Genealogie van Grants van der Donck
 
Bestand:
C:\PG30\NL\DATA\SEVENUM
Datum:
14-01-2021
Selectie:
'Personen in genealogie van Grants van der Donck [1]'
Sortering:
Per tak

I.1
Grants van der Donck (Van der Dune), geboren circa 1250. Grant, maar zijn zoon is vermeld als Geeraerszone.
 
In de 2e helft van de 13e eeuw leefde er een Geert van der Donct op een kasteel Ter Donckt aan de Schelde nabij Oudenaarde.
In deze omgeving ligt de oorsprong van een omvangrijke genealogie Van der Donckt.
 
In dit genealogisch fragment te Sevenum betreft het een kasteel De Donck
aan de Maas.
Er vanuitgaande dat de grote rivieren van toen functioneerden als de autosnelwegen van nu en de adelijkheid via huwelijken het bezit probeerde zeker te stellen, is ook hier de veronderelling gerechtvaardigd, dat er een verwantschap zou kunnen bestaan tussen de onderwerpelijke personen.
Bij deze veronderstelling nemen wij dan inacht de overeenkomst in gebruikte voornamen, de afwezigheid van de Rijksgrenzen van heden en het toen nog niet zo omvangrijke inwoneraantal
.
Gehuwd met NN.
Uit dit huwelijk:
1.
Arnaut van der Donck, geboren circa 1280, overleden na 1318. Arnout Grantszoon van der Dunc, ridder, werd als getuigen vermeld bij een geschil van Graaf Willem van Holland en graaf Reinald van Gelre in 1318.
Bron
I.A. Nijhol: Gedenkwaardigheden uit de geschiedenis van Gelderland.
Arnhem 1830, deel I, oorkonden 178 d.d. 3-9-1318.

2.

II.2
Johan van der Donck, geboren circa 1290, overleden na 1348.
In 1326 wordt Jan van de Donck beleent:
"Jan van der Donck helt den Hoff te Grevenrade, den Hoff te Brochusen aldaer, daertoe behoren 68 mergen lants, so bosch, so broeck, so beemt, so lant" Anno 1326,)1. en Anno 1348:
" Heer Johan dictus van der Duncke, Ridder" koopt het patroonschap van Corventrig van Aleid van Bergelhoven.)3.
In 1331 nu komt Johan van der Donck als volgt voor: "Jan Heren Grans soyn van der Doncke, knaepe".
Hij was één van de vele ridders en knapen, welke borg blijven voor de Graaf van Gelre i.v.m. een door de graaf aangegane geldlening.
Het "eerste" zegel van de "Donc" hing aan deze oorkonde.)3.
 
Pontschatting in 1369.)4
In Sevenum waren 10 belastingplichtigen, die tot de hoogste categorie van 8 pond behoorden en dus een groter vermogen dan 100 schilden bezaten.
Heer Jan van der Donc 8 pont
Derick van der Donck 8 pont
Joncvrouwe Geertruijd van der Donc 8 pont
Die vrouwe van Moenementen 8 pont
De laatstgenoemde vermoedelijk als eigenaar van de Hof Tongerlo.
 
Bronnen".
1.
Geldese Lenen. Slot Lit 1, blz 40, leen 53 en P.A. van Doorninck, het oudste leenactenboek van Gelre 1326, Haarlem 1898.
2.
Hoge Raad van Adel, collectie van Snouckart Schauburg inv.nr.1186 verwijst
naar St. Adelbert te Aken.
3.
HSAD,Archiv Kleve-Marck Urkunden 193 d.d.1331-10-16. W.R. Scheidgen, Regesten des Bestandes Kleve-Mark Urkunden im HDAD, 1223-1368, Siegburg 1983, regest nr. 204
4.
P.N.van Doorninck. Schattingen van den Lande van Gelre voor het Overkwartier en de Betuwe van 1369. Haarlem (1903) 36 Sevenum.
 
Zoon van Grants van der Donck (Van der Dune) (zie I.1) en NN.
Gehuwd met NN.
Uit dit huwelijk:
2.
Gertruyd van der Donck, geboren circa 1340.
3.
Johan van der Donck, geboren circa 1340, overleden circa 1380.
In 1366 vermeld als Drost van het Land van Loon.)1
Ook is er een Johan, vermeld als Ridder en in 1360 buitenburger van Roermond.
Bron 1.
Rijksarchief 's-Hertogenbosch archief charter 614 d.d. 29-9-1366 en I.A. Nijhoff. Gedenkwaardigheden uit de geschiedenis van Gelderland. Arnhem 1833, deel II oorkonde 149.


III.1
Dirk van der Donck (Dederick), geboren circa 1330, overleden circa 1395. Dirk van der Donck, heer van Olmen bij Mol (B)
Dirk van der Donck wordt in 1363 beleend met een "windmolenstat", dit blijkt uit.
1363 op Sint Philips en Jacobs apostel dag.
Edwart. Hertog van Gelder en Graeve van Zutphen bekent gegeven te hebben
dat:"Dederick van der Dunck en sijnen erven van sijn leven gegeven en
verleent hebben, geeven en verleenen in diesen brieve eene Wentmoelen
stat, daer hij eene wentmoelen setten moegen inder Kierspell van Zevenhem.
daer sij hn gaedelix gelegen is mit den wende, alsoe vuescr. Dijderick en
sijne erven van sinen live, die van ons ende onsen erven haeden ontfangen
ende man aen blieven sullen tot eine Kesselschen Recht ende daer af dienen
gelijc anderen onser mannen, beheltenis allen sijns recht en brieve die
sij van onser Here ende vader, den God genade van ons beide, Hertoge
Reijnout ende van ons hebben."
Als mannen van Leen: Johan Blacke van Beke en Wilhelm van Wilre.)1
 
Erfdeling d.d. 15-10-1397.( deze oorkonde was voorheen in het bezit van de Schepenbank Sevenum, en nu Rijksarchief Limburg, afdeling Charters nr.1)2
 
Erfdeling tussen Nesa, weduwe van Derick van der Donck zaliger
en
Claas, Jan, Derick, Lisbeth en Griet, kinderen van Derick van der Donck en Nesa van de erfgoederen van wijlen Derick van der Donck.
Jan. De Kercke en het pastoorschap van Sevenum volgens de inhalt der
brieven.
 
Derick 1000 gulden of 100 gulden s'jaers, als onderpand 2 molens te
Sevenum.
 
Lisbeth 200 gulden of 20 gulden s'jaers als onderpand De Hof den Cruckum te Sevenum voor 800 gulden
 
Griet 200 gulden of 20 gulden s'jaers als onderpand De Hof te Herssel
in kerspel Heringen
 
Nesa 75 gulden uit de Thieden te Sevenum
 
Claes De oudste zoon alle andere goeder en na overlijden van Nesa, ook
haar deel.
 
Claes heeft recht deze hoven en molens terug te kopen tegen betaling van 800 voor de Krucken en 1000 gulden voor de 2 molens
Mede bezegelaars"
Wilhelm, Heer te Bruchuijsen, Ritter
Heijnrick, Heere te Wickrade, Ritter
Johan van Kessel, Ritter
Mathijs van Kessel, Ritter
Zijbrecht, Heere to Blitterswijck
Johan van Broehhuijsen, des Heeren soen van Broeckhuijsen
 
In het zelfde jaar (1397) doen Johan, Dederick, Liesbeth en Grietdt afstand van het geërfde bezit ten behoeve van hun oudste broer Claes van der Donck.)3
 
25-6-1403 Derick (Dirk) krijgt van zijn broer Claes Den Hof Kruckhuijm te Sevenum met toebehoren, overgedragen. Op de bijbehorende grond stond de windmolen en het molenhuis. Tevens verkrijgt hij den Hof to Finckenroide in den Kerspel van Greeffrade. Hiertegen zal Derick jaarlijks aan zijn moeder Nesa 25 gulden betalen tot Venlo.
Deze overdracht werd bekrachtigd door:
Wilhelm, Heer to Broichuijsen, Ritter; Jan van Kessel, Ritter; Sibrecht, Heer to Blitterswijck; Johan van Broichuijsen, des Heeren doen van Broickhuijsen; Jan van der Dunck; Arnt van Blitterswick en Jan van der Grave.
 
In een akte van 9 juli 1403 is ondermeer vermeld omtrent Derick zijn zoon Claes:
"in alre vorwaerden ende recht als Derick van der Donck, hoer vader, dat van ons her Willem ( de heer van Broekhuizen) voerscreven te leen placht halden".
Conclusie, reeds in de 14 eeuw was Dirk een leenman van de heer Van Broekhuizen.
 
In 1427 draagt Derick van der Donck "het pastoorschap" ( bedoeld is het personaat) van Sevenum over aan Johan van Brede "mijne ohmen".
Dit personaat behoorde toe aan Heere Emmeriks (Emericus de Lange) die overleden is.)4
 
14-2-1380. Johan, heer van Broekhuisen, Didderic van der Donck, Ziets van Briede, Didderic en Giselbrecht van Oerle, Goddart en Peter van den Bongarde en Alart Steyn van Broekhuizen, lenen een bedrag van 200 Roeskens Moetunen van Baetse van der Hataert, non in het Munsterklooster te Roermond.)5
 
Bronnen:
1.
ASS: akten 19 nr. 17 en Afschrift Schloss Harf: Vlatten acten nr. 18
2.
Rijksarchief Limburg: Archief Charters, Sevenum, IIIA, nr.46 nr. 1 (1397) zonder data.
ASS Akten 19 nr.17 folio 55-57, d.d.16-10-1397. Afschrift RA en Afdruk in PDHAL, 1887 nr. 24 blz.92-93
3.
Afschrift uit het Leenboek van Broeckhuijsen Stammheim 19.17, blz. 37 en 38.
4.
Maasgouw 1920.
5.
J.H. Hanssen: Lijst van charters afkomstig uit België bevinden zich in het RHCL te Maastricht, Vidimusvan schepenen te Roermond d.d. 27-9-1381.
Zoon van Johan van der Donck (zie II.2) en NN.
Gehuwd circa 1370 met Agnes van Olmen (Nesa ook van Ollem), geboren circa 1340, overleden circa 1397 te Sevenum?
Een zus van Agnes, is Margriet Nicolaasdr van Olmen, geboren circa 1310 en overleden circa 1395. Zij trouwde circa 1350 met Jan ( van Arkel) OEM. Jan was heer van Bokoven en Olmen, In 1371 koopt hij van Dirk van der Donck een hof te Rotem (Limburg)
Bron: Genealogie van Cleys Oem gepubliceerd op de website van de Historisch vereniging Barendrecht
http://www.historischbarendrecht.nl/genealogie-van-cleys-oem.html#BM19
, dochter van Claas van Olmen (Nicolaas).
Uit dit huwelijk:
2.
Johan van der Donck (Jan), geboren circa 1370.
3.
Dirk van der Donck (Derick), geboren circa 1370, overleden na 1447.
4.
Elisabeth van der Donck (Lisbeth), geboren circa 1370, overleden na 1447.
Gehuwd met Arnt heer van Blitterswijck, geboren circa 1385, overleden 1449, 14-4-1425 koopt Arnt van Blitterswick de hof Tongerlo van Johan van Broekhuizen, heer van Wickrath. )69
Deze hof wordt ook genoemd bij de erfdeling van de goederen van hun vader Hendrick van Broekhuizen, heer van Wickrath en Christina van Moenementen (Mörmter) op 13-11-1407. )2.
 
Bron.
1.
Castellogica. Nederlandse Kastelen Stichting, Doorn 1986 205-216.
M. Floksma. Een bijdrage over de Heren van Blitterswijck in de 14e en 15e eeuw en Rijksarchief Limburg. Archief van de Heerlijkheid Blitterswijk en Wanssum. Inv.nr. 328, 14-4-1424.
2.
Archiv Schloss Gymnich, Urkunde 86 d.d. 13.11.1409.
 
Zoon van Sybrecht heer van Blitterswijck en Elisabeth Van Broeckhuijsen. Uit dit huwelijk zijn geboren:
Johan van Blitterswijck, kinderloos overleden, 1418-1468 en
Arnt van Blitterswijk geboren ca. 1420 die trouwde met Elisabeth van Bemmel dochter van Albert van Bemmel.Uit dithuwelijk:
Dirk van Blitterswijck geb. ca. 1445, trouwt Jutta van Appeltem
Jasper van Blitterswijck geb. ca. 1447 en
Walburgia van Blitterswijk geb. ca. 1450, trouwt Dirk van Lijnden en hertr. Wolter van Zuijlen van Natewisch
.
5.
Margriet van der Donck (Griet), geboren circa 1370.

IV.1
Claes van der Donck (Nicolas en Nicolaas), geboren circa 1370, overleden circa 1424.
In 1404 vermeld als heer van der Donck van Sevenum en Swalmen in het land van Kessel.
 
11-1-1394. Claes van der Donck beleend met twee hove te Grevenrade, een hoeve te Heersel en twee molens te Sevenhem. )1
1401. Claes van der Donck dede teyckenen van leen, dat he sede ontvangen te hebben over drie jaren, te weten 2 haeve tot Grevenrade ende een hof tot Heersel inden kerspel van Heringen, tot een pondig leen en
1404. Claes van der Donck tuchtigt zijn vrouw Mechteld aan de twee molens in Sevenhem in het Land van Kessel en aan de Hoff te Grevenrade behalve op de 80 Gelderse gulden die zijn moeder Agnese als tocht hiervan krijgt. )2
 
Claes van der Donck trad in 1404 op als hulder van Hillegond van Padbroeck, waarvoor een Jacob van Padbroeck beleend was.
Mechteld van Patbroick erft deze hof te Haeps gelegen met de thienden, beemden en al sijne toebehoer.
Zij wordt hiermee beleend op 10-10-1473 en doet hiervan gelijk afstand ten behoeve van haar zoon Johan van der Donck, ridder en tuchtigt tevens zijn vrouw Alert. )3
 
Mechteld van der Donck en juffrouw Hillegond van Padbroeck,transporteren een rente uit Renckenbosch int gericht van Boegen aan...Erp. Anno 1431. )4
 
Claes van der Donck was in 1412 met verschillende edelen uit het land van Kessel betrokken bij oorlogshandelingen in de Betuwe. Dat gebeurde in opdracht van de hertog van Gelre. Op verzoek van Johan van Broekhuizen, ambtman van Kessel, begaf Claes zich met viergewapende mannen per schip naar Zaltbommel. In totaal waren er 31 krijgslieden aan boord, die onder bevel stonden van de genoemde ambtman van Kessel. De afloop van deze expeditie is ons helaas niet bekend.
 
Claes had dus twee zonen die beiden de naam Johan kregen.
Het vermoeden bestaat daarom dat Claes 2 maal getrouwd was.
 
Bronnen:
1.
HStAD P.N van Doorninck, het Overkwartier Register der Leenakten Lit bijv
2.
Rijksarchief Gelderland, Archief Gelderse Leenkamer A 144 vl inv.nr.1 1377-1423
3.
Register op de Leenkamer van Gelre, Sloet Uitheemse lenen, blz. 170
4.
Collectie van Spaem inv.nr. 102 nr. 179 Hoge Raad van Adel.
 
Zoon van Dirk van der Donck (Dederick) (zie III.1) en Agnes van Olmen (Nesa ook van Ollem).
Gehuwd circa 1404. Huwelijk op grond van:
Rijksarchief Gelderland. Archief Gelderse Leenkamer A 144 v1 inv.nr. 1 1377-1423.
Echtgenote is Mechteld van Padroeck (Mechtildis), geboren circa 1370, overleden na 1431.
Uit dit huwelijk:
2.
Margriet van der Donck, geboren circa 1400, overleden na 1440.
Gehuwd vóór 1438 met Sander van Egeren, geboren circa 1400, overleden vóór 1472. Sader van Egeren tuchtigt zijn vrouw in 129.
Bron. Collectie van Spaen, inv.nr.102 Hoge Raad van Adel.
 

3.
Catharina van der Donck (Katherijn), geboren circa 1400, overleden na 1474. Catharina was Non in Herckenrade.
4.
Hilla van der Donck, geboren circa 1400, overleden na 1469. Hilla was Non in Nijmegen.
5.
Johan van der Donck (de Jonge), geboren circa 1410.
In een Charter d.d. 21-9-1444 is de bewijsvoering vermeld dat er in één gezin twee kinderen de naam Johan kregen. De laatste met de toevoeging, de jonge. Diens vrouw, zijn broer Johan en hun moeder Mechteld zijn eveneens vermeld. Een mooie bewijsvoering in dit deel van deze genealogie. Voor het raadplegen van deze akte zie op de website.

Gehuwd vóór 1444 met Elisabeth van Drijpt (Lijsbet Dript), geboren circa 1410, dochter van Johan van Dript.

V.1
Johan van der Donck (Jan en Jean), geboren circa 1400, overleden circa 1489.
In 1443 Ambtman van Grave en Land Cuyck,
1424 Heer van der Donck te Sevenum. )1
1431 Vrouwe (Henrica) Have tot Obbicht en Papenhoven.
 
Johan wordt in 1424 beleend met de Wind tot Sevenum, den Hoff tot gen Krucken, den Hof tot Herssel,(Heerssel) de Hof tot Grevenraede (Grefrath) Duitsland, met alle toebehoor tot Zutphense rechten. In 1473 vernieuwde hij de leeneed.)2 Voor Grefrath zie de kaart op de website.
 
16-5-1429 Margriet van Geldorp, de weduwe van (NN) ten Have )3, en haar man Walraven van Dylfft, Heer van Burchgeliete en van Hoigen Hijdens, bevestigen dat zij overeenkomstig de huwelijkse voorwaarden afstaan aan, als huwelijks gift aan hun zwager, Jan van der Dunck.
Alle goederen, die hun aanbestorven zijn van Heer Johan, Heer van Bicht, welke gelegen zijn tot Bicht, Papenhoven, Elsenbroick en Overbroinck.
 
Philips van Geldrop wordt in 1429 eveneens genoemd heer tot Geldrop en Bicht maar ook in 1431 Henria ten Have, huysfrou Jans van der Donck ontfing die Heerlicheidt van Biecht. In 1457 draagt Philips van Geldersche rechten op de heerlijkheidt Biecht over op zijn schoonzoon Arnoud van Goor gehuwd met Jutta van Geldrop.
In 1457 zegelde Johanmet Arnold, hertog van Gelre. ) 4.
 
In 1467 tekent Johan van der Donck, ambtman van Graven en Cyck, mede het verbond tussen Adolf van Gelre en Ruprecht, aartsbisschop van Keulen.)5.
 
In 1471 zijn Johan van der Donck en Claes van Haeften zijn bevelhebbers van de Borch van Grave en beschieten de stad die de zijde van Hertog Arnold hebben gekozen. Hertog Arnold belegert de borch en neemt het buitenste deel van de borch in bezit. Hij laat als vergelding 4 der hoogst geplaatsten onthoofden. Hierna geven de lieden in het binnenste deel van de burcht zich over. )6.
 
In 1469 is Johan van den Donck, ridder, genoemd tussen de weldoeners en stichters van het klooster in 't Sant bij Straelen. )7.
 
In 1473 is de ruzie opgelost en wordt Johan van der Donck beleend door de Gelderse Leenhof.
Op 13 maart 1489 verheft Claes van der Donck als "erve sijns vaders Johans" het Gelderse deel.
Het Loon en Gelderse deel van Obbicht en Papenhoven blijven tot de Franse revolutie steeds beleend voor een deel voor de Loonse Leenhof en het andere deel voor de Gelderse Leenhof.
 
Bronen.
1.
Rijksarchief Gelderland, Archief
Gelderse Leenkamer B 166 v 3 inv.nr.2 1423-1464 en Sloet Lit 1,
blz.40, leen 53.
2.
Rijksarchief Gelderland. Archief Gelderse Leenkamer, 159 v1 inv.nr. 4 en 5.
3.
Born. Een koninklijk domein met een bloeiend verleden, blz. 218. Hier wordtgesteld dat Margaretha van Geldrop de moeder is van Henrica en Walram van Delft haar stiefvader.
4.
Muschart: Carter 543, huisarchief Waardenburg doos 30 Rijksarchief Arnhem.
5 en 6.
Collectie Snouckaaert van Schauburg Hoge Raad van Adel. Inv.nr. 1186 met aantekening Pontanus.
 
7.
Collectie Snouckaaert van Schauburg Hoge Raad van Adel. Inv.nr. 1186.
 
8.
DONCK (Jan van der), heer van Sevenum, Erp en Obbicht, overl. in 1489, zoon van Nicolaas en Mechtildis (die in 1469 nog in leven was). Hij werd na den dood zijns vaders met den wind (windmolen) te Sevenum, den hof gen.
Krucken aldaar en den hof Heessen (of Hersselt) te Herungen beleend, eveneens met den hof te Grefrath, met al zijn toebehoor, vernieuwde den leeneed 9 Oct. 1473; als heer van Obbicht 16 Oct. 1473. In 1450 was hij ambtman der stad Grave, waar hij met zijn tweede echtgenoote woonde en met wie hij gelden verschoten had op de ambten Cuyck en Kessel. Hij was een verbitterd vijand van hertog Arnold van Gelder en koos partij voor diens ontaarden zoon Adolf. In 1471 weigerde hij aan Arnold toegang tot het slot Grave, maar moest voor de overmacht zwichten. Hij huwde eerst Henrica ten Have (of ten Hove), die in 1431 met de halve heerlijkheid Obbicht werd beleend, en hertrouwde Adelarda (of Alarda) Pieck, nog 1469 in leven, dochter van Frank (of Frans) Pieck, heer van Gameren, en van Geertruid van Isendoorn. Uit het eerste huwelijk: Nicolaas, heer van Sevenum en Obbicht, werd als erfgenaam zijns vaders met de zutphensche helft van Obbicht beleend 13 Maart 1489, met de loonsche helft 6 Juni 1506, met den wind (windmolen) te Sevenum enz. 13 Mei 1489, huwde Oda van Petersheim, dochter van Dirk, heer van Neerharen en Obbicht, die de brabantsche of loonsche helft van Obbicht bezat, leefde nog in 1517; Gerlach, domheer van St. Maarten te Utrecht; Mechtild, huwde met Arnt van Oy, heer van Ubbergen. Uit het tweede huwelijk: Margaretha (overl. 6 Maart 1484, begraven te St. Agatha bij Cuyck, waar haar grafsteen nog aanwezig is), huwde met Willem van Merwijck, bezitter van de halve heerlijkheid Grubbenvorst en het huis Baersdonck (overl. in 1513); en Cornelia.
 
Zie: Publ. de la soc. hist. et arch. dans le duch de Limbourg XX (1883), 17-19, XXIV (1887), 75-77, 95-100, XXXI (1894), 150, XXXVI (1900), 136-137; Heraldieke Bibliotheek N.R. IV (1882), 157-159.
Zoon van Claes van der Donck (Nicolas en Nicolaas) (zie IV.1) en Mechteld van Padroeck (Mechtildis).
Gehuwd (1) circa 1429 met Henrica ten Have (Henriëtte van Hoeve), geboren circa 1400, overleden circa 1441, dochter van Gerlach ten Have (Knodde, Kneide) en Hillegung van Broeckhoven.
Gehuwd voor de kerk (2) circa 1442 met Adelarde Pieck (Alert), geboren circa 1410, overleden na 1488, dochter van Franck Arntsz Pieck en Geertruid van Isendoorn.
Uit het eerste huwelijk:
2.
Mechteld van der Donck, geboren circa 1430, overleden op 06‑03‑1484. Mechteld is vermeld in 1460. Ned. Leeuw 1954, kolom 360.
Gehuwd voor de kerk 1450 met Arnold van Ooy (Arend van Oy), overleden 1498. Burggraaf van Ubbergen. Bron Nederlandsche Leeuw 1954 kolom 360.
Een dochter van dit echtpaar: Hillegonde van Oy, erfdochter van Ubbergen, overleden na 1503, trouwde met Hendrik van Boinenburg-Honstein, overleden tussen 1500-1503 en zoon van Hendrik van Boinenburg-Honstein, maarschalk van de keurvorst van de Palts en Elisabeth van Scheuerschloss,
Bron. Afstammingsreeksen van de Hertogen van Brabant. Reeks 3.
Zie ook het gestelde bij Mechteld haar nicht Anna van der Donck gehuwd met Wynand Schenck van Nideggen.
Zoon van Johan van Ooy en Hille van Ubbergen.
3.
Gerlach van der Donck (Gerrit, Gierick), geboren circa 1434, overleden op 27‑08‑1503 te op Drakenberg. De Drakenberg wordt genoemd in de Collectie Snouckaert van Schauburg: Hoge Raad van Adel. Inv. nr. 1186.
 
DONCK (Gerlach van der), geb. in 1434, als zoon van den Gelderschen edelman Jan van der Donck, heer van Obicht, en Alarda van Hoven, overl. 27 Aug. 1503. Als jongere zoon voor de geestelijkheid bestemd, werd hij reeds op 11-jarigen leeftijd in 1445 toegelaten tot een gesupplementeerde prebende in het Domkapittel te Utrecht. Op 17 April 1450 geëmancipeerd, ging hij ter studie en werd 9 Juli 1452 als stud. te Heidelberg ingeschreven. 21 Dec. 1455 ontving hij de wijding als subdiaconus. Hierna zijne studiën voortzettende met den uitgesproken wensch van het Domkapittel, dat hij niet terug zou keeren, alvorens den graad van mag. artium of baccalaureus iuris verworven te hebben, werd hij 30 Sept. 1459 na verwerving van beide graden als kanunnik toegelaten. In het eind van zijn leven, waarschijnlijk na 1499, is hij proost van Westfriesland geworden. De zorg om niet door de kameraars van het kapittel beetgenomen te worden bracht hem er toe de rechten en gewoonten van het Domkapittel met betrekking tot de aan de kanunniken verschuldigde uitdeelingen in schrift te brengen. De hiertoe door hem verzamelde aanteekeningen werden, waarschijnlijk na zijne toelating tot het kapittel, door hem in n redactie in net overgebracht en gedurende den verderen loop van zijn leven met tal van bijvoegingen vermeerderd. Na zijn dood in 1503 ging het aldus saamgestelde handschrift in eigendom over aan Adriaan Ram, die het eveneens met enkele aanteekeningen vermeerderde, en dit handschrift, bekend als de Talmud van G.v.d. Donck, voor de geschiedenis van het kerkelijk recht van het grootste belang, is met inleiding uitgegeven door S. Muller Fz. in: Rechtsbr. v.d. Dom v. Utrecht, (Oude Vaderl. Rechtsbr. II, 5) 59 vlgg.
 
Zie ook: Drakenborch, Aanh. o.d. Kerkel. Oudh. v. Ned., 409-411, 464, 480, 482; H. Keussen, Die Matrikel d. Univ. Kln (Bonn 1892) I, 417.
 
Domheer te Utrecht en heer van Obbicht
.
Uit het tweede huwelijk:
4.
Margriet van der Donck (Margaretha), geboren circa 1450, overleden op 06‑03‑1484. Margriet is begraven Kruisheren St. Agantha te Cuyk, met beider 4 kwartieren Merwick en Kessel / Donck en Pieck.
Grafzerk van Margaretha van der Donck, dochter van Jan van der Donck en Adelarda Pieck, echtgenote van Willem van Merwijck. In een laatgotisch schild het wapen van Van Merwijck-Van der Donck. Gotisch randschrift "Int jaer ons heren MCCCCLXXXIIII opten VI dach inden meert sterft joffer Margareta vander Donck Willems huisvrow van Merwick bid voir de ziel." De vader van Margareta, Jan van der Donck, was heer te Sevenum en Erp. Haar echtgenoot, Willem van Merwijck, was bezitter van de halve heerlijkheid Grubbenvorst met de Baersdonck. Hij was een zoon van Cornelis van Merweijck, bevelhebber van de Gelderse troepen, en van Catharina van Kessel. Datering: 1484, of kort daarna
. In deze en oudere generaties is tevens gebruik gemaakt van informatie op Geneanet geplaatst door Ton Reijnaerdts.
Gehuwd met Willem van Merwijck, overleden circa 1513, zoon van Cornelis van Merwijck en Catharina Van Kessel. Bij dit huwelijk was Willem weduwnaar van Cornelia van Hemert.
Hun zoon Jasper vann Merwijck trouwde in 1523 Geertray Herenken. Jasper overleed 25-9-1555. Hij was ambtenaar van Tielen en Bommelerwaard in de priode 1501-1521. Bron Nederlansche eeuw 1954 kolom 344.
Hun zoon wordt beleend met Haeps.
Jasper hertrouwde met Margaretha van Welsoy alias Welschaes
. {Hij was ook ooit gehuwd met Cornelia van Hemert.}
5.
Cornelia van der Donck, geboren circa 1450, overleden na 1509. Cornelia, weduwe van Van Galen is mede berechtigd op het pandschap van Tielrewaard in 1494.
Bron: Rijksarchief Gelderland. Rekenkamer.

Gehuwd met Bernard van Galen.

VI.1
Nicolaas van der Donck (Claes van der Donck), geboren circa 1430, overleden circa 1516.
Ridder.
Heer van Arcen en Velden, en in 1506 heer van Biecht.
 
21-10-1462
Als Claes van der Donck, heer van Byecht, vermeld;
Het betreft hier een nalatenschap van wijlen Oede van Montfoerte ( is zo geschreven), vrouwe van Haren en Lathem, zijn dochter, tussen Willem Dobbelsteyn van Duyerrode, heer van Haren enz., Claes van der Donck heer bij Byecht (deze schijfwijze) volgen meer namen en worden de eigendommen genoemd: het huis en de heerlijkheid Lathum met alle toebehoren en de tiende te Erp, gelegen op de Velue, met alle toebehoren, Claes van der Donck het goed en de tiende te Dyem met alle toebehoren. De verdeling gaat verder met de niet door mij overgenomen personen.
 
1489 Heer van der Donck te Sevenum. )1
Heer voor ½ van de Heerlijkheid Obbicht en Papenhoven
 
In 1501 wordt Claes van de Donck beleend:
"dat alinke Huys tot Bicht met sijn graven, cingelgraven, alle renten en toebehoren en voor half doe Heerlichheidt en gerichte, hooge en lage der dorpen Bicht, Papenhoven en Overbroecke met heuren toebehoer met de leenmannen en later daartoe behoeren."
 
In 1506 wordt Claes van der Donck in bijzijn van zijn zoon Claes, beleend met huis en heerlijkheid Opbicht, als leengoed van Maselandt, bij de Loonse Leenzaal van Curingen. )2
 
Claes van der Donck was lid van de ridderschap van het prinsdom Luik en medeondertekenaar van het vredesverdrag van Doncher (Donchey) in 1497 (1492).
 
Bronnen.
1.
Rijksarchief Gelderland. Archief Gelderse Leenkamer e 172 inv. nr. 8 1481-1489.
2.
Born. Een koninklijk domein met een bloeiend verleden. Heren van Bicht blz. 216 en verder.
Register op de Leenakten van Gelre, Sloet Uitheemse lenen blz. 170.
 
Claes wordt vermoedelijk ook genoemd in 1497 in het archief van Nordrhein-Westfalen in stukken van de Stadt Neuss, Band Bd.II, Inventarisnummer 502.
In dat zelfde archief, onder inventarusnummer 572 wordt hij ook genoemd in 1498. In beide gevallen wordt zijn naam geschreven Klas van der Donk ook Donck.
Zoon van Johan van der Donck (Jan en Jean) (zie V.1) en Henrica ten Have (Henriëtte van Hoeve).
Gehuwd circa 1461 met Oda van Petershem (Oeda), geboren circa 1430, overleden na‑02‑1517.
Vermeld als Erfdochter van Obbicht. Ook vermeld als Vrouwe tot Bicht.
Op 11-2-1461 beleend met Neerkassen en Biecht.
Over de familie van Oda haar moeder, Oda van Montfoort, is veel informatie beschikbaar via de website: www.graafschap-middeleeuwen.nl/edelen/lathum_dobbelsteyn.html
, dochter van Derck van Petersheim (Dirk) en Oda van Montfort.
Uit dit huwelijk:
2.
Johan van der Donck, geboren circa 1460.
4.
Johanna van der Donck (Anna von der Donck), geboren circa 1470, overleden vóór 1517. Johanna haar schoonmoeder was Adelheid van Buren.
Er bestaan meer relaties Van der Donck - Van Buren:
Johan van der Donck was gehuwd met Oyde van Buren.
 
Was deze Johan een broer van Johanna?
Dat kon nog niet vastgesteld worden.
Wel is bekend geworden dat Oyde, ook Oede, van Buren
een dochter is van Dirk (Derick) van Buren en Jutta van de Bongart (Bogart).
 
16-10-1473 Johan van der Donck vernieuwd de eed gehalden tot de Arckelsche
en tuchtigt zijn vrouw Oedele dochter van Dirx van Buren.
 
In 1447 zegelt Johan van der Donck, leenman van Gelre en Zegelt
met Appeltern
 
Dirk van Buren is vermeld in 1429 met percelen land te Overmalsen
in 1442 bezit Dirk van Buren hofstat Reigersfort, dat gelegen is
langs het land van Johan van der Donck
 
Een Johan van der Donck had een dochter
Alijt van der Donck die in 1473 trouwde met
Gijsbert van Buren die een zoon is van
Otten van Buren
 
1470 Gijsbert van Buren Ottensz. beleend met 10 morgen in percelen afgesplitst van 74 morgen lants dat vurtijts ontfangen was door
Johan van der Donck.
 
Met deze vermeldingen bevinden we ons in het Noorden van de huidige
provincie Limburg en nog verder in Noord Westelijke richting waar ook Arkel is genoemd.
 
Met het noemen van Arkel denken wij aan en in die tijd de levende familie Van Arkel die bastaarden voortbrachten die de naam Donk verkregen. Zo gedacht zou een verbinding gelegd kunnen zijn met de Gorinchemse genealogie Verdonck, maar dan wel via de bastaardkinderen zoals dat misschien ook het geval is in Sevenum en Stramproy naar de door ons genoemde Stramproy genealogie.
 
Archief Kapittel van Heusden, Bloknr. 243, Inv.nr.0171 film 28-H2-12 d.d. 6-2-1464 genoemd Johan van der Donck en Zwager Gijsbert van Buren. Er was gezegeld.
 
Johanna en Wijnand zijn vermeld in De Nederlandsche Leeuw van 2007 blz. 143
.
Gehuwd januar1489. Huwelijk volgens: Archiv Schloss Harff acten van Vlatten en archief Schloss Haag, Geldern Urkunden 4396.
Getuigen bij het huwelijk waren:
Gebroders van de bruidegom: Friederich van Huls, Reijner van Holthuysen heer van Krickenbeck, Engelbrecht van Brempt en
Geirlinck van der Donck Domheer St. Martin te Utrecht, oom van de bruid
Arnt van Blitterswijck, heer van Blitterswijck
Henrich van Honstein genoemd van Bomelsborg
Claes van der Donck broeder van de bruid.
 
Echtgenoot is Winand Schenck van Nydeggen (Wijnand). Heer van Arcen, Velden en Schandelo, zijn enige dochter Adelheid bracht zijn goederen aan haar man Reinier van Gelre, bastaardzoon van hertog Adolf van Egmond.
Adolf van Egmond een zoon Arnold van Egmond overleden te Grave 23-2-1473
gehuwd met Catharina van Kleef.
Ook was daar zijn zoon:
Jan van Egmond die trouwde met Maria van Arkel.
Maria was een dochter van Jan (5) van Arkel en Johanna van Gulik.
Zoon van Diererick Schenck van Nydeggen (Dirk) en Adelheid van Buren (Alheit von Büren). Hun dochter Adelheid, geboren circa 1485 en overleden 21-12-1555, trouwde 29-6-1503 met Reyner van Gelre tot Gronsfort (ook Grunvoort), bastaard zoon van hertog Adolf van Egmond-Gelre.
Wij lezen de namen van Adelheid en haar man ook alsvolgt:
Erbin von Arssen Alheit, Vrouwe van Aersen en Heer van Grunvoort Reyner, Stadhouder van Gelre von Gelre.
Adelheid hertrouwde met Dederich von der Lippe, die overleden is in 1565
 
Adolf is geboren 12-2-1439 gedoopt 15-3-1439 te Arnhem en gesneuveld te Doornik op 27-7-1477
Reinier is geboren circa 1476, overleden 11-11-1522 trouwde 29-6-1503 met
Adelheid Schenck van Nideggen, vrouwe tot Arcen, overleden in 1554
 
Bron:
Afstammingsreeksen van de Hertogen van Brabant. Reeks 3
Zie ook bij Anna haat tante Mechtild van der Donck gehuwd met Arend van Oy
Deze afstammingsreeks voert terug naar Hendrik II van Leuven, geboren circa 1020 en gehuwd met Adela van de Betuwe. Er bestaat een verbinding met de afstammingsreeksen naar Karel de Grote. Voor de Karel de Grote Reeks zie Gens Nostra nr. 1, januari 1968, blz. 249.
 
Adelheid ( ook Aleid) trouwde voor de 2e met Diderick van der Lippe genoemd Hoen.
zoon van Reinier van der Lippe
 
Uit het eerste huwelijk zijn 10 kinderen geboren in de periode van circa 1505 - 1520,
Uit het tweede huwelijk zijn nog vier kinderen geboren
 
Ook zijn er nog vier natuurlijke kinderen bekend:
 
Martin Schenck, bastaard voorouders, gehuwd met Hester.
Winand Schenck, bastaard, rechter te Afferden.
Jan Schenck, bastaard.
Otto Schenck, bastaard.
 
Bovenstaande bastaard zoon Martin Schenck trouwde circa 1521
Hester Cluyten, dochter van Maes Cluyten, schepen, weduwe van Gerrit Schietmans.
 
In 1549 herroepen, voor de Schepenbank in Gelre, door Alydy Schenk van Nijdeggen dat zij verkocht heeft aan haar natuurlijke broer Marten, gehuwd met Hester Cluiten, een goet bestaande uit de helft van een huis en erve in Gelre, inde....straete tussen de huis en erven van Jan Hoyen en Jan Kaetz, voor aan de straat gelegen. Hergekomen van zalige Anne, huysvrouwe van Jan van Dungelen.
 
Drie kinderen van Martin en Hester zijn"
1.
Johan Schenk trouwt circa 1550 1e ....Van Waldos
trouwt 2e Catharina van Kessel, genoemd Roffarts
Twee kinderen uit dit huwelijk:
 
Adolf die trouwt met Cornelia van Keversberg
 
Martinus, vermeld als Marten Jan Schencks zoon, trouwt circa 1590 Elisabeth Adelbouts
Kinderen van dit echtpaar: Adolf, Arnold en Johan.
 
2.
Theodorus, overleden in 1594, trouwt vóór 1570 met Henrica van de Velden
Theodorus was rentmeester van de Donck tot 1594
en schout van het Ambt Kessel
 
Kinderen
Henricus trouwt circa 1606 Theodora van Huls
Maria
Hester trouwt Joh. Heyden van Ass
Jan
Frederica
 
Er is nog een Martinus Schenk die trouwde circa 1590 Elisabeth Adelbouts.
Niet duidelijk is of hij een zoon van van het eerste of het tweede hiervoor genoemde echtpaar.
 
 
Hypothese.
Theodorus was als rentmeester verbonden met de Donck.
De oudste satmvader van de Stramproy genealogie is een Theodorus van der Donck die op 7-2-1683 is overleden te Stramproy.
 
Heinrich Donck, overleden circa 1542 woonde op een Donckhof te
trouwde met Sophia (Fijgen) Bosch.
Uit welk huwelijk op 10-11-1505 een tweeling is geboren:
Paulus en Martin. Deze Martin is de op onze website genoemde Martinus Duncanis die op 16-4-1590 te Amersfoort is overleden.
 
De genoemde voornamen en de relatie met De Donck en een Donkhof ( zie de informatie en foto op website ) doen ons denken aan een mogelijke verwantschap met de personen uit deze genealogie Van der Donck.
 


VII.1
Claes van der Donck ( de Jonge ) (Conradt), geboren circa 1460, overleden 1515. Op 13 maart 1489 wordt Claes van der Donck,"erve sijns vaders Johans", met de wind te Sevenum, de hof te Herspel in Kerspel Herongen.
De eedvernieuwing werd in 1501 gedaan.)1.
 
Claes de jonge van der Donck verklaart in 1498 dat hij van zijn vader de Hof Molraede, onder Schinnen, ontvangen heeft en deze noch zal verruilen of verkopen maar na de dood van zijn ouders in de deling zal inbrengen.
 
Claes de Jonge verheft op 5 juli 1506 het Loonse deel van Bicht bij de leenzaal van Curingen.
 
Laat zich op 13-11-1515 bij de Leenzaal van Curingen belenen met het Loonse leengoed van Bicht en Papenhoven.
 
In het jaar 1501 ontvangt Claes remissie van de Hertog Karel van Gelre, hij moet renuntieren aan alle rechten en brieven op het ambtmanschap van Grave en aan alle anderen schulden. )2.
 
Bronnen:
1.
Rijksarchief Gelderland. Archief Gelderse Leenkamer F 115.6 v2 inv.nr. 9 1492-1513.
2.
Rijksarchief Gelderland. Rekenkamer
 
, zoon van Nicolaas van der Donck (Claes van der Donck) (zie VI.1) en Oda van Petershem (Oeda).
Gehuwd 1491 met Stijnchen Engelbrechts (Sthijnen), geboren circa 1460, dochter van Jan Engelbrechts.
Uit dit huwelijk:
1.
Conrardt van der Donck (Conraedt en Conrad), geboren circa 1490, overleden na 1528. Bastaard zoon.
Op 13-11-1515 te Curingen met Biecht beleend.
Vermeld in 1528 dat Conradt met zijn gezin te Neuss woonde. )1
Bron:
1.
J.Strange. Beiträge zur Genealogie der adligen Geslechter.
Keulen 1877 heft 12 (8-17)
.
Gehuwd met Scholtis van Arcen. {Zij was ook ooit gehuwd.}

VII.4
Hendrik van der Donck (Henry en Henrich), geboren circa 1470, overleden 1538 1542.
Heer van der Donck te Sevenum. )1.
Heer tot Huys Obbicht en
Heer van ½ Heerlijkheid Obbicht en Papenhoven,
Heer van Wolfraeth )2. en Vrouwe tot Huys Bree
 
Huwelijkscontract opgemaakt op 20 augustus 1515 )3
Claes geeft zijn zoon de hoff "up die Heitrack in der Meierij van den Bosch" met al zijn rechten
Verder krijgt Hendrik mee "alle andere seine pachten, renthen, zehndten, profiten und rechten, hett sij in gulden of in koren, die der vurst. Claes boven den vurst. hoff hatt und hebben mach, liggende in den vurst. Meierei, sei lehnguedt off ceinsgoidt off van andere nature, die gueder sein off sein mogen.
Johanna brengt mee: Dat Hauss van Brehe in den Landt van Kessell met all seinen rechten und zubehoren, wat daran hangende ist,in nathen und in drugen, metter manschappen van der Lehnen und watt dair mehe zubehortt und waett mehe alle dat gene, dat ire noch mach succediren mitt die doit meiner frawen van Henneff haerder moder,
De huwelijksvrienden en mede bezegelaars waren: Amundt van Merode, Prost van unser Frawen tot Maastricht, Her Bernardt van Merode, Prost van Sint Merttens und Canoniche van Sent Lambrechts zu Luetich, unse lieve Neven, Meister Reiner Borman Proist sent Pawels und Canonich sent Lambrechts, Joncker Daen van Guegaven, Heer van Doessen und van Trijess.
 
Henrick van der Donck heeft ontfangen, na dood van zijn vader Claes van der Donck, de halve Heerlijkheid van Opbiecht en Papenhoven, volgens opgemaakt contract bij leven van Heer van Ludick, als Grave van Loen, genant Heer Jan van Horne in bij wesen van den alden Claes van der Donck met sijn elege wettige huijsfrouwe Oda van Petershem.
Hierna heeft hij zijn moeder getuchtigt. )4
 
24 juni 1517.
Gerijt van Holtmoelen ende Kerstgen van Aerdt, onthaldende mannen van leen ende Gerken van den Bergen en Gerit van den Bergen, schepenen
getuigen, dat
Johan van den Hatert, Henrixs soen, als ophouder der Hof ter Lijnden geheiten in den Kerspel van Sevenhem, Nesa hoir moder, end Art van Kessel hoir swager end Lisbeth sijn huijsfrou, verkocht te hebben aan
Henrick van der Donck, soen to Bicht, alsulcke 4 malder rogge, mit hoeren rechten end toebehoeren,als hoyn Henrick vurscr. jarlix geldende is van 4 morgen landts, gelegen in de Weijsterick,
hercommende uyt den Hof ter Lijnden. )5
 
13 juni 1521,
belening van het Gelderse Leen de Wind te Sevenum.
13 juli 1521.
Johanna Roever, huysfrou Henrix van der Donck beleent een huys en hofstede met 35 morgen lands gelegen tot Brede Aldenhoven tot Gulickse rechten
13 juli 1521.
Henrick van der Donck wordt beleend met Huijs en halve Heerl. Biecht.)6
Het leengoed kwam van haar vader Willem de Rover (erve van zijne vader Brandts van Brede in 1463)
 
Kwartier Rover:
Rover Padbroeck
Montfort Kerckum
 
Bronnen:
1.
Rijksarchief Gelderland. Gelderse Leenkamer M 140 Inv.nr. 12 1518-1537
2.
Sloet Uith. Lenen Leen nr. 61 en Born. Een koninklijk domein met een bloeiend verleden. Blz. 206
3.
Schloss Harff acten van Vlatten nr. 18
4.
Leenboek Loonsche Lenen Hof Curingen en Public. blz. 18
5.
Schepenbank Sevenum Rijksarchief Limburg charter 6
6.
Afschrift van Leenacten, Schloss Harff acten van Vlatten.
7.
Nederlandsche Leeuw jaargang 1988 kolom 323.
Zoon van Nicolaas van der Donck (Claes van der Donck) (zie VI.1) en Oda van Petershem (Oeda).
Gehuwd op 20‑08‑1515. Huwelijkscontract opgemaakt op 20 augustus 1515.
Claes geeft zijn zoon de hoff "up die Heitrack in der Meierij van den Bosch" met al zijn rechten
Verder krijgt Hendrik mee "alle andere seine pachten, renthen, zehndten, profiten und rechten, hett sij in gulden of in koren, die der vurst. Claes boven den vurst. hoff hatt und hebben mach, liggende in den vurst. Meierei, sei lehnguedt off ceinsgoidt off van andere nature, die gueder sein off sein mogen.
Johanna brengt mee: Dat Hauss van Brehe in den Landt van Kessell met all seinen rechten und zubehoren, wat daran hangende ist,in nathen und in drugen, metter manschappen van der Lehnen und watt dair mehe zubehortt und waett mehe alle dat gene, dat ire noch mach succediren mitt die doit meiner frawen van Henneff haerder moder,
De huwelijksvrienden en mede bezegelaars waren: Amundt van Merode, Prost van unser Frawen tot Maastricht, Her Bernardt van Merode, Prost van Sint Merttens und Canoniche van Sent Lambrechts zu Luetich, unse lieve Neven, Meister Reiner Borman Proist sent Pawels und Canonich sent Lambrechts, Joncker Daen van Guegaven, Heer van Doessen und van Trijess.
Echtgenote is Johanna de Rover (Riever, Roever en Reuver), overleden vóór 1534.
E rfvrouwe van Obbicht, Papenhoven, Wolgrad en de gepande heerlijkheid Grevenbricht
, dochter van Johan die Rover (die Roever) en Frouw Marien van Gugaven.
Uit dit huwelijk:
1.
Anna van der Donck, geboren circa 1515, overleden circa 1561.
Erfvrouwe van Obbicht, Papenhoven, Wolfrath en van de gepandde Heerlijkheid Grevenbricht.
 
Karel van Branckhorsf-Batenburg, heer van
West-Barendrecht ( 1563) ,trouwt te Keulen in 1580, trouwt
(huw.voorw. 7 april 1561 190) ) Alverada van Vlodrop,
vrouwe van Bicht (1564), trouwt 2 juni 1606, en begraven te
Papenhoven 4 juni 190), dr. van Willem, heer van Odenkirchen,
en Anna van der Donck,, vrouwe van Bicht,
Papenhoven en Wolfrath. Zij hertrouwt circa 1582 Philips
Benfinck, gouverneur van Stralen en drost van Montfort.
Uit dit huwelijk:
1. Maximiliaan
2. Karel, heer van Gtisten 191), + in Hongarije.
3. Petronella, Holtum 24 april 1645 192), vrouwe van
Odenkirchen en Wolfrath, trouwt Obbicht(?) 16 febr 1590 193) Marten Bentinck, tot den Leeuwenberg,
7 dec. 1625, kolonel in Spaanse dienst, zn. van Henriek
en Ermgard van Anstel
Bron:
Ondermeer De Nederlandsche Leeuw jaargang 1957,
.
Gehuwd (1) circa 1534 met Willem II Vlodrop (Guillaume de Vlodrop), overleden 1561.
Heer van Odekichen, Dulenbroeck en Vrijheer van Reckhem, erfburger. Graaf van het Stift Keulen.
Willem Vlodrop is in 1556 genoemd als verheffer zijner Gelderse leenen.
Willem Vlodrop te Odenkirchen en zijn vrouw Anna van Donck ( ook geschreven von Dunk ) zijn genoemd in processtukken in 1728 handelende over het bezit van Vlodrop, van Praet, Bronckhorst en Batenburg. Een omvangrijke akte waarin verwantschappen vanaf ca. 1578 zijn beschreven.
Deze akte is te raadplegen op de pagina van de Stramproy genealogie onder het opschrift Sevenum.
Zoon van Willem I Vlodrop en Odilia van Hoemen.
Kinderen uit dit huweijk:
1.
Willem van Vlodrop III trouwde Johann de Fels
2.
Hendrik van Vlodrop
3.
Odilia van Vlodrop trouwde Floris van Boetselaer heer van Odenkercken
4.
Alverta van Vlodrop ( zie hierna Ad. 4 )
5.
Anna van Vlodrop trouwde Hattard van Pallandt, Heer van Daelenbroeck
Zie het boek van R.J. Gruben, Castellogica 1991: Kasteel Daelenbroeck. Blz. 236
 
Ad 4.
Dochter Alverta van Vlodrop, geboren circa 1545 en overleden 2-6-1606
trouwde 1x.Karel van Bronckhorst Batenburg heer van West Barendrecht
trouwde 2x Philip van Bentinck, Heer van Hiem en in 1563 Heer van Obbicht, Papenhoven en Grevenbicht.
 
Karel is een zoon van Herman van Brockhorsten, in 1541 vermeld als heer van Stein, Batenburg en Anholt. Hij was gehuwd met Petronella van Praet van Moerkerken geboren cirac 1501, overleden bij de Clarissen Sint Jacobs Minos. Petronella is een dochter van Lodewijk, heer van Carnisse, Pietershoeck en West Barendrecht en Catherina, bastaarddochter van Egmondt en weduwe van Philips van Cats.Uit het huwelijk van Karel en Petronella zijn geboren: Willem; Karel em Diederik heer van Gasten, onthoofd in Brussel. Bron van bovenstaande alinea De Ned. Leeuw 1957.
 
Karel van Bronckhorst had de Prins van Oranje hulp geboden bij de oversteek van de Maas in 1568. De Spanjaarden namen wraak en verwoeste het kasteel Obbicht circa 1570
Karel veroorzaakte door zijn keuze voor de Staatsen ook diepe schulden en raakte zelfs gevangen.
Na de moord op haar echtgenote kreeg Alverta "ridderlijke" hulp van Philip van Bentinck, Heer van Hiem in Spaanse dienst. Deze lostte haar schulden af en trad met haar in het huwelijk.
Alverta verbleef inmiddels op Wolfrath en Philip Bentinck haar tweede echtgenoot hielp haar bij de wederopbouw
 
Testament van Alverta op 12 oktober 1598 bepaald, dat de Bentnck's kinderen de "Landhove Wolfrath met alle toebehorende inkonsten" kregen
en de Bronckhorst kregen de helft der goederen en de titel zonder Heerlijkheidsrechten van Obbicht en Papenhoven en andere renten enz hieruit. Verder 7 bunder land in ambt Born, 13 bunder land te Holtum behorende tot de hoeve Wolfrath, de later zo genoemde "Donckse goederen", 8 bunder Gulicks leen, het Paesveld leenroerigh aan de abdij te Susteren en 5 bunder leenroerigh aan de abdij van Gesteren-Loevenich.
 
Gehuwd (2) na 1561 met Filips van Bentinck. Met dit huwelijk ging de heerlijkheid Biecht en Papenhoven over aan het edele huis Bentinck.
 

2.
Johanna van der Donck, geboren circa 1515. Erft te Sevenum.

Gehuwd 1533 met Reinier van Vlatten (Reinard), overleden circa 1571.
Vlatten: Theo Schaefer. "Vlatten, ein Dorf mit groszer Geschichte" Keulen 1979.
1545 heer van Sevenum.
Zie Rijksarchief Gelderland. Archief Gelderse Leenkamer H 142.6 Inv.nr.17 1543-1547
 
In De Navordscher van 1916, blz. 296 lezen wij:
Johan van Neukirchen, genaamd Nyvenkeim tot Raet,
was keurvorstelijk Keulsch kamerheer.
Hij was in 1608 gehuwd met Hedwig de Merode van Vlatten, overleden 22-4-1657, dochter van Johan IV de Merode van Vlatten tot Trotse, grooterfschenker van Gülick, Reinierszoon ex Anna van der Donck tot Obich en Donck en van Heilwich Torck van Hemert, Fredericksdr ex Maria van Wittenhorst.
Aan het eind van het betreffende artikel worden de volgende kwartieren samengesteld:
Niekercken gen. Nievenheim Vlatten van Frosum
Reetraet in Smithuisen Torck van Hemert
Wachtendorp Donck van der Donck
Mevert van Veen Wittenhorst
Johan van Nivenheim zu Raed en zijn husfrou Vlatten (Flatten)
Zoon van Leon van Vlatten en Anna van Velbruggen. Concept huwelijksverdrag d.d. 7 april 1533 tussen:
Leon van Vlatten gehuwd met Anna van Velbruggen,
Erfschenck van Gulick,(1544) ambtman van Duren (1543)
als vader van Reinart van Vlatten.
Gulick ook geschreven Jülich. Reinard in 1569 genoemd Landrost van Jülich.
 
en
Henrick van der Donck, Heer te Opbiecht als vader van
Johanna van der Donck
 
Leon van Vlatten verklaart:
Het Huijs Eijnatten met al zijn toebehoor,zoals molen,akkers,wijn-
gaarden enz te geven als huwelijksgift
en 100 golden gulden jaarlijks
Henrick van der Donck verklaart:
Jaarlijks 150 golden guldens
60 mudt spelten uit den Hof Sessenhoven in het Land van Luijck
Gebruikelikke kleding en cieraden
en 3 jaar lang 100 gulden, daar hij geen "grooten prachtend
Geschmuck hatte".
 
Na hun (de ouders) zal Reinart krijgen:
Het ouderlike Stamhuis " Froitzheim " daar Reinart de oudste zoon is
dit met medeweten van Reinart's broer Johan .
en Johanna zal dan :
nog mededelen in het elderlijke en moederlijke verdeelll, niet
daervan uytgescheiden en zal ook delen van de goederen in het
sterfhuijs aan wezig met Anna van der Donck gehuwd met de
Heer van Odenkircken.
Johanna van der Donck, huysfrou Reiniers van Vlatten, erfschenck des Furstendoms Gulick, erve haers vader Henrick wordt de volgende Leenvrouw op 24 febr 1545
Zij vernieuwde de eed in 1564
 
Zoon Johan van Vlatten trouwt 6-5-1574 mey Helwich van Torcke
Johan van Vlatten krijgt het Huys de Donck als huwelijksgift.
Bron. Rijksarchief Gelderland. Archief Gelderse Leenkamer M 42 6 v 2 Inv.nr. 23 1573-1578.
 

3.
Maria van der Donck (Mary), geboren circa 1517, overleden 1564 1567.
Op 23 februari 1547 beleend met huis Bree. "Maria van der Donck, huysfrou Rabots van Plettenborch, erve haere moeder Johanna, wordt met huys Bree beleend".)1.
Maria van der Donck op een glas in lood raam in het Victoria en Albert Museum in Londen. )2.
Bronnen:
1.
Gelders Lenen Sloet blz. 138
2.
Rinus Flokstra en pater M. Conrad in het boek. "Mariawald Geschichte eines Klosters".
Door het kinderloos overlijden van Rabolt van Plettenberg verkreeg Maria ondermeer ambtmanschap van het ambt Heimbach in de Eifel
.
Gehuwd (1) vóór 1542 met Rabolt van Plettenberg, overleden op 31‑07‑1545. Kinderloos overleden. Ambtman van Heimbach.
In het archief van Nordrhein-Westfalen. Zie www.archieve.nrw.de
is Robolt von Plettenberg als volgt genoemd. Inventarisnr. 620:
Vergleich der Erben des Rabolt von Plettenberg: Friedrich von Eltz, Herman Quad, Drost zu Hückeswagen, und Johan von Harff zu Geilenkirchen mit der Witwe Rabolts Maria geboren von der Donck, Ehefrau der Hermann von Winkelhausen bzw der Sibert von Bernsau, betr. die Aufteilung des auf dem Rheinzoll Düsseldorf haftenden Kapitals von 1500 Goldgulden, dessen Interessen die Witwe auf Lebenszeit zugesprochen erhält.
Zoon van Rabold van Plettenberg en Margaretha Van Eynenberg.
Gehuwd (2) vr.Fbr1547 met Herman van Winckelhausen, overleden op 30‑10‑1550.
Gehuwd (3) op 22‑09‑1551 met Sijbert van Bernsau (Silbert).
Heer van Bellinghoven.

4.
Dirk van der Donck (Diederich ook vermeld als Theodrica), geboren circa 1525.
In 1541 vermeld als Bastaard zoon.
Scholtis te Arcen
.


Homepage | E-mail