgen Verdonck en Jan vanden Mierop wonende te Delft maken op 5-3-1614 testament.Invnr. 1542 fol. 16
 
Op 16-4-1618 worden Pieter en Balthasar Verdonck, haar broers, als voogden aangesteld over de twee kinderen van Jan van Mierop en wijlen Clara Verdonck.
 
In februari 1624 kopen de genoemde voogden en Johan van Mierop benevens Rochus Steenhuysen, voor die kinderen van Balthasar Verdonck het huis aan het Nieuw-Westland te Rotterdam, dat hun grootvader David Balthensz Verdonck reeds in 1594 in eigendom had. Zie hiervoor protocol 4524.
 
Bedoelde kinderen zijn:
1.Hendrik van Mierop circa 1612 te Delft geboren trouwde op 13-9-1637 op het stadhuis te Rotterdam met Margriete Verhaven.
2.David van Mierop geboren circa 1614 te Delft was later burgemeester te Delft en trouwde op 15-10-1641 te Amsterdam, Anna van Breen.
"22-2-1624 draagt Baltasar Verdonck over aan de voogden van de nagelaten kinderen van Clara Davit Verdonck, vader Johan van Mierop, een huis en erf, gelegen in het Westnieuland te Rotterdam, zulks voor de som van f.6.200 met tenietdoening van een rentebrief d.d. 11-6-1622 ad. f.6.200.14.8. De nog te betalen rente f.5.13 thonderd, zijnde f.500.13.14, zal betaald worden met f.50 per jaar zonder interest". Bron.Giftenboek der stad Rotterdam registratienummer 19 fol.704.
 
Ook in een akte d.d. 2-7-1618 van het Oud Notarieel Archief te Rotterdam, Inventarisnummer 36, akte en blz. 237/555 wordt het familie verband nogeens aangegeven.
Adriana van Steenhuysen wordt genoemd als weduwe van Davidt Verdonck, geassiteerd met haar broer Rochus van Steenhuysen vrijwaart zij de broers van haar man:
Peter Verdonck en Balten Verdonck als voogden over de kinderen van haar dochter Clara Verdonck de vrouw van Johan van den Mierop, voor eventuele verliezen.
 
ONA Invnr. 50, akte 120 d.d. 6-3-1620, dat is daags voor het overlijden van haar moeder, verklaart Johan van Mierop, vrouw van de overleden Clara Verdonck dat aan Baltazar Verdonck de oudste zoon van David Verdonck en Adriana van Steenhuysen een huis en erve in eigendom is gegeven. De naam van het huis is "Gulden Appel" in West Nieuwlant.
 
In een akte,gedateerd 2-10-1628, die uitgebreider is genoemd bij Clara haar vader, blijkt dat zij f.3.800,- te goed had van Cornelis Wassenaar een zakenrelatie van haar vader.
 
In een aantal akten van het echtpaar Van den Mierop-Verdonck zijn de zelf geschreven namen ( handtekeningen ) goed te lezen.
 
ONA Rotterdam d.d. 22-4-1632 Invnr. 164 akte en blz. 72/105 Clara machtigt de voorgden van haar kinderen om een vordering van 3800,-- gulden te innen van Cornelis van Wassernaar voorheen wonende te Rotterdam, later in Brabant en nu in Amsterdam. Betreft een op 2-10-1629 via de notaris vastgelegde schuldbekentenis
.
Gehuwd op 13-04-1610 te Rotterdam. Huwelijk vond plaats op het stadhuis te Rotterdam. Echtgenoot is Johan (Jan) van (den) MIEROP, lakenkoper/kousenmaker, geboren circa 1586 te Delft. Remonstrantse familie. Overleden op 24-02-1644 te Delft, begraven op 25-02-1644 te Delft. Begraven in de Oudekerk. Er bestaat een publikatie van Mr. Ph.M. Schenkenberg van Mierop onder de titel ´De Rotterdamse familie van Mierop en aanverwante geslachten´.
 
Johan en Clara genoemd in giftboek 19 folio 704
 
In ´Stam- en Wapenboeken van aanzienlijke Nederlandse familiën,met genealogische aantekeningen, door A.A. Vorsteman van Oijen komt het familiewapen van Van Mierop voor.
 
Zie ook over Van Mierop Nederlands Patriciaat 1916 en 1935/1936.Deze publikatie heeft als titel: ´De oudere generaties van het Delftsch-Rotterdamse geslacht Van Mierop door W.J.L. Poelmans.
 
Zie ook Nederland´s Patriciaat 1916, 7e jaargang, bladzijde 255 alsmede Nederlandsche Leeuw 1917.
Kinderen van het echtpaar Van den Mierop/Verdonk genoemd in Octavoserie 22e jaargang bladzijde 86-88 en Wapenheraut 1918 XVII
 
Dossier bij de Nederlandse Genealogisch Vereniging (NGV) te Naarden op Vam Mierop nr. 118
 
Collectie familiepapieren Van Mierop berust bij het Centraal Register van Particulieren archieven. Inventarisnummer 2148.
 
Over het familiewapen zie ook Jubileumuitgave Stichting genealogisch onderzoek Verdon(c)k, 1987.
 
Notarieel Archief Borssele d.d. 7-2-1623 geeft samengevat de volgende informatie: Cors Adriaensz Mannee wonende te Goes verklaart schulden te hebben jegens de naegelaten weeskinderen van Clara Davids Verdonck daer vader van (af) is Jan van Mierop, wonenden tot Delft. Het ging om 128 pond en 11 schellingen.
 
Oud Notarieel Archief Rotterdam, Inventarisnummer 1542, akte en bladzijde 16-17, gedateerd 15 maart 1614 maakt dit echtpaar testament. Zij wonen dan in Delft. Uit dit testament nemen wij, samengevat, over:
Testarice is Elisabeth Breijnen, bejaarde dochter en maakt als erfgenamen:
kind of klinderen van Maerija Tijlen huisvrouw van Jan Leendert Verdonck, wonende te Schiedam;
Antonette van den Bergh, haar dienstmaagd vermiots die dan nog bij haar woont en
Sara Breijnen haar zuster.
 
 
 
 
Oud Notarieel Archief Rotterdam, Inventarisnummer 35, akte en bladzijde 121/259 gedateerd 27-4-1615. Het echtpaar woont ook dan in Delft en maken opnieuw testament bij notaris Jacob Duyfhuysen.
Zoon van Hendrik van (den) MIEROP (Henrick), kousenmaker, en Magdalena van LOON. Hij een jongeman van Delft en zij een jongedochter van Rotterdam.
Uit dit huwelijk zijn ons bekend:
Hendrik van den Mierop geboren circa 1612 Delft en op 29-10-1644 te Rotterdam begraven;
David van den Mierop begraven in de Oudekerk te Delft 19-2-1675 Hij was burgemeester te Delft en trouwde op 15-10-1641 te Amsterdam met Anna van Breen. Genoemd in Nederlandsche Leeuw 1917 kolom 28.
En een ongedoopt kind te Delft in de Oude Kerk begraven op 20-1-1618.

4.  Maria VERDONCK (gezindte: doopsgezind), overleden na 1636. Gemeente archief Amsterdam, notaris J.F. van Bruijningh, notarieel archief inventarisnummer 182, fol. 134-135, d.d. 17-11-1614.
Genoemd worden Carel de Wolff en Maria Verdonck, Carel wordt als koopman te Amsterdam aangeduid. Er wordt codicil gemaakt en er wordt verwezen naar een eerder voor notaris Bruijninck opgemaakt testament op 29-1-1614.
 
Oud Notarieel Archief Rotterdam, Inventarisnummer 156, akte en inventarisnummer 11/19 d.d. 26-9-1624.
Maria Verdoncq, weduwe van Carel de Wolff, benoemt tot haar universeel erfgenaam haar zoon Willem en Carel de Wolff. Tot voogden benoemt zij haar ooms Pieter en Balten Verdoncq en haar broer Hendrick Verdoncq.
Testamenten van 27-5-1617 en 16-3-1618 worden herroepen.
 
Er is ook een notariele akte van 23-11-1647 Inventarisnummer 993/A/71 van notaris Jan Bosch, aanwezig in het Gemeentearchief te Amsterdam.
In deze akte worden Carel de Wolf en Willem de Wolf te Rotterdam als broers aangeduid en als zijnde erfgenamen met de kinderen van Maria Verdonck weduwe van Carel de Wolf.
 
Oud Notarieel Archief Rotterdam, Inventarisnummer 161, akte en bladzijdenummer 10/12, d.d. 4-7-1624. In deze akte is een verklaring opgenomen waarin het familieverband goed is weergegeven:
Maria Verdoncq, weduwe van Carel de Wolff;
Balthazar Verdoncq en
Pieter Verdoncq, mede optredend voor Balten Verdoncq, zijn broer en mede voogd over de nagelaten kinderen van Clara Davidtsdr Verdoncq, van wie de vader is Johan van Mierop, laeckencooper te Delft,)* allen naast Hendrick Verdoncq, hun broer en cousijn (neef ), erfgenamen van David Verdoncq en Adriana van Steenhysen, hun ouders verklaren dat voornoemde Henrick Verdoncq, 189 gulden, 15 stuivers en 4 penningen heeft gekregen, die Geeraert Dinginsz van der Goes nog schuldig was aan voornoemde David Verdoncq ter zake van geleverde laeckens.
 
)*Zie voor de benoeming van deze voogde bij Clara Inv. nr.156 akte & blz. 11/19
 
Oud Notarieel Archief Rotterdam, Inventarisnummer 156 bladzijde 11 van februari 1629 Maria genoemd als weduwe van Carl Wolf zaliger wonende te Rotterdam. Tevens genoemd Willem en Cornelis Wolff haar zonen.
Zie ook Nederlandsche Leeuw 1941 pagina 118.
 
Oud Notarieel Archief Rotterdam, Inventarisnummer 174, akte- en bladzijdenummer 50/70, d.d. 16-8-1630 Maria Verdoncq, weduwe van Carel de Wolff, geassisteerd door Hendrick Verdoncq, haar broer, coopman, bekent een schuld te hebben aan Roochus Wouricxz van Steenhuysen, haar oom, van 2.400,-- gulden
Eveneens in een akte van 1630 machtigd Maria haar broers Hendrik en Balthasar een vordering te innen van Hans Uuttenhove en zijn compagnon Abraham de Wolff, beiden wonende te Hanau in Duytschlandt.
 
ONA Invnr. 174 akte&blz. 50/70 Maria wed. van Carel, geassisteerd door Hendrick Verdoncq haar broer, coopman. Bekent schuld te hebben aan Rochus Wouricxz van Steenhuysen haar oom van 2400,-- gulden.
 
Oud Notarieel Archief Rotterdam, Inventarisnummer 174, akte- en bladzijdenummer 63/89 d.d. 20-6-1631.
Maria Verdoncq, weduwe van Carel de Wolff, transporteert aan haar zonen Willem en Carel de Wolff hun deel in de erfenis van hun vader komend van de verkoop van een huis in de Warmoesstraat te Amsterdam, aan Jan en Anthony van Hoeck, cooplieden te Amsterdam.
Voogden van de kinderen zijn Joost van den Vondel en Johan Erpecum cooplieden te Amsterdam.
In deze akten worden ook nog een aantal obligaties genoemd ter waarde van: 6.000,-- gulden, 3.000,-- gulden en 1.200,-- gulden.
De obligatie van 6.000,-- komt ten laste van Mattheeus van Erpecum, coopman te Amsterdam en door hem betaald aan zijn schoonmoeder Tanneken de Wolff.
 
Oud Notarieel Archief Rotterdam, Inventarisnummer 158, akte- en bladzijdenummer 113/336, d.d. 7-11-1638 Maria Verdonck herroept drie testamenten en benoemt haar zoons Willem en Carel de Wolff tot haar erfgenamen. Bij overlijden van haar zoons erven haar verwanten, zij het dat de kinderen van haar zuster Clara Verdonck niet meer dan 1.200,-- gulden zullen mogen ontvangen.
Haar broer Hendrick Verdonck wordt door haar tot voogd benoemd.
Met een akte uit het zelfde archief gedateerd 22-7-1639 herroept ze andermaal haar testament en bepaalt ze dat haar nalatenschap zal verdeeld worden volgens het alhier geldende erfrecht.
 
ONA Rotterdam Invnr.178 akteen blz. 90/176A. Bathazar koopt namens zijn zuster Maria Verdoncq, weduwe van Carel de Woll een huis en tuinhuisje in´t Oostvierendeel voor 1000,-- gulden
.
Gehuwd op 17-02-1613 te Rotterdam met Carel de WOLFF, geboren 1585 te Ceulen, overleden 1619 te Amsterdam. Leverancier van Rijsselsche waren te Amsterdam.
Carel was een broer van de dichter Joost van den Vondel. Na het overlijden van Carel werd Joost van den Vondel voogd over zijn kinderen. schrijft
Bijlsma: Prot 3397 K 16-2-1626. Testament. Voorningh 10-3-1618. Carel liet testament maken bij notaris J.F.v Bruijnincgh te Amsterdam op 29-1-1614 en ook op 23-11-1647 bij notaris Jan Bosch
Erfgenamen zijn Maria en de kinderen. Bronnen NA 182 fol 134-135 GAA en
NA 993/A/71 GAA
Zoon van Willem de WOLFF en Tanneken SYMONS. Hij jongeman van Ceulen en zij jongedochter van Rotterdam. Uit dit huwelijk is Willem de Wolff geboren. Op 17 jarige leeftijd benoemt hij zijn moeder Maria Verdoncq, weduwe van Carel de Wolff tot zijn erfgename. ONA Inv.nr. 157 akte&blz. 22/39. Dit testament is opgemaakt op 27-12-1631.
5.  NN VERDONCK, begraven op 23-04-1611 te Rotterdam. Slechts genoemd als zoon van Davit. Geen geslacht, geen naam.
6.  NN VERDONCK, begraven op 05-11-1616 te Rotterdam. Slechts aangeduid als kind van Davit, Geen geslacht en geen naam.

IIb Pieter VERDONCK, lakenkoper, poorter van Rotterdam. Geboren circa 1564, overleden op 17-12-1632 te Rotterdam, begraven op 19-12-1632 te Rotterdam. Inventaris Begraven Weeskamer Index 269 blz.204. Woonde in de Hoogstraat te Rotterdam.
 
Balten wordt op 16-4-1618 samen met zijn broer Pieter, als voogd aangesteld over de twee kinderen van zijn zuster Clara die weduwe is van Jan van den Mierop.
 
In de begraafboeken van Rotterdam komen voor als kind van Pieter Verdonck:
begraven 21-05-1616 boek 35.35
begraven 03-12-1616 boek 36.9
 
Een bijzondere akte is die van 17-10-1616, Oud Notarieel Archief Rotterdam, Inventarisnummer 117, akte en bladzijde 50/107 opgesteld door notaris Nicolaas v.d. Hagen. De 30 jarige Annetge Klaesdr blijkt goederen gestolen te hebben toen ze als kraamverzorgster bij Pieter in huis aan het werk was. In aanwezigheid van haar vader Claes Cornelisz bekent ze de diefstal en belooft 65 gulden compensatie te betalen.
 
Er is een testament van dit echtpaar, gedateerd 4-9-1620, inventarisnummer 37, alte en bladzijde nummer 240/523 in het Oud Notarieel Archief van Rotterdam, gepasseerd voor notaris Jacob Duyfhuysen waarbij tot voogden worden benoemd:
Hermanus Henricxz haar broer, wonende te Utrecht en Cornelis Schut haar zwager eveneens wonende te Utrecht.
 
 
14-02-1630, Oud Notarieel Archief Rotterdam, Inventarisnummer 108 gemeente archief Rotterdam: Pieter en Grietje maken testament op huwelijkse voorwaarden. Ook genoemd in akte 107, aktenummer en bladzijde 178/279 van de zelfde datum.
Geschreven is:
Compareerde Pieter Verdoncq weduwnaar van Aeltgen Hendriks zaliger, geassisteert met Balten Verdoncq zijn broeder, toecomende bruydegom ter eenre.. en
Grietgen Pieters....jongedochter, geassisteert door haar neef Jan Coenraets toekomende bruyt ter andere....
 
17-10-1631, Oud Notarieel Archief Rotterdam, Inventarisnummer 108 blazijde 342. Nu testament op langstlevende Pieter tevens aangeduid als poorter van Rotterdam.
 
Tevens is er in dit testament geschreven over Pieter zijn voorkinderen, doch het aantal en de namen worden niet genoemd.
 
Deze akte werd door Pieter ondertekend doch door Grietje werd een kruisje geplaatst.
 
15-02-1633: Boedelinventaris van Pieter Verdonck, weeskamer Rotterdam.
 
Uit een akte d.d. 30-3-1633, zelfde archief met inventarisnummer 165, blijkt dat men niet precies weet waar de kinderen uit het eerste huwelijk verblijven. Men zal in Utrecht navraag laten doen.
 
Notarieel archief Utrecht een akte d.d. 29-12-1646.
Pieter en Aeltgen van Vollenhoven zijn genoemd als erfgenamen, danwel hun uitlandige kinderen. Het betrfet eenn huis en erf aan de Oostzijde van de Schoutensteegh. Meer erfgenamen zijn genoemd uit het bezit van de familie van Vollenhoven.
Zoon van Balten VERDONCK (zie I) en Clara GREGORIS.
Ondertrouwd (1) voor 1617 met Aeltje Hendriksdr van VOLLENHOVE (Aaltgen Heyndricks), begraven op 05-09-1620 te Rotterdam. Genoemd is het begraven van de huisvrouw van Pieter Verdonck. Zij had een broer Harmanus Henricxz en een zwager Cornelis Schut die bij hun testament van 4-9-1620 Inv.nr. 37 akte en blz 240/523 tot voogden werden benoemd, dochter van Hendrick Lubberts van VOLLENHOVE en Aeltgen ZAS.
Gehuwd (2) op 27-01-1630 te Rotterdam. Dit huwelijk werd ook te Delfshaven ingeschreven Gerechtstrouw Index 082 Inv. nr. 9 met Grietje Pieters (Geertruyd). Woonde West Nieuwland. Trouwt als jongedochter. {Zij is later gehuwd op 16-02-1635 te Rotterdam met Teunis Albertsz, geboren te Vianen. Bij trouwen woont Grietge nu in´t Hang.
Teunis is weduwnaar en kwam van Vianen
.}
Uit het eerste huwelijk:
1.  NN VERDONCK, begraven op 03-12-1616 te Rotterdam.
2.  Hendrik VERDONCK, tijkmaker. Bijlsma: Voogden bij Testament 1684.
Doopgetuige bij tweeling van zuster op 2-3-1664 te Rotterdam
Weeskamer reg.40 folio 58:
Acte van 27-1-1701 ( het betreft hier een afregeling van een erfenis ) Hendrik Verdonck oud omtrent 20 jaar, zijnde te Cadiz in Spanje. ( mogelijk is hier een onjuistheid vermeld en is hij misschien al 20 jaar in Spanje ) anders komen we in de problemen met de biologisch onmogelijkheden want hij wordt wel genoemd als zoon van Pieter Verdonck en Geertruyd Pieters.
Ook een broer Adriaan is genoemd wiens relatie is gewijzigd en wat mogelijk de aanleiding was tot het opstellen van deze akte.
Op 16-6-1701 is Hendricq Verdoncq "uijt Spangien ´ huis gekoomen".
Op 25-8-1795 wordt de erfenis uitbetaald aan "Hendrik Verdonk, getrouwt zijnde".
Hier zijn dus nog een flink aantal onduidelijkheden.

3.  Balten VERDONCK (zie IIIb).
Uit het tweede huwelijk:
4.  Aeltje VERDONCK (Annitge), overleden op 17-02-1664 te Rotterdam, begraven op 21-02-1664 te Rotterdam. Overleden in de kraam en ingeschreven als weduwe van Gillis Mesdach.
Bij de betreffende geboorte werd een tweeling, Willem en Susanna, geboren en gedoopt op 2-3-1664. Broer Hendrik Verdonk was getuige.Aeltje overleed in de kraam van deze tweeling.
Informatie omtrent deze beide huwelijken is ontleend aan de collectie Maandag, aanwezig bij de Nederlandse Genealogisch Vereniging (NGV) te Naarden.
Ouders van Rees waren eerst gereformeerd later remonstrant.
Familie Mesdach was doopsgezind.
Zie ook publikatie Nederlandse Leeuw 1974.
In het begraafboek van Rotterdam is aangetekend bij zijn overlijden: Gillis Mesdach, vrouw van Aeltje Verdonck, wonende Hoogstraat, begraven 2-8-1654 inventarisnummer 262.
Aldaar is tevens aangetekend:
Begraven "kind van Aeltje Verdonck, wonende Hoogstraat op 26-11-1656". Inventarisnummer 505.

Ondertrouwd (1) op 04-06-1642 te Rotterdam, gehuwd op 30-06-1642 te Rotterdam met Gillis MESDACH (Ghyllis Mestdach), garentwinder, begraven op 02-08-1654 te Rotterdam. In de Navorscher van 1915, jaargang 64, bladzijde 393, is geschreven over het geslacht Mesdag. Wij geven hieruit weer:
Gilles wordt in november 1641 door de kerkeraad der Vlaamsche Doopsgezinde gemeente te Rotterdam vermaand wegens het verbreken eener trouwbelofte gedaan aan zijn huishoudster Katelijntje of Katharina van Wesel. Voor de teleurgestelde huishoudster trekt de Utrechtse kerkeraad partij. Gillis betaalt een boete van fl 26,-- en huwt in augustus 1642 Aeltie Verdonck die in 1641 gedoopt was.
 
De vader van Jacques (Jehan) Mestdach wordt genoemd in de lijst van Kortrijkse martelaars. Het was vermoedelijk zijn zoon Guillame Mestach die in 1623 behoorde tot de gereformeerde kerk te Oostburg in Zeeuwsvlaanderen.
Zoon van Jacques MESDACH en Janneke ELSTLAND. Op 2 april 1644 laat dit echtpaar bij notaris Arent van der Graeff een testament opmaken. Zij benoemden elkaar tot erfgenamen en tot voogd of voorgdes over hun eventuele kinderen. Als toeziende voogden benoemde zij Cornelis Verdonck en Vincent Casteleyn. (Bron: Oud notarieel archief Rotterdam inventarisnr. 332 aktenr. en blz. 90/184.).
Ondertrouwd (2) op 02-11-1657 te Rotterdam, gehuwd op 22-11-1657 te Rotterdam met Cornelis Willemsz REES, 34 jaar oud, garenkoopman, gedoopt op 04-03-1623 te Rotterdam, begraven op 18-01-1681 te Rotterdam op 57-jarige leeftijd. Begraven in de Grote Kerk te Rotterdam. Cornelis woonde eerst aan de Wijnhaven en later aan de Hoogstraat. Bij zijn overlijden aan het West Nijelant.
Hij trouwde voor de 3e te Rotterdam, ondertrouw 26-9-1674 met Engeltje Rombouts.
Genealogie familie Rees zie ondermeer de Nederlandsche Leeuw jaargang 1974 kolom 243 e.v.
Zoon van Willem Barentsz REES en Margrieta Jansd van der ELST.
5.  Adriaan VERDONCK. Zie toelichting bij broer Hendrik.

IIc Balthasar den ouden VERDONCK (Balten), laken- en kouskoopman en 1625 diaken in de doopsgezinde gemeente te Rotterdam, geboren circa 1570, overleden op 14-03-1632 te Rotterdam. Was in 1597 nog minderjarig ( weeskamer Inventarisnummer 583 pagina 179)
Woonde evenals zijn broer Pieter aan de Hooghstraat te Rotterdam.
 
In 1612 echter genoemd Lombartstraat en in 1625 aan de suytsijde van de Hooghstraat in het huis genaempt "Het Land van Belofte."
In de gevel van dit huis stonden de beelden van Josua en Caleb met een tros druyff in hout gesneden.
Elisabeth Clercx, verkoopt dit huis aan Mayken Sasbouts weduwe van Gillis van Estlandt, aldus blijkt uit een akte d.d. 20-1-1634. Inventarisnummer 178 in het meer aangehaalde archief te Rotterdam.
 
Oudnotatieelarchief Rotterdam, inventarisnummer en bladzijde 20/259 testament Balthasar Verdonk, lakenkoper ende Elizabeth Jaques de Klerck d.d.22-4-1611.
Uit het zelfde Oudnotarieelarchief d.d. 30-8-1616, inventarisnummer en bladzijde 20/259 maken zij andermaal testament op de langstlevende en aan de kinderen moet in voorkomende geval tweeduizend carolusgulden worden uitbetaald
 
30-8-1616 Balten en Elisabeth maken testament bij notaris J. Symons (ONA 20/259) en bepalen dat de langstlevende aan de kinderen, bij mondigheid of huwelijk, 2000 Carolus gulden groot 40 vlaams stuk, zal betalen.
 
ONA 156.26/53 29-1-1625 Balthasar Verdonck en Elisabeth Clercx, wonende in´t Land van Belofte, maken een nieuw testament en herroepen het hierboven beschreven testament van 30-8-1616.
Ze benoemen elkaar tot universeel erfgenaam met een legaat aan zijn broer Pieter Verdoncq. Stellen tot voogden over hun kinderen: Balten Verdonck zijn broer Pieter Verdonck, Balten Centen en Gillis van Elslant en Elisabeth Clercx: haar broeder Jaques de Clercx, Abraham Ampe, haar zwager, en Pieter Grijspeert, haar neef. ( Zij tekende Elysabet Klerckx! )
Aansluitend op bovenstaande akte zijn er twee akten, beiden d.d. 21-6-1632 met Invnr. 164 en respectievelijk akte en blznr. 90/136 rm 89/134.
In de eerste akten wordt de hiervoor genoemde kinderen Elslant het voogdijschp onder de aandacht gebracht en in de tweede akte verklaren de kinderen het voogdijschap te weigeren.
 
Notaris Nic. Vogel 29-1-1625, bladzijde 26 testament langstlevende. Genoemd worden: Pieter Verdoncq als zijn broeder.
Jaques Clercq als haar broer en als haar zwager: Abraham Amper,hij was gehuwd met Levina de Clerck en Pieter Schilperoort. Haar zuster Sara was gehuwd met Abraham Coeck en haar neef Pieter Grispaert.
 
Fiche 10 bladzijde 24 Collectie Kool, Centraalbureau voor Genealogie.(CBvG)
Jacques de Clerck zijn weduwe Passchijntgen Grijspeert wordt genoemd in het archief van de Doopsgezinden te Haarlem op 9-6-1630 folio 117. Zij geeft ten overstaan van haar zoon Jaques, coopman te Rotterdam volmachten aan haar swaeger Balten Verdonck te Rotterdam.
Bonnen.
Notaris Vogel 1-8-1633,
Testament notaris Vogel 7-5-1634
 
Oud Notarieel Archief Rotterdam d.d.24-1-1633 Inventarisnummer 321 akte nr.1blz. 1:
Op verzoek van Baltasar Verdonck, coopman, legt Jacob Davitsz, stierman, 30 jaar, een verklaring af dat hij in 1620 als cassier bij Verdonck in dienst was en toen aan wijlen Jan Symonsz Pesser, gewezen brouwer, in de "Hollandschen Tuijn", 190 gulden had uitbetaald.
 
Er was flink bezit. Zo is er een akte van 27-9-1633 waaruit het bezit blijkt van een huis met erf aan de Delftsevaart genaamd "Den Vergulden Arent".
In en akte d,d, 11-5-1643 machtigde Elisabeth de Clercq, weduwe van Balten Verdonck, lalenkoopster, haar zoon Balten Verdonck de jongen een huis over te dragen aan de Hoochstraat.
 
Weeskamer Inventarisnummer 270 fol. 197 d.d. 7-10-1646 en Inventarisnummer 323 d.d. 8-6-1636.
3-2-1619 fol. 363, archief doopsgezinden te Haarlem, genoemd worden:
Jaques de Clercq, zoon van Jaques, wonende te Rotterdam, geassisteerd met Balthasar Verdonck, Abraham Ampe en Joost Crommeling, kooplieden, zijn zwagers.
 
Jaques en Sara Pietersdr van Middeldonck, maken huwelijkse voorwaarden d.d. 3-2-1620, Notarieelarchief te Haarlem.Inventarisnummer 56 fol. 363. Sara Pieterse van Middeldonck werd daarbij geassisteerd door haar zwager Johan de Witte Jansz, Barent Roeloffs haar voogd en Jonkvrouwe Josijne van Schelstraete haar muije( tante) Vermeld is dat de bruidegom 4.000,- gulden en de bruid 6.000,- gulden meebrengt bij het trouwen.
 
Oud Notarieel Archief Rotterdam, d.d.18-8-1620, inventarisnummer 102, akte en bladzijde 54/73. Jaques de Clercq machtigt zijn zwager Balten Verdonck om goederen te verkopen, gelegen in Vlaanderen en op dat moment nog in bezit van Hercules Imbisien.
 
Mogelijk heeft bovenstaande akte te maken met een testament van Balthazar d.d. 4-3-1625 ONA Rotterdam Inventarisnr. 156, aktenr. 30/65 waarbij hij de eerder gepasserde testamenten ondermeer van 7-11-1617 herroept en waarin eigendommen te Tongelre een rol spelen
 
De familierelaties zoals hiervoor genoemd blijken ook uit:
Notariële akte d.d. 13-11-1615 (Inventarisnumer NAH 50f.238 verso)
Begraven in Rotterdam twee kinderen waarvan alleen de vader is genoemd:
Balten Verdonck. Begraven op29-5-1610 en 28-4-1612.
 
Op 12-6-1617 wordt Passechijntgen Grispaerts geassiteerd door haar zwager Baltasar Verdonk en machtigd Abraham Koek een coopman te Amsterdam om voor haar zaken te doen te Amsterdam.
In dat zelfde jaar wordt Baltasar gemachtigd om voor zijn moeder geld te innen te Middelburg. Bij die gelegenheid wordt zijn moeder geassiteerd door haar broer Rochus Wouricxz van Steenhuysen.
 
Uit een akte van 25-5-1622 blijkt dat Balthasar Verdonck, laeckencooper, een deel van een erf aan de Wijnstraat kocht van Machtelt Gerritsd, weduwe van Leendert Jansz, een scheepstimmerman en dat Balten daar een brouwerij aan het bouwen is.
 
Uit een akte van 31-10-1622 Inv.nr. 59, akteen blz. 68/63blijkt verder dat Balten de brouwerij bezat samen met opperbrouwer Jan Henricxz en de naam van de brouwerij is "Hollandsche Thuyn." De brouwerij grenst aan de Wijnstraet en aan de Blaecke
 
Met redelijke zekerheid is het ook deze Balten, maar nu vermeld als BalthasarVerdonck koopman te Rotterdam die vermeld is in twee akten d.d. 16-8-1622 en een akte d.d. 31-8-1622 in Giftboek 79 van Schiedam. Het gaat om zakelijek overeenkomsten die niet te maken hebben met de genealogie van Balthasar.
 
Oud Notarieel Archief Rotterdam, Inventarisnummer 51, akte- en bladzijdenummer 112/201 uit deze akte blijkt dat Jan Simons Pesser ook bij de brouwerij was betrokken maar met deze akte, gedateerd 17-5-1631, het samenwerkings contract van 30-11-1630 en gepasseerd voor notaris Adriaen Kieboom, ontbond.
 
Oud Notarieel Archief Rotterdam, Inventarisnummer 168, akte- en bladzijdenummer 104/146, d.d. 25-4-1638. In deze akte wordt er door Balthazar Verdoncq machtiging verleend aan Gerard de Rodero, procureur voor de Hoge en provinciale Raad in Holland, om zijn zaak in hoger beroep te vervolgen tegen Anna Cornelisdr van Souburch, weduwe van Jan Symonsz Pesser, in haar leven brouster in de brouwerij van de Hollantschen Thuyn .... andere betrokkenen worden genoemd.
 
Oud Notarieel Archief Rotterdam, Inventarisnummer 178, akte en inventarisnummer 90/176A d.d. 5-2-1626 Balthazar Verdonck koopt namens zijn zuster Maria Verdonck, weduwe van Carel de Wolff een huis en thuinhuisje in´t Oostvierendeel voor 1.000 gulden.
Verkoper is mr Harman Cuick, mede executeur testamentair van Cornelis Vroesen de Jonge.
Het huis wort belend door:
Pieter Willems de Wilde, de gracht of sloot van de Stadsvest en gang op de Kipstraat achter het verbrand klooster.
 
In Ons Voorgeslacht van 1981 is de genealogie Leversteijn gepubliceerd. Ook Balten zijn naam komt er in voor als koper van een huis en tuin van Adriaen Dircks Leversteijn. Het huis stond te Schoonderloo aan de Hoge Zeedijk er hoorde een boomgaard bij gelegen aan de Maeze met cingelgracht, rietvelden en vrije uitgang van 5 voet breed.
Zoon van Balten VERDONCK (zie I) en Neeltgen HAALEBEENS (Salebeens).
Gehuwd circa 1611 met Elysabeth de CLERCQ (Lijsbeth), gedoopt circa 1582 te Gent, overleden op 07-10-1646 te Rotterdam. Overlijden genoemd in akte van de Weeskamer 270, pagina 197.
Woonde toen op de Hooghstraat te Rotterdam in het huis genaamd ´t Land van beloften´.
Genealogie De Clercq in Familieboek De Clercq van 1992. Uitgegeven door de Stichting Familiearchief De Clercq.
Beheerder van dat archief Daan de Clercq te Amsterdam.
Zie ook www.familiedeclercq.nl
De genealogie de Clerc ( de naam wordt verschillende manieren geschreven )
vangt aan in het midden van de 14e eeuw te Erondegem, Ottergem, Erpe en Geraardsbergen, omgeving Gent in Vlaanderen.
 
Nederland´s Patriciaat 11e jaargang pagina 43.
Haar grootvader, Lieven de Cleerck kwam voor op een lijst van 1578 vermeldende de circa 500 meest gegoede Gentenaren. Haar vader werd op 17 mei 1585 te Gent met acht geloofsgenoten om hun doopsgezinde activiteiten in zijn huis gearresteerd en na een half jaar durend proces, voor vijftig jaar verbannen uit Vlaanderen. Haar moeder was van Rumbeke.
 
Akte d.d. 13-11-1615 voor notaris Adr. Willems te Haarlem:
Balten Verdonck als getrouwd hebbende Elisabeth de Clercq en Abraham Ampe, getrouwd hebbende Livuna de Clercq worden benoemd tot voogden over de kinderen van Jaques de Clercq, overleden 25-7-1609 en Passchinntje Grijspeert.
Daarvoor waren voogd: Joos Crommelingh en Cornelis Tongerloo, de eerste woonde te Haarlem de laatste te Amsterdam.
 
Notarieel archief Rotterdam Inventarisnummer 102 blz. 170 d.d. 7-4-1623
Basthyatgen Grijspaert ( nu een andere schrijfwijze) genoemd als weduwe van Jacques de Clerck. Zij maakt testament en dan worden haar kinderen alsvolgt opgesomd:
Elisabeth getrouwd hebbende Balten Verdonck
Levijntgen getrouwd hebbende Abraham Amer
Sara getrouwd hebbende Abraham Cock
en de kinderen Jaques, Pieter en Lucas, alles testatrices kinderen.
 
Oud notarieel archief 164 89/124 d.d. 21-6-1632, gem. archief Rotterdam.
Balten Center en Gillis van Elstlandt, coopman, verklaren dat Elisabeth Clercq laeckencooper, weduwe van Balten Verdoncq den ouden en haar zwager Pieter Verdoncq, hun ervan op de hoogte te hebben gesteld dat zij in het testament van 29 juni 1625 door Balthen Verdonck zijn benoemd tot voogden over zijn nagelaten kinderen. Zij aanvaarden het voogdijschap echter niet.
(Balten Center tekent als Balthen Center Schoenmaker)
 
Elisabeth genoemd als weduwe van Balten Verdonck zaliger in het Giftboek van Cool d.d. 1-6-1646 met haar kind Cornelis Verdonck een koopman.
Oud Notarieelarchief (ONA) Rotterdam d.d. 17-1-1646 blz. 45.
Elisabeth de Clercq weduwe van Balten Verdonck zaliger, inwoonsters dezer stad is ziek en maakt testament,
Haren soons Cornelis Verdonk, in levende lijve nalaten zal en de welke souden kind ofde kinderen in levendelijve bijeen nae te laten.
Cornelis zijn tegenwoordige huysvrouw Margriet Crommelingh wordt genoemd.
Getuigen: Leendert Philipsz en Maertje Jacobs Besanen.
Cornelis wordt door zijn moeder gemachtigd zaken af te doen bij notariële akte inventarisnummer 334 blz. 409 d.d. 25-5-1646. Hij en zijn moeder compareren dan. Getuigen zijn Gillis Mesdach en Maartje Jacobs.
Akte inventarisnummer 333 blz. 133 en 141 d.d 28-2-1645 procedeert voor zijn moeder tegen Lijsbeth Jansd Huysvrouw van Hendrik Mol, backer.
Kwestie over een gevel van een huis die uit het lood stond.
Hendrik Verdonck is getuige.
 
[ONA 167. 103/181]: 18 febr. 1636. Lijsbeth Clercx, weduwe van Balthen Verdoncq den Ouden, lakencooper, machtigt Jan van Berchem, procureur te Brouwershaven, om aldaar van de weduwe van Harman van Middelhoven 10 ponden en 6 schellingen Vlaems te innen ter zake van geleverde lakens.
[ONA 167. 173/282]: 4 okt. 1636. Elisabeth Clercx, weduwe van Balthen Verdonck, laeckencooper, machtigt Elias Jansz, laeckencooper in Brielle, om van Maerten Mantels, oom en Johan de Bruyne, voogden van de nagelaten kinderen van Andries van Houcke, laeckencooper in Brielle, betaling
te eisen van 100 gld.
[ONA 168. 164/209]: 11 nov. 1638. Cornelis Verdoncq, in gezelschap van Elisabeth Clercx, weduwe van Balthen Verdoncq, zijn moeder, grossier van wollelakenen, machtigt Symon Pietersz Siroeskercke, notaris en procureur te Goes in Zeelant, om 51 ponden en 4 schellingen te innen van Franchoys Joosten, cleermaker aldaar, wegens verkochte wollelaken.
[ONA 168. 217/286]: 13 april 1639. Elisabet Clercx, weduwe van Balthen Verdoncq den ouden, in leven grossier van laeckenen, machtigt Pieter de Clercq, haar broer, wonend te Haerlem, om met haar andere broers en zusters over te gaan tot het opnemen en sluiten van de rekening van hun broer Jaques de Clercq, die hij heeft bijgehouden van de nagelaten boedel en goederen van Paschijntgen Grispaerts, hun moeder.
 
[ONA 334. 19/45]: 17 januari 1646. Testament van Elisabeth de Clercq, wed. van Balten Verdonck, inwoonster dezer stad, ziek van lichaam, doch verstand wel hebbende enz. Benoemt tot haar universele erfgenamen het kind of de kinderen die haar zoon Cornelis Verdonck in zijn leven nalaten zal; hij is getrouwd met Margrieta Crommeling.
Dochter van Jacques de CLERCQ en Passchijntgen GRIJSPEERT (Passcintgen Griesper).
Uit dit huwelijk:
1.  Cornelis VERDONCK (zie IIIc).
2.  Balten de jongen VERDONCK (Baltus) (zie IIId).

IIIa Hendrik VERDONCK (Henrick, Heijndrijck), winkelier in wollen- en zijdelakenen, lakencooper, gedoopt circa 1597 te Rotterdam, begraven op 29-09-1652 te Rotterdam. Woonde in de Hoogstraat te Rotterdam.
 
Oud Notarieel Archief Rotterdam Inv.nr. 322, akte 130 d.d. 22-6-1634 blz.306:
Daniel van Beringen, wonende te Amsterdan, machtigt krachtens een procuratie gepasseerd op 16-5-1634, Hendrik Verdonck, zijn zwager, om alle geld zaken te regelen die in de geoctroyeerde Westindisch Compagnie ter kamer van Rotterdam en Delft verricht moeten worden.
 
In 1645 is ene Hendrick Verdonck genoemd als remonstrant die samen met enkele andere geloofsgenoten 4 huisjes koopt met erven en pakhuizen gelegen naast de brouwerij van Anthony Nijs, ten behoeve van de kerk. Dezelfde Hendrick Verdonck wordt in 1632 genoemd als een vermogend remonstrant die andermaal met geloofsgenoten een brouwerij met mouterij koopt voor fl.11.600,- om er een kerk van te maken.
Bron van het bovenstaande: "Arminianen in de Massstad. De Remonstrantse Gemeente Rotterdam" door Tj. Barnard rn E. Cossee, uitgegeven in 2008.
 
Bij notariële akte van notaris J. Verhey te Amsterdam, gedateerd 2-4-1635 wordt er een bedrag van 1.000 Vlaamse ponden naar Hendrik getransporteerd. Het komt hem aan als erfgenaam van Casper van Wickevoort en het betreft gelden geregistreerd bij de West Indische Compagnie te Rotterdam op naam van Casper van Wickevoort d´oude.
Gemeente Archief Amsterdam Notarieel Archief Inventarisnummer 791 fol.117
 
"Sepulture ofte graftboeck van de Augustijnenkerck te Dordrecht" is een in 1998 uitgegeven boek.
In dit boek wordt Hendrik Verdonck genoemd. De schrijwijze is daar Hendryjck Verdonck zijnde een dochterszoon van Wourich van Steenhuysen.
Het handelt zich hier over het graf van de familie Steenhuysen in genoemde kerk. Graf nr. 30 dat in 1621 werd aangelegd.
 
Notarieel archief Rotterdam.
27-12-1658 Cathalina, Elyzabeth, Maria en Adriana, dochters en erfgenamen van Roochus Wouricxsz van Steenhuysen, verklaren op verzoek van Hendrick Verdonck, coopman, hun neef, nagelaten zoon en erfgenaam van Davidt Verdonck en Adriana Wouricxsz van Steenhuysen, hun tante en zuster van hun vader, dat zij als erfgenamen van hun vader recht zouden hebben op de helft van een begraafplaets, zijnde en kelder en gemetseld graf met een blauwe hardstenen zerk, in de St. Augustijnenkerck, recht voor de predickstoel, te Dordrecht, afkomstig van hun grootvader Wourick van Steenhuysen, in leven burgemeester (van ´s Heerenwegen) aldaar, daarin begraven in 1530. Bij de deling van enige goederen is het gehele graf toebedeeld aan Hendrick Verdoncq. Zij verklaren voor hun helft in de scheiding volkomen te zijn voldaan
 
Oud Notarieel Archief Rotterdam, Inventarisnummer 159, akte- en bladzijdenummer 47/124, d.d. 23-4-1641.
In deze akte is van dit echtpaar een testament opgenomen. Zij benoemen elkaar over en weer tot universeel erfgenaam.
Als voogden worden aangewezen zijn neven:
Cornelis Verdoncq die gehuwd is met Margriet Crommelin en Crijn Andriesz en
haar broers Jan en Thielman van Beringen alsmede haar zwager Isaacq Soolmans die getrouwd is met Maria van Beringen

Er is een Hendrick Verdonck, geboren en gedoopt op respectievelijk 22/29-6-1625.
 
27-2-1644 Elizabeth, weduwe van Balten Verdonck, verkoopt een tuin, tuinhuis en drie erven aan de Schiekade Oostzijde. Later zou dit de buitenplaats ´Zomerhof´ worden (Bibliotheek GA Rotterdam handschriftenverzameling Inventarisnummer 2728)
 
Oud Notarieel Archief Rotterdam, Inventarisnummer 177, akte- en bladzijdenummer 9/15, d.d. 22-8-1647.
Balten Verdonck, drapier wonende te Leijden, bekent 1.000,-- schuldig te zijn aan Catharina van Steenhuysen en zijn neef Henrick Verdonck als administrateurs van de goederen van Frans en Dirck de Leeuw, die in het buitenland zijn.
 
Notarieelarchief Rottetdam
(16-1-1642) Johannes Jaspersz Troyen, j.g. geassisteerd door zijn moeder Josyna Huybrechtsdr, wonende te Dordrecht,
en zijn cousijns Heynrick Verdonck, coopman, benevens Jasper Goris, boeckvercooper te Dordrecht,
sluit een contract van huw. voorwaarden met Elysabet Gerritsdr Hommers, j.d. geassisteerd door haar oud-ooms
Gerrit Jansz scheepstimmerman en Joost Jansz, scheepstimmerman, benevens haar oom en voogd Jan Fransz, scheepstimmerman,
en haar moeye Merritgen Cornelisdr.
 
Bij akte d.d. 11-3-1641 koopt Hendrick Verdonck van Bathasar Verdonck (Verdoncq) een te Schoonderloo gelegen boomgaard met erf en recht op erfpacht met een singelgracht en rietvelden en een vrije uitgang van 5 voeten breed aan de oostzijde.
Deze eigendommen werden eerder door Bathasar verkocht aan Jan Donnijs (Domijs) een brouwer te Rotterdam.
 
Op 2-12-1623 wordt Henrick Verdonck voogd voor zijn neef Nicolaes Vogel getrouwd met Anna Wouricdr van de Waeren
, zoon van David VERDONCK (zie IIa) en Adriana Wouwerixdr van STEENHUYSE (Ariaentje Mauritsdr), poorteresse van Rotterdam.
Ondertrouwd op 16-07-1619 te Amsterdam. Zij tekenden in het ondertrouw register als Heijndrick Verdonck en Anna van Beringen. Hendrik van Rotterdam en 22 jaar. Anna 20 jaar en geassisteert door Juffrouw Maria van Wickevoort.
Op bladzijde 218 van De Wapen Heraut van 1897/1898 wordt het overlijden van Maria van Wickevoort genoemd op 11-1-1650 te 12.00 uur, out 89 jaer. Zij wordt dan aangeduid als de moeder van Thielman van Beringen.
Echtgenote is Anna van BERINGEN (Anneke), gedoopt circa 1599, overleden op 13-01-1649 om 09.00 uur te Rotterdam, begraven op 18-01-1649 te Rotterdam. Voor het familiewapen van de familie Van Beringen zie het jubileum boekje van de Stichting Genealogisch Onderzoek Verdon(c)k van 1987.
Artikel over Van Beringen in de Wapenheraut 2e bijlage in Genealogie de Marees.
Zie ook De Nederlandsche Leeuw 1979 kolom 116.
Anna is op 11-1-1624 te Amsterdam doopgetuige bij de doop van Servaes Siersma die geboren is uit het huwelijk van Goossen Sierxma en Elisabeth van Beringen
, dochter van Thielman van BERINGEN, zijdelakenkoper, poorter van Amsterdam 22-3-1603, en Maria van WICKEVOORT.
Uit dit huwelijk:
1.  David VERDONCK (zie IVa).
2.  Tielman VERDONCK (zie IVb).
3.  Maurits VERDONCK, koopman, gedoopt circa 1626 te Amsterdam. Maurits komt voor in het Poortersregister van Amsterdam op 22-10-1659 boek 2 bladzijde 347. Hij was op dat moment afkomstig van Rotterdam.
Notarieel archief Gemeentearchief Amsterdam, inventarisnummer 1891 folio 6-11 voor notaris Fr. Uijtenbogaard d.d. 4-1-1653.
 
Huybert Beens transporteert aan zijn neef Mauritz Verdonck, wonende in Lijfland, wiens vader is Hendrick Verdonck, vorderingen:
op 19 personen in Reval; 2 in Narwa en 12 in Riga
totaal Vlaamse ponden 25626.5.1
Voorts: 10 tot Gothenburg; 19 te Stockholm; 8 te Noortcappen en 2 te Abo, samen Vlaamse ponden: 23820.17.7
Beens is voldaan door Hendrick Verdonck uit Mauritz Verdoncks moederlijke middelen.
In een akte inventarisnummer 1891 folio 6-11 van dezelfde notaris d.d.4-1-1653 gaat het over soortgelijke zaken. Totaal 19 vorderingen samen circa 15.000 Vlaamse ponden.
Notariële akte d.d. 6-3-1659 Inventarisnummer 1540/15 Gemeentearchief Amsterdam, notaris Jan Volkaertsz.
Maurits Verdonck sluit een bevrachtingscontract af voor het schip "St. Marten" voor een lading zout van La Rochelle.
Maurits Verdonck genoemd in notarieel archief gemeentearchief Amsterdam Inventarisnummer 2167/1-4 van notaris Adriaen Lock d.d. 20-2-1662.
Er is sprake van een testament van Machtelt Adriaens van de Leur, een jongedochter geboren te Vlijmen in het land van Heusden, wonende op de hofstede van Maurits Verdonck in de Watergraafsmeer. Haar testament is van 14-3-1661 voor notaris Nicolaes Listingh.
Notarieel archief inventarisnummer 3174/281 voor notaris Abraham Oorthoorn d.d 16-6-1663, Maurits stelt zich borg voor Justinus Knobbe.

Ondertrouwd op 21-02-1658 te Amsterdam, gehuwd op 10-03-1658 te Amsterdam. Getrouwd in de Nieuwekerk te Amsterdam door ds. Larcsman. Echtgenote is Angenieta Alders FONTAIN (Fonteyn), dochter van Augustinus FONTEYN. Zij was weduwe van Jan Verhoeve.
Maurits was 32 jaar bij zijn trouwen, geboren Amsterdam
.
4.  Adriana VERDONCK (Maria), gedoopt (ngk) op 01-08-1628 te Rotterdam (getuige(n): Maria van Wickevoort), overleden circa 1660.
Ondertrouwd op 05-02-1655 te Rotterdam, gehuwd op 26-jarige leeftijd op 01-03-1655 te Rotterdam met Jan Harmensz van den HEUVEL, gedoopt circa 1631 te Rotterdam, overleden circa 1682 te Amsterdam. Omtrent Van den Heuvel zie ook Nederlandsche Leeuw 1966.
Jan Harmens van den Heuvel komt ook voor in de kwartierstaat van de heer Molster te Amsterdam onder het nr. 434.
 
Oudste dochter Barbara van den Heuvel trouwt Ambrosius Pool die de beschikking had over een familie bijbel.
Als één van de kinderen gedoopt wordt zijn aldaar getuige Muy Verdonck alias Fontijn. Deze namen wijzen in de richting van Maurits Verdonck broer van Adriana, Jan van den Heuvel zijn 2e vrouw.
 
Van den Heuvel woonde aan de Lombertstraat en in 1654 op het Waalseiland te Amsterdam.
 
Kinderen gedoopt in de Remonstrantse kerk:
Harmen 19-10-1656(301-67); Anna 9-12-1658(301-74); Maria 1-2-1661(301-80) en Hendrik 3-7-1663(301-88).
{Hij was eerder gehuwd op 08-08-1649 te Rotterdam met Baertgen CLAESSEN, overleden op 07-06-1654 te Rotterdam. Uit dit huwelijk zijn twee kinderen geboren. Hij is later ondertrouwd op 19-05-1666 te Amsterdam, gehuwd op 21-05-1666 te Amsterdam met Johanna HASSELAERS (Jannetje), geboren circa 1631, overleden na 1680. Het wapen van de familie van Hasselaer is afgebeeld in ´Stam- en Wapenboeken van aanzienlijke Nederlandse familiën´ met genealogische aantekeningen, door A.A. Vorsteman van Oijen.
Johanna is familie van de bekende Kenau Hasselaar die in 1572 te Haarlem aan het hoofd stond van 300 vrouwen die met succes strijd voerden tegen de Spanjaarden.
Bij dit huwelijk komt de aantekening voor, weduwnaar van Adriana Verdonck. Misschien is Adriana en Maria door elkaar gebruikt. Of trouwde hij met beide. Een huwelijk met Maria is nog niet gevonden. Drie kinderen uit dit huwelijk.}
5.  Heinderick VERDONCK, gedoopt (ngk) op 02-04-1632 te Rotterdam (getuige(n): Maria van Wickevoort). Doopgetuige 1652 en 1655 bij kinderen van broer Tielman.
6.  Johannes VERDONCK, gedoopt (ngk) op 08-10-1634 te Rotterdam (getuige(n): Maria van Wickevoort).
7.  Pieter VERDONCK (zie IVc).

IIIb Balten VERDONCK, begraven op 14-04-1704 te Rotterdam. Begraven Nieuwekerk, woonde Wijnhaven, was weduwnaar ( niet vermeld van wie). Vermoedelijk zijn het twee kinderen van deze Balten die voorkomen in het begraafboek van Rotterdam:
1. kind van Balten, wonende in de Kipstraat, begraven 26-12-1649, volgnummer of nummer van inschrijven 333.
2. kind van Balthen Verdonck, wonende Zevenhuisjes begraven 9-4-1656, volgnummer of nummer van inschrijven 439.
Zoon van Pieter VERDONCK (zie IIb) en Aeltje Hendriksdr van VOLLENHOVE (Aaltgen Heyndricks).
Ondertrouwd (1) op 06-04-1646 te Rotterdam, gehuwd op 22-04-1646 te Rotterdam met Jannetje LIEVENS, begraven op 06-01-1647 te Rotterdam. Bij huwelijk is Balten een jongeman van Rotterdam en Jannetie een jongedochter van Roterdam.
Ondertrouwd (2) op 10-01-1658 te Rotterdam, gehuwd op 27-01-1658 te Rotterdam met Metge Claes van WIJCK (Mettje Claesse), begraven op 01-03-1696 te Delfshaven, dochter van Claes van WIJCK. Balten weduwnaar van Jannetie Lievens en Metge jongedochter van Wijck te Duurstede, wonende te Rotterdam.
Uit het tweede huwelijk:
1.  Aeltje VERDONCK, gedoopt (ngk) op 11-01-1660 te Rotterdam (getuige(n): Marijtje Stock en Aeltje Claes). Ouder ingeschreven bij deze doop als Balten Verdonck en Metje Claes. Begraven op 12-01-1725 te Rotterdam op 65-jarige leeftijd.
Ondertrouwd op 30-01-1684 te Rotterdam, gehuwd voor de kerk op 24-jarige leeftijd op 14-02-1684 te Rotterdam (ngk) met Dirck ALBLAS. Bij huwelijk is Dirck een jongeman van Rotterdam en Aeltje ( ook Aletta) een jongedochter van Rotterdam wonende in de Hoogstraat.

IIIc Cornelis VERDONCK, koopman, geboren te Rotterdam, begraven op 04-11-1668 te Rotterdam. Woonde in 1662 te Rotterdam en op 5-10-1666 achter het gasthuis te Delft.
 
Op 7-12-1662 genoemd in Rechterlijk archief van Haarlem in relatie tot de familie Crommeling. Deze akte, folio 270, tekende Cornelis Verdoncq.
 
29-12-1638 een verklaring van Jacques de Clercq, koopman te Haarlem, over de verkoop van tulpen en tulpenbollen aan Cornelis Verdonk, koopman te Rotterdam. (GAH NA 168.180vs).
 
Genoemd in ONA Inventarisnummer 692 blz. 123 en 126. Balthasar genoemd als coopman met zijn broer Cornelis eveneens koopman.
In een dossier Crommeling (CBvG) als kinderen Verdonck genoemd dat er twee kinderen zijn die trouwden met Van Leeuwen en Voskamp. Geen nadere info gegeven.
 
Cornelis komt in vele andere notariële akten voor. Veelal over aangelegenheden in zijn hoedanigheid als koopman.
In een akte gedateerd 15-7-1645 doet hij zaken met een koopman in Parijs.
 
Oud Notarieel Archief Rotterdam, Inv.nr. 308, d.d. 13-2-1646, Akte nr. 155 blz. 220. Cornelis Verdonck en Reijer Jans Swart genoemd als reders van het schip St. Andries, waarop schipper is geweest Jan Willems den ouden en nu zijn zoon Willem Jansz, machtigen Gillis Jacobsz Misdach, mede reder van genoemd schip dat uit Schotland is gekomen om naar Holland te varen maar door Duinkerkers bij Oostende is gekaapt en door hen aldaar is teruggekocht volgens orders van moniseur Dussery.
 
Handschriften, Gemeentearchief Rotterdam d.d. 1-6-1646, Inventarisnummer 8022. Cornelis Verdoncq, in opdracht van Elisabet de Clercq, weduwe van Balten Verdonck, draagt over aan Krijn Vrancken van Dijk, een bakker, een erf of tuin achter de ramen aan de Schiekade, oostzijde.
 
Met een akte d.d. 6-11-1660 draagt Cornelis Verdonk een tuinte over aan Eeuwout Prins. Het tuintje was gelegen aan de Schiekade, oostzijde, te Rotterdam. Inv. Cool Stadsprotocol 10)
 
Op 6-8-1665 doet Cornelia een vordering van fl. 829 gulden, 6 stuivers en 8 penningen bij Aernout Jacobsz Routgaert voor geleverde haring, vis en cruydenierswaren. Hij doet die vordering namens Elisabeth Crijnen Verhaven, weduwe van Adriaen Willems van Swieten.
 
In het gemeente archief van Haarlem berust een collectie Kool, die ook op microfiche aanwezig is op het (CBvG) te ´s-Gravenhage.
Het betreft aantekeningen uit de archieven van de doopsgezinden te Haarlem.
De familie Crommeling wordt daarin vele malen genoemd en als echtgenote van een Crommeling komt Cornelis daar derhalve ook veel in voor. Ondermeer in: 1638; 1643; 1646; 1657; 1667 in deze akte blijkt er ook een P. Crommeling gehuwd te zijn met Maria Halma, mogelijk dus familie van de vrouw van Balten die in Malakka werd begraven.
Zoon van Balthasar den ouden VERDONCK (Balten) (zie IIc) en Elysabeth de CLERCQ (Lijsbeth).
Ondertrouwd op 04-07-1638 te Haarlem, gehuwd op 06-07-1638 te Haarlem, gehuwd voor de kerk op 04-07-1638 te Haarlem (NGK) met Margaretha (Grietje) CROMMELINGH (Marggriet Crommelin en Grietgen Joosten), geboren circa 1609 te Haarlem, overleden op 19-04-1676 te Delft, begraven op 25-04-1676 te Delft. De naam Crommelin wordt reeds in 1133 genoemd. In 1303 komt de naam voor in Gent. Het was een doopsgezinde familie. Margriet, de achtste van negen kinderen, haar vader vestigde zich omstreeks 1593 te Haarlem alwaar haar vader in 1638 in het Haarlemmermeer is verdronken.
 
Genealogie Crommelin in het Nederlands Patriciaat nummer 80 (1997) vangt aan met Aramand Crommelinck gehuwd met Susanne de Wale. Margriet of Margaretha komt voor op blz. 111.
Ook zou de familie Crommelin opgenomen zijn in ´Nederlandsche Familie Archief´bewerkt door J.H. van Scheffen.
 
Margriet was het 8e en laatste kind van Joos Crommeling
Op den lesten maert 1646 werd er testament gemaakt.
Als voogden zijn genoemd: Hendrick Verdonck en Louwens Jacobs
Zij had een broer te Haarlem.
Zij ging circa 1698 naar Delft
 
Er bestaat een relatie - zie elders in deze genealogie - van de familie Crommeling met die van Wickevoort.
Het familiewapen van de beide families, met beschrijving, is afgedrukt in het jaarboek 1998 van het Centraal Bureau voor genealogie, blz. 258.
De wapens zijn bij genoemd bureau geregistreerd in het Wapenregister onder nr. 714.
Er is ook een website: www.commelin.nl
 
Op 19-2-1678 wordt er door Jan Huijgen van der Linde, wonende te Schiedam, in zijn hoedanigheid van executeur van het testament van Margreta Cromlingh, uitvoering gegeven aan het op 10-4-1676 opgemaakte testament>
Zoon Jacques Verdonck is mede executeur en hij mag een hoeve met land te Heusden, onder de jurisdictie van de dorpen Wijck en Veen, verkopen. Dit gebeurde met schriftelijke instemming van zijn broer Balthasar Verdonck.
Dochter van Joost CROMMELIN (Josse Crommelinck en Crommeling), lakenkoper, en Johanna RUYSHOUT (Janneke Ruysschout). Bij huwelijk hij van Rotterdam en zij van Haarlem.
Begraven 23-1-1650 kind van Cornelis Verdonck wonende aan de Hoogstraat te Rotterdam.
Cornelis wordt in een akte van 28-12-1638 genoemd als mede-erfgenaam van Joost Crommelingh de oude, aangaande de verkoop van een huis met erf op de Oude Gracht bij het Klein Heiligland te Haarlem.
De prijs bedraagt f.1.500,-- en koper is de Jonckheer Pouwels Pouwelszn.
Inventarisnummer TP 76.58, folio 189 en 190 Archief Gemeente Haarlem.
{Zij was ook ooit gehuwd met Pieter Joosten BOGAERT.}
Uit dit huwelijk:
1.  Balten VERDONCK (Balthazar), gedoopt 1658. Oud Notarieel Archief Schiedam. Inv.nr. 780 blz. 667:
Bathasar Verdonck, zoon van Margreta Crommelingh zaliger, executeur-testamentair, wonende te Schiedam, machtiging 19-2-1768.
 
In een register van de Doopsgezinde gemeente nummer 81, 1658, komt de aantekening voor "Balte Verdonck soon van Cornelis Verdonck is hier door den uyterlijken waterdoop ingelijft".

Ondertrouwd op 24-02-1680 te Delft. Balthazar is een j.m. van Rotterdam en woont in Delft. Jannetje is een j.d. van Rotterdam en woont in Schiedam. Gehuwd voor de kerk op 10-03-1680 te Delft. Attestatie van Rotterdam met Jannetje Davidts van der ZEE (Jannetje Davidts). ONA Schiedam Inv.nr. en Pag. 780-811 en 867 d.d. 30-10-1679, samengevat is vermeld.
Dirck Pieterse Post bouwman te Kethel-Schiedam en Gerrit Corneliszn Luchtigheijt gehuwd met Neeltje Pieters Post wonende te Schiedam, leggen een verklaring af op verzoek van Jannitje Davids, jongedochter, die geassiteert wordt door Neeltje Cornelis van Buijren, haar moeder, wonende te Schiedam en weduwe van Joris Pieterse Post dat zij met, matermonieel op jegens Balthasar Verdonck, meerderjarige jongeman wonende te Delft op vastenavond 1678 gegeten hebben bij Neeltje van Buijren voornoemd verschillende malen gehoord hebben dat Balthasar Verdonck Neeltje van Buijren aansprak met toekomende moeder en met zeer grote genegenheid sprak over Jannetje Davidts voornoemd.
Notaris Bogaerdt, procureur, wordt gemachtigd om haar zaak tegen Balthasar Verdonck te behartigen. Balthasar woonde eerder te Schiedam maar nu op 5-5-1679 te Delft. Jannetje haar naam werd in één van de akten ook geschreven als Jannetje Davidts van der Zee wonende te Schiedam.
Aantekening van mijn kant.
Een jaar later werd het huwelijk te Delft voltrokken tussen die twee. Van nageslacht is mij tot heden niet gebleken.
Dochter van Joris Pieterssen POST en Neeltje Cornelis van BUIJREN.
2.  Adriaan VERDONCK. Testament 16-4-1673 te Delft. Inventarisnummer 2108/483 fiche 7711.
Adriaan genoemd als jongeman wonende aan de Westerslootsepoort binnen de stad Delft, zijnde erfgenaam van de eerbare Juffrouw Margreta Crommelingh, weduwe van Cornelis Verdonck, zijn moeder.
Hij tekende als Adriaen Verdonck.

Gehuwd met Kaynys VOS. Er zijn aanwijzingen dat hij trouwde met de genoemde Kanys Vos, maar het kan ook Van Leurven geweest zijn. Zie ook het gestelde bij zijn broer Balten.
3.  Jacques VERDONCK. Vermeld in 1678
Notarieel archief Schiedam Invnr. 780 blz. 667. Samenvatting; Jacques Verdonck zoon van Margreta Crommelingh zaliger, executeur testamentait is Jan Huijgen van der Linden, Jacques woont in Schiedam en verleend machtiging d.d.19-2-1678
.

IIId Balten de jongen VERDONCK (Baltus), Coopman.In 1633 nam hij de zaak in laeckenen van zijn moeder over. Overleden vóór 1639. Oud Notarieel Archief(ONA) Rotterdam inventarisnr. 156 bladzijde 88. Genoemd is:
Balten Verdoncq de jonge, coopman binnen deze stad als ouderling van de kerk. Akte van 1629
In 1633 procedeert de jonge Balten voor zijn moeder Elisabeth de Clerck weduwe van Balten Verdonk bij de notaris te Goes. Akte 3-9-1633 Inventaris Lasonder 2060/225.
 
Uit Notarieel Archief Rotterdam inventarisnummer 102 bladzijde 49 akte d.d. 25-5-1620.Balten verleend machtiging aan de notaris te Brouwershaven om voor hem een schuld te innen.
 
Notarieel Archief akte- en inventarisnummer 102-50 d.d. 23-6-1620.
Balten geeft machtiging aan Jacques de Vos procureur om een schuld te innen van een bierstoker te Hamstede.
 
Zo zijn er meer akten in 1620 en 1621. Balten wordt dan ook wel aangeduid als eersame burger en poorter van deze stad.
 
Hij werd op 18-8-1620 door Jaques de Clercq, coopman te Amsterdam, gemachtigd voor hem op te treden in zaken van goederen die in Vlaenderen zijn opgeslagen.
 
Oud notarieel archief 157 41/95 d.d. 3-2-1634, gem. archief Rotterdam.
Balten Verdoncq, aanstaande bruidegom, vergezeld van zijn moeder Elisabeth de Clercq, weduwe van Balten Verdoncq sr. en zijn voogd Hendrick Verdoncq en Elisabeth Bosschers aanstaande bruid vergezeld van haar moeder Maertgen Adriaens en Pieter Adriaensz van Blenckvliet, haar schoonvader maken een contract van huwelijksen voorwaarden.
Testament opgemaakt in het huis van Elisabeth de Clercq gelegen aan de zuidzijde van de Hoochstraat genaamd "Het land van Beloften."
 
Van deze woning is elders (ONA 156 ) geschreven:"In de gevel beelden van Josua en Caleb met een trosdryff in hout gesneden."
 
In 1635 wordt hij eveneens genoemd in relatie tot Jaques de Clercg, doch nu in het archief van de doopsgezinde gemeente te Haarlem. Inventarisnummer 133, d.d. 6-9-1635 folio 446 verso, genoemd in de Collectie Cool, gemeentearchief Haarlem.
 
9-9-1638 Balten zijn vrouw koopt een boomgaard, gelegen buiten het Hofpoortje, van Clementia en Willem van Muilwijck.(NA 133.446vs)
 
, zoon van Balthasar den ouden VERDONCK (Balten) (zie IIc) en Elysabeth de CLERCQ (Lijsbeth).
Gehuwd op 14-02-1634 te Rotterdam met Lijsbeth Jansdr BOSSCHAERS (Elisabeth Bosschers), overleden op 10-01-1650 te Dordrecht. Elisabeth ondertekende een akte ( hun testament ) d.d. 3-2-1634 met "Elysabeth Bosgers"
 
Oud Notarieel Archief Rotterdam, Inventarisnummer 157, akte- en bladzijdenummer 54/117 d.d. 17-5-1634. Elisabeth Jansdr Bosscher, huisvrouw van Balthen Verdonck legateert de Armen van de Mennonytschen Gemeynten bijgenaamd de Vereenigde Vlamingen, de som van 200 gulden.
 
Verder legateert zij de broer van haar man, Cornelis Verdoncq. Tot erfgenamen bemoemt zij de kinderen van haar moeder Maertgem Adriaensdr, huisvrouw van Pieter Adriaensz van Blenckvliet.
 
Op 27-8-1635 Invnr 158, wordt bovengenoemd testament herroepen. Zij testateren op de langstlevende. Zij wonen dan in het huis op de Hoogstraet te Rotterdam genaamd ´Het Landt van Belofte´.
Dochter van Jan BOSSCHAERS en Maertgen Adriaansdr. Balten bij huwelijk jongeman em Elisabeth jongedochter, beiden van Rotterdam. {Zij is later gehuwd op 26-04-1639 te Rotterdam. Huwelijk voor schepenen. Echtgenoot is Claes Cornelisz WANDERS FLES (Nicolaes i.p.v. Claes), azijnmaker, koopman in granen. Geboren circa 1612, overleden op 13-11-1663 te Dordrecht. Was diaken bij de doopsgezinde gemeente te Dordrecht,
Genealogische informatie uit Parenteel Ned. Leeuw 1983 bldz. 489 en 499.
Woonde in Dordrecht in het huis " De Asijnfles " in de Voorstraat hoek Grote Spuistraat.
Zoon van Cornelis Jansz (´t Geusje), kuiper te Dordrecht, en Adriaantje WILLEMSDR. Maria van der Fles, een dochter van dit echtpaar, trouwde met Joost Outerman.
Oud Notarieel Archief Inventarisnr. 101 blz. 591vs.
Joost Outerman en Jaques Verdonck worden genoemd als zwagers en samen erfgenamen van Nicolaes Cornelis van der Fles.
}
Uit dit huwelijk:
1.  Jacques VERDONCK (zie IVd).

IVa David VERDONCK, koopman/lakenkoper, gedoopt (ngk) op 05-01-1621 te Amsterdam (getuige(n): Isaac Soolman die getrouwd was met Maria van Beringen). Gedoopt in de Nieuwekerk, begraven op 02-03-1671 te Amsterdam op 50-jarige leeftijd. Begraven in de Oudekerk. Vermoedelijk was het niet zo lang na de huwelijksvoltrekking met Agenieta dat zij samen op reis gingen richting Malakka. Misschien was het wel een huwelijksreis.
Immers, tegen de buitengevel van de in 1521 door de Portugezen te Malakka gebouwde St. Pauls kerk is een grafzerk geplaatst waaruit blijkt dat David zijn vrouw aldaar in 1652 is begraven.
Genoemde kerk werd van 1641 tot 1753 door Nederlanders gebruikt. Er staan 28 grafstenen tegen de kerkmuren. De op de grafsteen vermelde leeftijd van 20 jaar zal volgens ons 29 jaar moeten zijn.
 
David is vermeld in 1648 als onderkoopman te Makassar en in 1652 koopman en opperhoofd te Arracan
In het Oud Notarieel Archief van Rotterdam d.d. 12.12.1653 Inv.nr. 324, akte 93 blz. 163 is David Verdonck genoemd in relatie tot het fluijtschip de Witte Valck. Hij tekende in 1647 een contract bij de bewindvoerders van de Oostindischecompagnie. Dat vond plaats in Casteel Batavia. Het behelsde een financiële afwikkeling van fl 522,--.
 
In Pretoria, Zuid-Afrika, namen wij kennis van het dagboek van Jan van Riebeek. Wij lazen daarin dat koopman David Verdonck op 3-7-1655 op fort de Goede Hoop te Kaapstad, in zijn kwaliteit van opperhoofd van het schip ´ Prins te Paert´ een klacht indiende tegen de bootsman: ´Die dag een klag in teen hom. Hij kry egter geen straf behalve dat hy maande soldy verbeur wat hij egter sal terugkry as hy geen verdere moeilijkhede veroorsaak op die skip nie´.
Uit nader onderzoek bleek ons dat het hier gaat om het schip ´Jonge Prins te Paard.´ Een jacht met 170 opvarenden. Op 30-5-1654 vertrokken van de rede van Vlie. Op 18-3-1655 te Batavia aangekomen. Vandaar weer vertrokken op 1-4-1655 met 95 opvarenden. Op 24-6-1655 te Kaapstad aangekomen en vandaar vertrokken op 5-7-1655. Aankomst op Texel op 26-9-1655.
David zal dit jacht dus gebruikt hebben voor de thuisvaart.
 
Over het bovenstaande is door ons geschreven in ons losbladig boekwerk "Genealogie van de geslachten Verdon(c)k", in het hoofdstuk Geschiedenis (2) bladzijde 35,37 en 38.
 
David woonde in 1656 te Oppert in Rotterdam.
Op 8-12-1656 sluit hij een samenwerking af met Jan Wijs. Deze overeenkomst werd opgemaakt door notaris J.v.d. Ven te Amsterdam. Gemeente Archief Amsterdam Notarieelarchief Inventarisnummer 1119/290-291vs
, zoon van Hendrik VERDONCK (Henrick, Heijndrijck) (zie IIIa) en Anna van BERINGEN (Anneke).
Gehuwd (1) circa 1650 met Angeniete Robberts ALMA (Anganeta), geboren circa 1625, overleden op 06-02-1654 te Malakka, 29 jaar bij overlijden.
Foto van de grafzerk in bezit. Dhr. Cees Tromp vond bij deze grafzerk een
bordje waarop een transcriptie van het opschrift van de grafzerk met als datum van overlijden 6 februari 1654.

Ondertrouwd (2) op 12-06-1656 te Amsterdam, 18-6-1656 trouw aangegeven te Rotterdam. Bron Gerformeerd trouwboek. Gehuwd voor de kerk op 35-jarige leeftijd op 01-07-1656 te Amsterdam met Cornelia SOOLMANS, 33 jaar oud, gedoopt (ndg) op 09-10-1622 te Amsterdam. Gedoopt in de Nieuwekerk te Amsterdam, begraven op 02-02-1683 te Amsterdam op 60-jarige leeftijd. Begraven in de Oudekerk. Cornelia is een volle nicht van Anna van Beringen, zijnde Davids moeder. Anna van Beringen, Davids moeder en de moeder van Cornelia, Maria van Beringen zijn zusters.
De familie Soolmans is een Amsterdamse familie.
Dochter van Isaack SOOLMANS (Solmans, Sollemans) en Maria van BERINGEN. Cornelia Soolmans was een volle nicht van David. Dit was in het trouwboek aangetekend.
Zie hiervoor ook De Wapen Herout 1897/1898 bldz. 183,
.
Uit het tweede huwelijk:
1.  Anna Maria VERDONCK, geboren op 04-10-1659 te Amsterdam, gedoopt (ngk) op 05-10-1659 te Amsterdam. Gedoopt in de Oude Zijds Kapel te Amsterdam. Overleden op 21-02-1712 te Amsterdam op 52-jarige leeftijd, begraven op 29-02-1712 te Amsterdam. Begraven in de Westerkerk te Amsterdam. Het wapen dat Anna Maria voerde is afgebeeld in het Jubileumboekje van de Stichting Genealogisch Onderzoek Verdon(c)k. Het is afgebeeld op bladzijde 49 en toegelicht op bladzijde 48.
Het wapen is in kleur afgebeeld op voor en achterzijde van genoemd jubileumboekje.
Wij troffen het wapen aan in het wapenboek ´Schulerus´, deel 3 bladzijde, 448 nr. 734 A28, in de bibliotheek van de Technische Hoogeschool te Delft.
Bewind opgedragen aan ds. Isaac Verdonk en ds. David de Graaf.
Bron. Oud Notarieel Archief ( ONA ) Rotterdam Inventarisnummer 1929 bladzijde 26 d.d. 22-4-1716.

Ondertrouwd op 15-06-1680 te Amsterdam, gehuwd voor de kerk op 20-jarige leeftijd op 02-07-1680 te Amsterdam (ngk) (getuige(n): Antony van Lesteringen getuige voor David en Cornelia Soleman de moeder van de bruid.) met David le COMTE (de GRAAF), 34 jaar oud, koopman, geboren op 21-02-1646 te Amsterdam, gedoopt op 22-02-1646 te Amsterdam. Gedoopt in de Walenkerk te Amsterdam. Overleden op 17-11-1712 te Amsterdam op 66-jarige leeftijd, begraven op 24-11-1712 te Amsterdam. Begraven in de Westerkerk te Amsterdam. Werd op 22-1-1682 poorter van Amsterdam. (Register 5 bladzijde 144)
Het familiewapen van de familie De Graaf komt voor in ´Stam- en Wapenboeken van aanzienlijke Nederlandse familiën´ met genealogische aantekeningen, door A.A. Vorsteman van Oyen.Deel I 322 en 307.
Zie ook Nederlands Patriciaat 1918 bladzijde 133.
Zoon van Paul le COMTE (de GRAAF) en Jeanne FONTAINE. David woonde bij zijn trouwen aan de Warmoesstraat. Zijn ouders waren toen reeds overleden. Anne Marie woonde op de Zingel te Amsterdam.
Uit dit huwelijk in de Nederduits Gereformeerde kerk, Nieuwezijds Kapel, gedoopt te Amsterdam:
David 6-8-1681
Isaack 25-8-1683
Jean Baptista 7-10-1685
Martinus Jacobus 9-1-1689 en
Mauritius 28-6-1693
Deze zoons veranderden hun naam in De Graaf. Martinus Jacobus de Graaf was de betovergrootvader van ds. N.H. de Graaf die trouwde met Johanna Elisabeth Pierson wier moeder een dochter was van het echtpaar Oyens de Marez van Zuylen.

2.  Isaac VERDONCK, predikant, gedoopt (ngk) op 19-03-1662 te Amsterdam. Gedoopt in de Nieuwekerk te Amsterdam. Overleden op 16-01-1739 te Ransdorp op 76-jarige leeftijd, begraven op 21-01-1739 te Ransdorp. Lijkrede werd gehouden door ds. H.ter Schuur, prediaknt te Zuiderwolde naar aanleiding van Psalm G III; 15 en 16.
Op 21-8-1690 werd Isaachus Verdonck bij de Leidsche Academie als student ingeschreven met het bijschrift: Amstelodamensis 24 Theol. Aldus is vermeld in het album Studiosorium der Leidse Academie. In 1698 arriveerde hij als proponent te Durgerdam ( classis Edam ) In 1718 was hij aldaar predikant.
Zijn tractement was fl 600,-- per jaar.

Ondertrouwd op 21-07-1713 te Amsterdam, gehuwd voor de kerk op 51-jarige leeftijd op 08-08-1713 te Ransdorp (getuige(n): Godefricus Begaard.). Bij akte van Amsterdam, d.d.7-8-1713 werd toestemming verleend om te Durgerdam te mogen trouwen.
Isaacs ouders waren reeds overleden.
Echtgenote is Martina VERDONK (Mettie), 24 jaar oud, gedoopt op 04-08-1689 te Amsterdam (getuige(n): Martinus Heft en Sara Cornelis). Gedoopt in de Oude kerk. Begraven op 30-06-1756 te Amsterdam op 66-jarige leeftijd. Begraven op het Eiland kerkhof. Mettie genoemd in de Nederlandsche Leeuw 1919.
Haar genealogie is vermeld in een genealogie te Amsterdam.
Dochter van Abraham Cornelisz VERDONK, garenwinder, en Niesje Klaasdr BLOM. Uit dit huwelijk zijn geen kinderen geboren. {Zij is later gehuwd voor de kerk op 50-jarige leeftijd op 27-11-1739 te Ransdorp met Hendrik Govers van MEPPELT. Zij woonden op 9-7-1744 Warmoesstraat 149 te Amsterdam maar bij haar 2e huwelijk woonde ze op den Amstel te Amsterdam.
Hendrik was weduwnaar van Jacoba Dulleman, Hij woonde op de Haarlemmerdijk te Amsterdam.
}

IVb Tielman VERDONCK, loodwit fabrikant, gedoopt (ndg) op 23-01-1623 te Amsterdam (getuige(n): Maria van Beringen gehuwd met Isaac Soolman). Gedoopt in de Nieuwekerk te Amsterdam. Een andere bron vermeld: openlijk Remonstrantsgedoopt. Begraven op 08-03-1689 te Rotterdam op 66-jarige leeftijd. In het Roterdams Jaarboek 1934 bladzijde 72 is geschreven over Tielman Verdonck.
In de Nederlandsche Leeuw van 1966 kolom 244 is gepubliceerd over het geslacht Van Driel. In deze publicatie komen Tielman en zijn vrouw ook voor met een verwijzing naar het Rechterlijkarchief van Poortugaal nr. 1 d.d. 13-10-1651.
Hij was eigenaar van een loodwitmakerij met de naam ´De Plomp´ met een daarbij gelegen azijnplaats genaamd ´De Kuypers Baars´ beiden gelegen aan de Binnenweg op de hoek van de Waschbleeklaan.
In 1795 werden beide gebouwen verkocht voor f.7.000,- gulden.
De inventaris bracht f.3000,- gulden op.
Tielman werkte samen met zijn zwager Jan Jansz van den Heuvel en na diens overlijden met zijn aangehuwde neef Jan van den Heuvel jr. en diens zwager Johan de Wijs, een schepen van Schiedam.
Oudnotarieelarchief Rotterdam Inventarisnummer 690 bladzijde 79 van 1658, Thielman is borg voor Joh. van den Heuvel.
Oudnotarieelarchief, inventarisnummer 689 bladzijde 90 van 1658, Thielman genoemd als voogd.
Na het overlijden van Tielman werd zijn zoon Jan in de firma opgenomen doch die vestigde zich eind 17e eeuw als loodwit- en azijnfabrikant in de buurt van Londen.
Oudnotarieelarchief te Schiedam Inv.nr.784 blz. 29, d.d.1-5-1677. Tielman Verdonck geeft een akte van insinuatie af als voogd over Jan en Emmetje van den Heuvel, kinderen en erfgenamen van Jan Janszn van den Heuvel, zaliger en Hendrickge ´s-Gravenhage, aan Johan de Wijs, oud kapitein, wonende te Schiedam en gehuwd met Emmetge van den Heuvel voornoemd, zijn neef, wegens het niet doen van rekening van ontvangst en uitgaaf en scheiding doen van de boedel van Jan Jansz van de Heuvel, zaliger, voornoemd, waartegen deze protesteert.
Tielman was de voogd van Emmetge van den Heuvel.
Zoon van Hendrik VERDONCK (Henrick, Heijndrijck) (zie IIIa) en Anna van BERINGEN (Anneke).
Ondertrouwd op 02-05-1645 te Rotterdam, gehuwd op 22-jarige leeftijd op 21-05-1645 te Rotterdam met Jannetje Jansdr van den HEUVEL (Annetje Jans), geboren circa 1615, gedoopt (Remonstrant) op 03-04-1654 te Rotterdam. Remonstrants gedoopt derhalve geen relatie doopdatum met geboortedatum. Was op 39 jarige leeftijd huwelijks getuige bij haar broer Herman Jansen die op 3-4-1654 trouwde.
Zie ook Nederlandsche Leeuw 1919 en 1966 en Rotterdamse Jaarboek 1934 De namen van haar ouders zijn door ons afgeleid van Rechterlijk archief Poortugal nr. 1 d.d. 13-10-1651.
Geschreven wordt over de erfgenamen van Emmetje Doenen van Driel weduwe van Jan Harmens van Heuvel.
Erfgenamen:
Jan Jansz van Heuvel en Tielman Verdoncq getrouwd met Jannetgen Jans van den Heuvel, tesamen 2/3 transporteren aan Bastiaen Diricks van Driel schout van Hoochvliet.
Gemeentearchief Rotterdam. Inventarisnr. 8060 akte d.d. 28-5-1701. Akte van overdracht door Johan Schulperoort, medisch doctor te Rotterdam, in opdracht van Jannetje van den Heuvel weduwe van Tielman Verdonk, een tuin met tuinhuis en kookhuis in het Zwaanshals, alsmede een schuit met gereedschappen aan Wilhelmus Hovius, praeceptor in de Latijnse School te Rotterdam
, dochter van Jan Harmansz van den HEUVEL, korenkoopman, en Emmetje Doene van DRIEL. Bij huwelijk was Tielman een jongeman van Rotterdam en Jannetie een jongedochter eveneens van Rotterdam.
Uit dit huwelijk:
1.  Hendrick VERDONCK (zie V).
2.  Anna VERDONCK, gedoopt (Rem.) op 03-04-1654 te Rotterdam (getuige(n): Herman Jansen van de Heuvel). Haar moeder genoemd als 39 jarige Jannetje van den Heuvel huisvrouw van Tielman Verdonck. Begraven op 01-08-1709 te Rotterdam op 55-jarige leeftijd. In begraafboek is aangetekend:
Weduwe van Aert van Warde wonende Oppert. Er werd f.6,-- betaald en er was één meerderjarig kind.

Ondertrouwd op 04-04-1671 te Rotterdam, gehuwd op 17-jarige leeftijd op 19-04-1671 te Rotterdam met Arent van WAERDEN. In een genealogie Schilperoort, wordt zijn naam geschreven: Aert van Woerden,
Een dochter van dit echtpaar: Emmerentia van Woerden, gedoopt 7-8-1672 (ngk) Rotterdam, trouwt op 23-4-1696 op het stadhuis te Rotterdam met Dr. Jan Schilperoort gedoopt in Delfshaven op 12-5-1647. Hij was poorter en mr.chirurgijn te Rotterdam.
Uit dit huwelijk werden vier kinderen Remonstrants gedoopt te Rotterdam. De oudste werd gedoopt Tieleman Schilperoort
. Arent kwam van Utrecht en woonde te Rotterdam. Hij was weduwnaar van Maria Schut. Anna was een jongedochter van Rotterdam.
3.  Emmetje VERDONCK (Emmerentia), gedoopt (rem.) op 11-05-1655 te Rotterdam (getuige(n): Hillegont Simons en Hendrick Verdonck).
Ondertrouwd op 24-11-1679 te Rotterdam, gehuwd op 24-jarige leeftijd op 10-12-1679 te Rotterdam met Mr Theophilus NARANUS, advocaat. Theophilus was weduwnaar van Magdalena Cruyts.
4.  Johannes VERDONCK, loodwit en azijn fabrikant, gedoopt (rem.) op 03-01-1658 te Rotterdam (getuige(n): Jan van den Heuvel en Hendricka Goossens). Johannes vestigde zich als loodwit- en azijnfabrikant in de omgeving van Londen.
Zie protocol J. de Clou 5-5-1699 Inventarisnummer 1470 Gemeente Archief Rotterdam.


IVc Pieter VERDONCK, droogscheerder, gedoopt (ngk) op 02-02-1638 te Rotterdam (getuige(n): Janneke Huybrechts). Als ouders genoemd: Hendrick Verdonck en Anneke Bering, begraven op 19-09-1669 te Rotterdam op 31-jarige leeftijd. Woonde bij overlijden in de Lommerstraat. Bij huwelijk jongeman wonende op de Beurs te Rotterdam.
Zij jongedochter wonende op zelfde aanduiding als haar man. Zij had attestatie van Wesep gedateerd 23-7-1656.
Weeskamer Rotterdam, periode 1650-1670) inventarisnummer 550 en 542/1670 genoemd is Pieter Verdonck droogscheerder, zijn weduwe Jannetje van den Toorn.
In mijn bezit is een aantekening dat deze Pieter schepen in Zaandam geweest zou zijn. Iedere bron hierover ontbreekt (nog).
Inventaris van al zijn goederen fiche 458/702 d.d. 20-9-1670. In deze akte eveneens genoemd als zijn vrouw Jannetje van den Toorn.
Inventaris opgemaakt ter presentie van:
Balten Verdonck, een droogscheerder en Jaques Cornelis Verdonck. Er wordt in de akte geen bedrag genoemd waarmee de waarde van de inventaris wordt aangegeven. Wel komen in de opsomming voor: tin- en koperwerk; goud- en silverwerk. 9 boekjes van verschillende auteurs. Timmerwerk een bijl en een hakmes. Uiteraard ook kleding.
Zoon van Hendrik VERDONCK (Henrick, Heijndrijck) (zie IIIa) en Anna van BERINGEN (Anneke).
Ondertrouwd op 09-07-1656 te Rotterdam. Ondertrouw in trouwboek van de Nederduits Gereformeerde kerk.(ngk), gehuwd voor de kerk op 18-jarige leeftijd op 23-07-1656 te Rotterdam. Attestatie van Wesep met Jannetje LAMBRECHTS (van der TOORN) (Jannetje Lamberts van der Toorn).
Uit dit huwelijk:
1.  Pieter VERDONCK, gedoopt (ngk) op 23-05-1657 te Rotterdam (getuige(n): geen genoemd).
2.  Susanna VERDONCK, gedoopt (ngk) op 03-06-1659 te Rotterdam (getuige(n): Susanna Jaspers).
Ondertrouwd op 16-08-1693 te Arnhem. Attestatie van Arnhem. Gehuwd voor de kerk op 34-jarige leeftijd op 30-08-1693 te Rotterdam met Gerrit KIRBERGH. Gerrit weduwnaar van Sara de Vogel. Susannetje jongedochter.
Of het hier om deze Suzanna gaat is niet geheel zeker.
Trouwen ook aangegeven te Arnhem. RBS 134 folio 154 in juli 1683
Als getuige van de bruidegom genoemd: Steven Hopkamp
Als getuige van de bruid genoemd Andries Zelman
.
3.  Davidt VERDONCK, gedoopt (ngk) op 28-03-1662 te Rotterdam (getuige(n): geen genoemd).
4.  Reijnier VERDONCK, gedoopt (ngk) op 23-12-1664 te Rotterdam (getuige(n): Susanna van de Vijver en Susanne van den Toorn). Naam moeder is hier geschreven Jannetje Lamberts van der Toorn.
Ondertrouwd op 13-12-1693 te Rotterdam, gehuwd voor de kerk op 30-jarige leeftijd op 27-12-1694 te ´s-Gravenhage (NGK). Getrouwd in de Groote kerk met Yda AELBERTZ. Hij als jongeman van Rotterdam wonende te ´s-Gravenhage en zij als jongedochter van Arnhem wonende te ´s-Gravenhage.
Attestatie van ´s-Gravenhage voor Rotterdam 27-12-1693.

5.  Lambert VERDONCK, gedoopt (ngk) op 15-03-1668 te Rotterdam, begraven op 31-07-1702 te Rotterdam op 34-jarige leeftijd.

IVd Jacques VERDONCK, geboren circa 1634 te Rotterdam, overleden na 1692. Uit Oud Notarieel archief te Dordrecht Inventarisnummer 101 folio 591 verso d.d. 12-1-1666 en Inventarisnummer 511 folio 106 en 107 d.d. 20-5-1683 blijkt dat Jacques zwagers zijn: van Joost Outermans en Nicolaes Cornelis van der Fles.
Joost Outerman, koopman tot Haerlem was getrouwd met Marya van der Fles.
Na het overlijden van Jacques zijn vrouw werd tot voogd over zijn kinderen aangesteld de Rotterdamse koopman Gerrit van Blenckvliet
 
Hypotheek akte Dorecht d.d. 3-7-1692 (ORA 797 fol. 119 akte nr 1)
Betreft drie huizen. Twee aan het Spui en 1 op Bagijnhof te Dordrecht voor de prijs van fl 1.300,-.
Eiser is Margrita van Bleckvliet weduwe van Johan Wanders Cloot.
Schuldenaar is Jacques Verdonck. Hij is dan weduwnaar. Verder zijn genoemd Claes van der Fles overleden, Antony van Meeringen eveneens overleden en
Hendrick Hoffman.
Zoon van Balten de jongen VERDONCK (Baltus) (zie IIId) en Lijsbeth Jansdr BOSSCHAERS (Elisabeth Bosschers).
Ondertrouwd op 06-05-1666 te Dordrecht. Ondertrouw voor schepenen.3e Huwelijks procolatie 23-5-1666 Stadstrouwboek Rotterdam, aldaar ingeschreven in het Stadstrouwboek. Het huwelijk werd op dezelfde datum ook ingeschreven in Delshaven aldaar in het Gerechtstrouwboek, gehuwd op 30-05-1666 te Delft met Gouwelina van der FLES (Gouwelina Wanders Fles), geboren circa 1640 te Dordrecht. Overleden voor mei 1683. Genealogie Van der Fles in de Nederlandsche Leeuw 1983, kolom 499-500.
Tevens genoemd in De Navorscher van 1931 bladzijde 22 betreffende de familie Terwen te Dordrecht.
Bij haar trouwen in Delft is vermeld jongedochter van Dordrecht.
Dochter van Claes Cornelisz WANDERS FLES (Nicolaes i.p.v. Claes), azijnmaker, koopman in granen., en Lijsbeth Jansdr BOSSCHAERS (Elisabeth Bosschers). Hij bij huwelijk jongeman van Rotterdam, werd geassisteerd door zijn vader wiens voornaam echter niet volledig werd vermeld. (Cr. Verdonck)
Gouweline een jongdochter van Dordrecht, wonende te Dordrecht werd geassisteerd door Jan van der Sloot en Cornelis Dircxz Oosterwijck, haere ooms.
Op 20-5-1683 compareet Gerrit van Blenickvliet, coopman wonende te Rotterdam en wordt voogd over de minderjarige kinderen van Jaques en Golina van der Fles zaliger. ( ONA 511 fol. 106 en 107)
.
Uit dit huwelijk:
1.  Elisabeth VERDONCK, begraven op 12-01-1737 te Amsterdam. Begraven in de Nieuwekerk.
Ondertrouwd op 09-04-1687 te Rotterdam, gehuwd op 30-04-1787 te Rotterdam. Het huwelijk werd ook als ondertrouw ingeschreven te Amsterdam op 11-4-1687
Hij als j.m. van Dordrecht zij als jongedochter van Rotterdam (695-363P)
met Jacob Cornelisz ROSKAM, geboren te Dordrecht ("Dort"), overleden vóór 1737, zoon van Cornelis ROSKAM. Uit dit huwelijk zijn ons drie te Amsterdam geboren kinderen bekend geworden:
Cornelis 7-2-1688
Golyna 21-2-1690
Elisabeth 21-3-1700 gedoopt in de doopsgezinde kerk De Zon op 26-1-1724
De drie kinderen werden te Amsterdam ingeschreven op 21-3-1714.
Golina trouwde 1x Isaak Nikkelen en hij hertrouwde op 5-1-1741 te Amsterdam
(725-164P) Elisabeth Roskam, haar zuster.


V Hendrick VERDONCK, gedoopt (Rem.) op 13-02-1652 te Rotterdam (getuige(n): Hendrick Verdonck, Hillegont Simons en Ariantje Verdonck), overleden op 16-10-1702 te Rotterdam op 50-jarige leeftijd. Was bij overlijden weduwnaar. Testament 30-1-1680 akte 149.
Notarieel archief Zoetermeer akte 215 10-1-1681.
Hendrick Verdonck in 1698 brandmeester in de 11e wijk te Rotterdam,
, zoon van Tielman VERDONCK (zie IVb) en Jannetje Jansdr van den HEUVEL (Annetje Jans).
Ondertrouwd op 04-01-1680 te Rotterdam, gehuwd op 27-jarige leeftijd op 24-01-1680 te Rotterdam met Adriana Jans PEIJ (Adriaentgen / Palesteyn), overleden vóór 1703. Adriana kwam van het huis met de naam Palesteyn.
Er is een kopie van een notariele akte van notaris Sijmon Boucket gedateerd 9-1-1681, afkomstig uit het archief van Soetermeer en handelende over een erfenis eigendommen te Segwaert: De samenvatting is als volgt:
Pieter Hendrick Leeuwen is overleden die respectievelijk broer en oom van de ondergenoemden is.
1/3 gaat naar Maertgen Henricks Leeuwen die weduwe is van Willem Adriaens Kerckhoven.
1/3 gaat naar Jacob Adriaans van Leeuwen (soms schrijft men Leeuwen en soms van Leeuwen) en Neeltgen Adriaen van Leeuwen gehuwd met Pieter Pietersz van der Wilt. Beiden kinderen van Adriaen Henric Leeuwen.
Allen wonende te Segwaart.
1/3 gaat naar Adriana Pey gehuwd met Hendrik Verdonck wonende te Rotterdam.
Adriana is een kind van Dirckge Henric Leeuwen.
Dochter van Jan Jansz PEIJ (Palesteyn) en Dirckgen Henricx LEEUWEN (Dirkjen Hendrikse van Leeuwen). Bij huwelijk is hij jongeman van Rotterdam en zij jongedochter van Soetermeer.
Uit dit huwelijk:
1.  Ariaentje VERDONCK, gedoopt op 29-10-1681 te Rotterdam (getuige(n): Tieleman-Verdonck en zijn echtgenote Jannetje v.d. Heuvel). Er werd gedoopt in de Remonstrantse gemeente. De doop vond thuis plaats.
2.  LL VERDONCK, geboren op 17-12-1682 te Rotterdam.

Homepage | E-mail