Genealogie van Balten Verdonck
 
Bestand:
C:\PG30\NL\DATA\BALTEN
Datum:
17-08-2023
Selectie:
'Personen in genealogie van Balten Verdonck [1]'
Sortering:
Per tak

I.1
Balten Verdonck (Balthasar), lakenkoper en kousmaker, geboren circa 1532 te Antwerpen (gezindte: doopsgezind), overleden circa 1590. Vermoedelijk jaar van overlijden gelet op boedelrekening.
Woonde in 1583 te Rotterdam in de Hoogstraat. Vanaf 1594 bezat hij een huis aan het West-Nieuwland te Rotterdam.
 
Later woonde zijn kleinzoon Balten in dit huis. Hij verkoopt het in februari 1624 verkoopt aan Johan van Mierop die getrouwd is met Clara Verdonck een zuster van (kleinzoon) Balten. Het huis was bestemd voor de kinderen Van Mierop. Via deze kinderen kwam het huis in 1675 in bezit van de lakenkoper Christoffel Deynoot
 
Balten wordt in deze akten genoemd met de twee genoemde echtgenotes. Ook worden de namen genoemd van de twee voorkinderen David en Agnita, uit het huwelijk van David met Clara Gregoris en
de twee nakinderen uit het huwelijk met Neellige Halebeens. De namen van de twee naekinderen worden niet genoemd in deze akten van 27-1-1597 en 10-10-1594. Hieruit concluderen wij dan dat de andere op meer plaatsen genoemde kinderen: Peter of Pieter en Balten de twee nakinderen zijn.
 
In een akte, genoemd bij David, is geschreven over de halfboers (meervoud) van David. Hiermee is ook dit familieverband voldoende onderbouwd.
 
Deze familie wordt ook beschreven op bladzijde 6 van het boekje van Mr R. Bijlsma onder de titel ' De Zuidnederlandsche immigranten en de textielindustrie in oud Rotterdam.'
 
Er is sprake van twee voorkinderen en twee nakinderen. In een akte van de weeskamer hiervoor genoemd, waarin deze aantallen, zonder dat namen worden genoemd, worden genoemd zijn tevens vermeld de namen van Balten zijn twee echtgenotes, bij wie hij de twee voorkinderen had en bij wie de twee nakinderen. Genoemde namen zijn overeenkomstig deze invoer.
 
Balten is ook vermeld in een boekje met de tilel: Lakenkopers en Industriëlen, op blz. 863 waar eveneens zijn kinderen en kleinkinderen zijn vermeld.
Bronnen:
Uit dossier Bijlsma:
Boedelstaat 16-2-1590. Wergenstaat OR 1582-9v
Prot 437 OR 1583 7-2-1590
Weeskamer Inventarisnummer 583 folio 155,156,157 en 179.

Gehuwd (1) op 07‑06‑1557 te Antwerpen met Claertje van Huijnen (Clara Gregorius), geboren circa 1538 te Antwerpen, overleden 1566 te Antwerpen, dochter van Goris van Huijnen (Gregorius), barbier, en Barbele van den Bogaerde.
Gehuwd (2) circa 1567 met Neeltgen Haalebeens (Salebeens). Pieter Pickert zijn naam is genoemd in een boedelscheiding voor het gerecht d.d. 21-6-1595.
Er is ook een testament d.d. 30-8-1616 voor notaris Jacob Symons.
Wij namen deze informatie over uit het dossier Van Rijn aanwezig op het Centraalbureau voor Genealogie ( CBvG) te Den Haag waarin geschreven is:
Pieter Pickert is de stiefvader van de weeskinderen van Balten Verdonck en Agatha van der Veene hun grootouders.
{Zij was ook ooit gehuwd met Pieter Pickert.}
Uit het eerste huwelijk:
3.
Agnita Verdonck (Agnietie), geboren circa 1566 te Antwerpen.
Gehuwd op 03‑12‑1591 te Rotterdam met Hans (Jan) Laurens (Johannes en Jan), lakenkoper. Bij huwelijk is genoteerd: van Middelburg.
Bron. Bijlsma: Prot 346; Vergulde Zon Hoogstraat 1602, 17-6-1630.

Uit het tweede huwelijk:
5.
Justus Verdonck.

II.1
David Baltenszn Verdonck, laken- en kouskoopman, poorter, geboren circa 1563 te Antwerpen (gezindte: doopsgezind), begraven op 07‑10‑1617 te Rotterdam. Woonde aan het Westeinde te Rotterdam. We kwamen echter ook de volgende namen tegen: Westnieuwelant en Nieuwpoort.Bij een overdracht van dit huis in februari 1624 blijkt dat dit huis sedert 1594 zijn eigendom was.
Maar David (ook geschreven Davidt) zijn weduwe verhuurt in een akte d.d. 21-1-1619 ook een huis genaamd "de Luypaert" staande in de Houttuyn.
 
In een verklaring gedateerd 6-3-1620 worden de erfgenamen en de voogden van de weeskinderen van dochter Clare genoemd die dan al is overleden en wiens man Johan van de Mierop mede-compareerde.
 
Dan blijkt dat Baltazar de oudste zoon is van David en hem een huis en erve in eigendom is gegeven dat belend werd door:
Cornelis Hubrechtsz van Wassenaer en geheten "de Gulden Appel" in West Nieuwlant en ten oosten door het huis "Hamburgh". In een akte van 14-1-1619 wordt de Gulden Appel aangeduid als "De Gouden Appel".
 
 
 
Cornelis van Wassenaer was kennelijk een zakenrelatie van de familie Verdonck want hij wordt in diverse akten genoemd als coopman en borgh.
Oud Notarieel Archief Rotterdam, inventarisnummer 174, akte en bladzijde 18/26, d.d. 2-10-1628. Cornelis van Wassenaer, coopman, bekent een schuld te hebben aan de weeskinderen van Clara Verdoncx en Johan van der Mierop van 3.800,- gulden
Uit een akte van 22-4-1632 van het zelfde archief met het inventaris nummer 164 en het akte- en bladzijde nummer 72/105, blijkt dat deze vordering nog niet is voldaan. Cornelis woonde eerst in Rotterdam, later in Brabant en nu in Amsterdam. De ooms Baltasar en Hendrick Verdonck worden door de voogden gemachtig het geld te gaan innen.
Blijkens een akte d.d. 16-6-1638, inventarisnummer 138, zelfde archief, akte- en bladzijdenummer 333/523, stond er toen nog 2.000,-- gulden open en woont Wassenaer nu in Brussel.
Erfgenaam van hem is Jan de Swaen die echter te Amsterdam is overleden waarna diens erfenis zijn broer Govert de Swaen aankwam en die risideerde te Muscovien.
Er zijn nog meer akten die handelen over dit zelfde onderwerp.
 
Kinderen van David begraven te Rotterdam:
- 23-4-1611, boek 30 f.13;
- 5-11-1616, boek 36 f.8
 
David Verdonck Baltensz en zijn vrouw Ariaentgen Wouwerixdr van Steenhuysen maken meerderemalen testament.
Zij werden in de aanhef van de akten veelal aangeduid als eersame burgers, poorter en poorteresse deser stede van Rotterdam. Zie hiervoor
27-1-1604 voor notaris J. Symons te Rotterdam, Oudnotarieelarchief, inventarisnummer en bladzijde 10/112. De langstlevend zal bij mondigheid of huwelijk aan de kinderen uitbetalen:
12.500 carolus gulden à 40 groten vlaams het stuk.
Indien David eerder zou komen te overlijden dan moest aan zijn broers en halfbroers tezamen 500 carolus gulden worden betaald.
Verwezen wordt naar een reeds op 27-1-1585 opgemaakt testament.
 
Op 30-9-1616 wordt dit testament, door de echtelieden herroepen, ze doen dat voor dezelfde notaris en bepalen dat de langstlevende aan hun gezamenlijke kinderen, bij mondigheid of huwelijk de som van 50.000 carolus gulden moet uitbetalen.
 
Dit echtpaar is genoemd in:
De Wapen Heraut 1897-1899;
Lasonder Goes nr. 1601 dd 6-7-1616 David genoemd als wonende te Rotterdam;
Lasonder Goes d.d. 6-6-1622 David genoemd als saliger;
David had als zwager Jan Rutgers Mol.
 
Adriaen Jansz Cousmaker, poorter van Goes, was overlijden. Hij had veel schuldeisers. Onder de schuldeisers is vermeld: David Verdonk, wonende te Rotterdam, poorter te Goes voor 14.9.0 Pond.
 
In een akte gedateerd 18-10-1608 wordt David in zijn hoedigheid als lakengrossier genoemd met de leeftijd van 44 jaar. Tevens worden als lakengrossiers genoemd:
Harper Janssens 60 jaar, Jan Antheunis van Essen 36 jaar, Hans Theunisz 56 jaar, Gerard van Berckel 26 jaar en Jonas Cabeliau 30 jaar.
 
Nr.848 folio 728 d.d. 22-01-1600.
Soetgen Dingemansdr. gehuwd met Claes Arijensz. van Vlaardingen geassisteerd met haar gekozen voogd Willem Nieupoort, is schuldig aan David Verdonck lakenkoper te Rotterdam de somme van f600 carolus als restant van f 900 welke de voorn. Claes Arijensz. de koper schuldig was van laken.
Door haar comparante in het scheiden van de boedel en goederen tussen haar en Claes Arijensz., tot haar last genomen volgens het verlij verleden voor Willem Nieupoort de jonge notaris op 25-06-1599.
Zij belooft de somme van f 600 te voldoen met f 100 op september 1600 en de rest op f 100 per jaar.
Indien zij en haar kinderen komen te overlijden voordat de schuld is afgelost, zal David Verdonck het restant ontvangen uit de gereedste goederen. Zij verbindt hieraan haar huis en erf achter op de Haven
bij de Lagebrug, belend ten Z: Jannitgen Rochusdr. waardin in de Hollandsche Tuijn en ten N: Louris Jansz. stadssmid. Ter meerdere zekerheid hebben Adriaen Damen schipper en Jacob Lenertsz. Veen stierman zich borgen geconstitueerd. Adriaen Damen verbindt hieraan zijn huis en erf op de
Hoogstraat, belend ten N: s-herenstraat en ten Z: Cornelis Maertensz. schipper. Jacob Lenertsz. verbindt hieraan zijn huis en erf op de Dam, belend ten W: Rijck Cornelisz. en ten O: Cornelis Heijndricxz. Keesa.
Bron: OUDRECHTELIJKARCHIEF SCHIEDAM INVENTARISNUMMER 331.
GIFTBOEK AKTEN VAN TRANSPORT VAN ONROERENDEZAKEN ETC.
15-08-1595 t/m 11-02-1600
 
Mogelijk behoort ook tot deze familie David Verdonck geboren Amsterdam 9-10-1622, aldaar begraven 2-2-1683, aldaar getrouwd 12/6 - 1/7- 1656 met Cornelia Soolmans geboren 9-10-1622 Amsterdam aldaar begraven 2-2-1683 Amsterdam.
Cornelia Soolmans zou volgens onderzoekers een nicht zijn van Anna van Beringen die trouwde met Hendrik Verdonck.
Bron. "De Wapen Heraut 1897/1899 blz. 182 en 183
, zoon van Balten Verdonck (Balthasar) (zie I.1) en Claertje van Huijnen (Clara Gregorius).
Gehuwd op 13‑04‑1586 te Rotterdam met Adriana Wouwerixdr van Steenhuyse (Ariaentje Mauritsdr), poorteresse van Rotterdam, geboren circa 1565 te Dordrecht, begraven op 07‑03‑1620 te Rotterdam.
Genealogie Van Steenhuyse in Ons Voorgeslacht 1971, bladzijde 120.
Adriana trouwde voor de 1e maal 17-9-1575, vermoedelijk te Delft, notarieel archief 22/263, met Dierck de Leeuwe.
Bijlsma schrijft haar naam ook: Anna Wennericse van Steen.
 
Notarieel archief Rotterdam Inventarisnummer 22 bladzijde 264 d.d. 23-7-1620. Genoemd wordt haar zuster Cornelia die te Rotterdam woont en is overleden. Er is een erfenis van f.15.000,-- en de volgende kinderen van Adriana worden als erfgenamen genoemd:
Maria Verdonck; Balthasar Verdonck, Hendrik Verdonck en de nagelaten kinderen van Clara Verdonck.
 
In het Oud Notarieel Archief van Rotterdam, inventarisnuumer 36, akte 237/555, gedateerd 2-7-1618,wordt Adriana van Steenhuysen de weduwe van Davidt Verdonck, genoemd met de broers van haar man Peter en Balten Verdonck die voogden zijn over de kinderen van haar dochter Clara Verdonck, de vrouw van Johan van den Mierop.
 
In het Oud Notarieel Archief van Rotterdam, Inventarisnummer 37, akte 42 blz.97 gedateerd 7-1-1619, legateert de weduwe van Davidt Verdonck, Adriana van Steenhuysen aan Peter Verdonck haar mans broer en aan Baltasar Verdonck haar mans halfbroer. Verder worden een aantal mensen genoemd van de familie Steenhuysen.
 
Uit het Oud Notarieel Archief van Rotterdam, Inventarisnummer 36, akte en bladzijde 160/391. gedateerd 7-11-1617 blijkt dat Baltasar ongehuwd is en bij zijn moeder woont aan het Westnieuwlant. Baltasar maakt dan testament en schenkt legaten aan ondermeer zijn broer, Hendrick Verdonck en zijn oom Baltasar Verdonck zoon van Baltasar Verdonck zijn oom. Ook leden uit de familie Steenhuysen worden genoemd alsmede Henricxken Jacobdsdr dienstmaecht van zijn moeder en Geertgen Dircxdr eveneens dienstmaecht van zijn moeder. Ook vielen legaten ten deel aan: huysarmen, weeshuys, gasthuys, pesthuys, oude mannenhuys en oude vrouwenhuys.
 
In een akte met hetzelfde Inventarisnummer, gedateerd 11-11-1617, akte en bladzijde 161/1619 lezen wij:
Adriana Wouricxdr van Steenhuysen weduwe van Davit Verdonck legt in haar testament vast dat er legaten gaan naar:
de broers van haar man: Peter Verdonck en Baltasar Verdonck en aan de kinderen van haar broer Rochus van Steenhuysen te weten:
Lijntgen, Jannenken, Lijsbet, Maria en Adriana.
Alsmede aan de tegenwoordige vrouw van Rochus van Steenhuysen Hendricxken Petersdr van Empel.
Tevens aan haar zuster Cornelia van Steenhuysen en aan de zoon van haar broer Antonis Cornelisz van Steenhuysen
Tenslotte aan:
Anna Wouricxdr haar nicht;
Jacob Davidtsz huisknecht;
Maertgen Dircxdr dienstmaagd
 
ONA Rotterdam Invnr. 50 akt/blz. 84/138.
De weduwe van Davidt Verdonck, Adriana van Steenhuysen verhuurt aan Joost Verschuyr een huis genaamd "De Luypaert" Houutuyn 138.
 
Ook van de familie van Adriana haar moeder is uit het Oud Notarieel Archief van Rotterdam, gedateerd 6-6-1611 Inventarisnummer 52 akte en bladzijde nummer 2/2 het nodige bekend geworden:
In deze akte worden door Dieuwertgen Adriaensdr, weduwe van Lenert Jacobsz van Schilperoort, tot haar erfgenamen benoemd:
Lenert Arienss; Neeltgen Adriaenszdr; Lijsbeth Adriaensdr; Maertgen Ariensdr. en volgt er nog een opsomming van familieleden Van Steenhuysen die legaten ontvangen. David Verdonck, de man van Adriana van Steenhuysen wordt met een aantal andere personen benoemd tot executeur en administrateur.
 
ONA Rotterdam Invnr. 37 akte 111 d.d. 31-8-1619 Adriana maakt kort voor haar overlijden een nieuw testament waarbij de eerder gemaakte testamenten d.d. 7-1-1619 en 14-1-1619 worden geannuleerd. Een groot aantal familie leden wordt vermeld. Wij namen de personen over:
Baltasar Verdonck haar zoon; Peter (Pieter) Verdonck de broer van haar man en Baltasar Verdonck ook de broer van haar man.
Conclusie slechts één van de kinderen deelt in de erfenis.
 
ONA Rotterdam d.d. 27-12-1658 Invnr. 172 akte/blz. 110/170
Cathalina, Elyzabeth, Maria en Adriana, dochters en erfgenamen van Roochus Wouricxsz van Steenhuysen, verklaren op verzoek van Hendrick Verdonck, coopman, hun neef, nagelaten zoon en erfgenaam van Davidt Verdonck en Adriana Wouricxsz van Steenhuysen, hun tante en zuster van hun vader, dat zij als erfgenamen van hun vader recht zouden hebben op de helft van een begraafplaets, zijnde en kelder en gemetseld graf met een blauwe hardstenen zerk, in de St. Augustijnenkerck, recht voor de predickstoel, te Dordrecht, afkomstig van hun grootvader Wourick van Steenhuysen, in leven burgemeester (van 's Heerenwegen) aldaar, daarin begraven in 1530. Bij de deling van enige goederen is het gehele graf toebedeeld aan Hendrick Verdoncq. Zij verklaren voor hun helft in de scheiding volkomen te zijn voldaan.
Dochter van Jhr. Wouwerick Pietersz van Steenhuyse, schepen te Dordrecht in 1568 en 1569, en Maria Adriaensdr.. Zij bij huwelijk een jongedochter van Dordrecht. Hij ingeschreven als David Baltensz. van Antwerpen. {Zij was eerder gehuwd voor de kerk op 17‑09‑1575 met Dierck de Leuwe.}
Uit dit huwelijk:
1.
Clara Verdonck (Claertje), geboren circa 1585 te Rotterdam, overleden op 06‑04‑1616 te Delft, begraven op 11‑04‑1616 te Delft. Begraven in de Oudekerk.
Claertgen Verdonck en Jan vanden Mierop wonende te Delft maken op 5-3-1614 testament.Invnr. 1542 fol. 16
 
Op 16-4-1618 worden Pieter en Balthasar Verdonck, haar broers, als voogden aangesteld over de twee kinderen van Jan van Mierop en wijlen Clara Verdonck.
 
In februari 1624 kopen de genoemde voogden en Johan van Mierop benevens Rochus Steenhuysen, voor die kinderen van Balthasar Verdonck het huis aan het Nieuw-Westland te Rotterdam, dat hun grootvader David Balthensz Verdonck reeds in 1594 in eigendom had. Zie hiervoor protocol 4524.
 
Bedoelde kinderen zijn:
1.Hendrik van Mierop circa 1612 te Delft geboren trouwde op 13-9-1637 op het stadhuis te Rotterdam met Margriete Verhaven.
2.David van Mierop geboren circa 1614 te Delft was later burgemeester te Delft en trouwde op 15-10-1641 te Amsterdam, Anna van Breen.
"22-2-1624 draagt Baltasar Verdonck over aan de voogden van de nagelaten kinderen van Clara Davit Verdonck, vader Johan van Mierop, een huis en erf, gelegen in het Westnieuland te Rotterdam, zulks voor de som van f.6.200 met tenietdoening van een rentebrief d.d. 11-6-1622 ad. f.6.200.14.8. De nog te betalen rente f.5.13 thonderd, zijnde f.500.13.14, zal betaald worden met f.50 per jaar zonder interest". Bron.Giftenboek der stad Rotterdam registratienummer 19 fol.704.
 
Ook in een akte d.d. 2-7-1618 van het Oud Notarieel Archief te Rotterdam, Inventarisnummer 36, akte en blz. 237/555 wordt het familie verband nogeens aangegeven.
Adriana van Steenhuysen wordt genoemd als weduwe van Davidt Verdonck, geassiteerd met haar broer Rochus van Steenhuysen vrijwaart zij de broers van haar man:
Peter Verdonck en Balten Verdonck als voogden over de kinderen van haar dochter Clara Verdonck de vrouw van Johan van den Mierop, voor eventuele verliezen.
 
ONA Invnr. 50, akte 120 d.d. 6-3-1620, dat is daags voor het overlijden van haar moeder, verklaart Johan van Mierop, vrouw van de overleden Clara Verdonck dat aan Baltazar Verdonck de oudste zoon van David Verdonck en Adriana van Steenhuysen een huis en erve in eigendom is gegeven. De naam van het huis is "Gulden Appel" in West Nieuwlant.
 
In een akte,gedateerd 2-10-1628, die uitgebreider is genoemd bij Clara haar vader, blijkt dat zij f.3.800,- te goed had van Cornelis Wassenaar een zakenrelatie van haar vader.
 
In een aantal akten van het echtpaar Van den Mierop-Verdonck zijn de zelf geschreven namen ( handtekeningen ) goed te lezen.
 
ONA Rotterdam d.d. 22-4-1632 Invnr. 164 akte en blz. 72/105 Clara machtigt de voorgden van haar kinderen om een vordering van 3800,-- gulden te innen van Cornelis van Wassernaar voorheen wonende te Rotterdam, later in Brabant en nu in Amsterdam. Betreft een op 2-10-1629 via de notaris vastgelegde schuldbekentenis
.
Gehuwd op 13‑04‑1610 te Rotterdam. Huwelijk vond plaats op het stadhuis te Rotterdam. Echtgenoot is Johan (Jan) van (den) Mierop, lakenkoper/kousenmaker, geboren circa 1586 te Delft. Remonstrantse familie. Overleden op 24‑02‑1644 te Delft, begraven op 25‑02‑1644 te Delft. Begraven in de Oudekerk.
Er bestaat een publikatie van Mr. Ph.M. Schenkenberg van Mierop onder de titel 'De Rotterdamse familie van Mierop en aanverwante geslachten'.
 
Johan en Clara genoemd in giftboek 19 folio 704
 
In 'Stam- en Wapenboeken van aanzienlijke Nederlandse familiën,met genealogische aantekeningen, door A.A. Vorsteman van Oijen komt het familiewapen van Van Mierop voor.
 
Zie ook over Van Mierop Nederlands Patriciaat 1916 en 1935/1936.Deze publikatie heeft als titel: 'De oudere generaties van het Delftsch-Rotterdamse geslacht Van Mierop door W.J.L. Poelmans.
 
Zie ook Nederland's Patriciaat 1916, 7e jaargang, bladzijde 255 alsmede Nederlandsche Leeuw 1917.
Kinderen van het echtpaar Van den Mierop/Verdonk genoemd in Octavoserie 22e jaargang bladzijde 86-88 en Wapenheraut 1918 XVII
 
Dossier bij de Nederlandse Genealogisch Vereniging (NGV) te Naarden op Vam Mierop nr. 118
 
Collectie familiepapieren Van Mierop berust bij het Centraal Register van Particulieren archieven. Inventarisnummer 2148.
 
Over het familiewapen zie ook Jubileumuitgave Stichting genealogisch onderzoek Verdon(c)k, 1987.
 
Notarieel Archief Borssele d.d. 7-2-1623 geeft samengevat de volgende informatie: Cors Adriaensz Mannee wonende te Goes verklaart schulden te hebben jegens de naegelaten weeskinderen van Clara Davids Verdonck daer vader van (af) is Jan van Mierop, wonenden tot Delft. Het ging om 128 pond en 11 schellingen.
 
Oud Notarieel Archief Rotterdam, Inventarisnummer 1542, akte en bladzijde 16-17, gedateerd 15 maart 1614 maakt dit echtpaar testament. Zij wonen dan in Delft. Uit dit testament nemen wij, samengevat, over:
Testarice is Elisabeth Breijnen, bejaarde dochter en maakt als erfgenamen:
kind of klinderen van Maerija Tijlen huisvrouw van Jan Leendert Verdonck, wonende te Schiedam;
Antonette van den Bergh, haar dienstmaagd vermiots die dan nog bij haar woont en
Sara Breijnen haar zuster.
 
Oud Notarieel Archief Rotterdam, Inventarisnummer 35, akte en bladzijde 121/259 gedateerd 27-4-1615. Het echtpaar woont ook dan in Delft en maken opnieuw testament bij notaris Jacob Duyfhuysen.
 
Over de oudere generatie Van Mierop is ook gepubliveerd in Octavoserie 22e jaargang de blz. 86 en 87
, zoon van Hendrik van (den) Mierop (Henrick), kousenmaker, en Magdalena van Loon.
Hij een jongeman van Delft en zij een jongedochter van Rotterdam.
Uit dit huwelijk zijn ons bekend:
Hendrik van den Mierop geboren circa 1612 Delft en op 29-10-1644 te Rotterdam begraven;
David van den Mierop begraven in de Oudekerk te Delft 19-2-1675 Hij was burgemeester te Delft en trouwde op 15-10-1641 te Amsterdam met Anna van Breen. Genoemd in Nederlandsche Leeuw 1917 kolom 28.
En een ongedoopt kind te Delft in de Oude Kerk begraven op 20-1-1618
.
2.
Helena Davids Verdonck, geboren na 04‑1586, begraven op 05‑11‑1616 te Rotterdam. Slechts aangeduid als kind van Davit, Geen geslacht en geen naam.
3.
Maurits Verdonck, geboren op 13‑04‑1586, begraven op 05‑11‑1616 te Rotterdam op 30-jarige leeftijd.
5.
Maria Davids Verdonck, geboren circa 1592 (gezindte: doopsgezind), begraven op 06‑01‑1641 te Rotterdam.
Gemeente archief Amsterdam, notaris J.F. van Bruijningh, notarieel archief inventarisnummer 182, fol. 134-135, d.d. 17-11-1614.
Genoemd worden Carel de Wolff en Maria Verdonck, Carel wordt als koopman te Amsterdam aangeduid. Er wordt codicil gemaakt en er wordt verwezen naar een eerder voor notaris Bruijninck opgemaakt testament op 29-1-1614.
 
Oud Notarieel Archief Rotterdam, Inventarisnummer 156, akte en inventarisnummer 11/19 d.d. 26-9-1624.
Maria Verdoncq, weduwe van Carel de Wolff, benoemt tot haar universeel erfgenaam haar zoon Willem en Carel de Wolff. Tot voogden benoemt zij haar ooms Pieter en Balten Verdoncq en haar broer Hendrick Verdoncq.
Testamenten van 27-5-1617 en 16-3-1618 worden herroepen.
 
Maria Verdonck, weduwe van Carel de Wolff, zal de eerstvolgende zes jaar haar broer Baltasar Verdonck verzorgen en onderhouden voor de somma van 100 gulden per jaar, met ingang van 1-5-1635.
 
Er is ook een notariele akte van 23-11-1647 Inventarisnummer 993/A/71 van notaris Jan Bosch, aanwezig in het Gemeentearchief te Amsterdam.
In deze akte worden Carel de Wolf en Willem de Wolf te Rotterdam als broers aangeduid en als zijnde erfgenamen met de kinderen van Maria Verdonck weduwe van Carel de Wolf.
 
Oud Notarieel Archief Rotterdam, Inventarisnummer 161, akte en bladzijdenummer 10/12, d.d. 4-7-1624. In deze akte is een verklaring opgenomen waarin het familieverband goed is weergegeven:
Maria Verdoncq, weduwe van Carel de Wolff;
Balthazar Verdoncq en
Pieter Verdoncq, mede optredend voor Balten Verdoncq, zijn broer en mede voogd over de nagelaten kinderen van Clara Davidtsdr Verdoncq, van wie de vader is Johan van Mierop, laeckencooper te Delft,)* allen naast Hendrick Verdoncq, hun broer en cousijn (neef ), erfgenamen van David Verdoncq en Adriana van Steenhysen, hun ouders verklaren dat voornoemde Henrick Verdoncq, 189 gulden, 15 stuivers en 4 penningen heeft gekregen, die Geeraert Dinginsz van der Goes nog schuldig was aan voornoemde David Verdoncq ter zake van geleverde laeckens.
 
)*Zie voor de benoeming van deze voogde bij Clara Inv. nr.156 akte & blz. 11/19
 
Oud Notarieel Archief Rotterdam, Inventarisnummer 156 bladzijde 11 van februari 1629 Maria genoemd als weduwe van Carl Wolf zaliger wonende te Rotterdam. Tevens genoemd Willem en Cornelis Wolff haar zonen.
Zie ook Nederlandsche Leeuw 1941 pagina 118.
 
Oud Notarieel Archief Rotterdam, Inventarisnummer 174, akte- en bladzijdenummer 50/70, d.d. 16-8-1630 Maria Verdoncq, weduwe van Carel de Wolff, geassisteerd door Hendrick Verdoncq, haar broer, coopman, bekent een schuld te hebben aan Roochus Wouricxz van Steenhuysen, haar oom, van 2.400,-- gulden
Eveneens in een akte van 1630 machtigd Maria haar broers Hendrik en Balthasar een vordering te innen van Hans Uuttenhove en zijn compagnon Abraham de Wolff, beiden wonende te Hanau in Duytschlandt.
 
ONA Invnr. 174 akte&blz. 50/70 Maria wed. van Carel, geassisteerd door Hendrick Verdoncq haar broer, coopman. Bekent schuld te hebben aan Rochus Wouricxz van Steenhuysen haar oom van 2400,-- gulden.
 
Oud Notarieel Archief Rotterdam, Inventarisnummer 174, akte- en bladzijdenummer 63/89 d.d. 20-6-1631.
Maria Verdoncq, weduwe van Carel de Wolff, transporteert aan haar zonen Willem en Carel de Wolff hun deel in de erfenis van hun vader komend van de verkoop van een huis in de Warmoesstraat te Amsterdam, aan Jan en Anthony van Hoeck, cooplieden te Amsterdam.
Voogden van de kinderen zijn Joost van den Vondel en Johan Erpecum cooplieden te Amsterdam.
In deze akten worden ook nog een aantal obligaties genoemd ter waarde van: 6.000,-- gulden, 3.000,-- gulden en 1.200,-- gulden.
De obligatie van 6.000,-- komt ten laste van Mattheeus van Erpecum, coopman te Amsterdam en door hem betaald aan zijn schoonmoeder Tanneken de Wolff.
 
Oud Notarieel Archief Rotterdam, Inventarisnummer 158, akte- en bladzijdenummer 113/336, d.d. 7-11-1638 Maria Verdonck herroept drie testamenten en benoemt haar zoons Willem en Carel de Wolff tot haar erfgenamen. Bij overlijden van haar zoons erven haar verwanten, zij het dat de kinderen van haar zuster Clara Verdonck niet meer dan 1.200,-- gulden zullen mogen ontvangen.
Haar broer Hendrick Verdonck wordt door haar tot voogd benoemd.
Met een akte uit het zelfde archief gedateerd 22-7-1639 herroept ze andermaal haar testament en bepaalt ze dat haar nalatenschap zal verdeeld worden volgens het alhier geldende erfrecht.
 
Akte voor notaris Anthony Huysman d.d. 12-11-1637:
Op verzoek van Balthasar Verdonck is aan Maria Verdoncq, weduwe van Carel de Wolff, gevraagd of genoemde Verdoncq vrijwillig uit haar huis is vertrokken, waarop zij antwoorddde dat zij hem niet meer begeerde.
 
ONA Rotterdam Invnr.178 akteen blz. 90/176A. Bathazar koopt namens zijn zuster Maria Verdoncq, weduwe van Carel de Woll een huis en tuinhuisje in't Oostvierendeel voor 1000,-- gulden
.
Gehuwd op 17‑02‑1613 te Rotterdam met Carel de Wolff, geboren circa 1585 te Keulen (Dld), overleden circa 1619 te Amsterdam. Leverancier van Rijsselsche waren te Amsterdam.
Carel was een broer van de dichter Joost van den Vondel. Na het overlijden van Carel werd Joost van den Vondel voogd over zijn kinderen. schrijft
Bijlsma: Prot 3397 K 16-2-1626. Testament. Voorningh 10-3-1618. Carel liet testament maken bij notaris J.F.v Bruijnincgh te Amsterdam op 29-1-1614 en ook op 23-11-1647 bij notaris Jan Bosch
Erfgenamen zijn Maria en de kinderen. Bronnen NA 182 fol 134-135 GAA en
NA 993/A/71 GAA
Zoon van Willem de Wolff en Tanneken Symons Putze. Hij jongeman van Ceulen en zij jongedochter van Rotterdam. Uit dit huwelijk is Willem de Wolff geboren. Op 17 jarige leeftijd benoemt hij zijn moeder Maria Verdoncq, weduwe van Carel de Wolff tot zijn erfgename. ONA Inv.nr. 157 akte&blz. 22/39. Dit testament is opgemaakt op 27-12-1631.
7.
Jacob Davids Verdonck, geboren circa 1607. In een akte d.d. 17-12-1630 is vermeld dat Jacob Davidsz Verdonck als stierman dient bij capiteyn Keertdekoe.

III.5
Hendrik Davids Verdonck (Henrick, Heijndrijck), winkelier in wollen- en zijdelakenen, lakencooper, gedoopt circa 1590 te Rotterdam, begraven op 27‑04‑1661 te Rotterdam.
Hendrick Verdonck vermeld in het notarieel archief in het Stadsarchief van Amsterdam d.d. 1-9-1627. Hem is een machtiging verleend. Hij woont in Rotterdam en is kruidenier. Ook is vermeld Jasper van Beringen.
 
Woonde in de Hoogstraat te Rotterdam.
 
ONA Rotterdam, d.d.8-4-1633, Invnr. 93, akte/blz. 199/315
Leendert Gerritsz Croon, bestelmeester van het Amsterdamse veer, oud 69 jaar, Jacob Corsz, schipper van Amstelredam, oud 73 jaar, Galeyn Jansz, schipper op Amstelredam, oud 58 jaar, en Gerrit Leendertsz Croon, oud 26 jaar, verklaren op verzoek van Heynrick Verdonck, coopman, dat hedenmiddag met de schuit van Gerrit Jacobsz Joncker, schipper van Amsterdam, een kastje is aangekomen, afkomstig van Lillo en bestemd voor Marcus Jordis, coopman te Amstelredam. Op last van Olivier Courvijn, tollenaer van des Graeffelijckheits tolle, en Dirck Troost, deurwaerder, moest Joncker dit kastje naar Rotterdam terug brengen.
Mede compareert Jan Anthonisz, schippersknecht bij Jacob Corsz, oud 29 jaar, die verklaart dat genoemde Courvijn toen de inhoud van de brievenzak van Joncker op straat heeft gesmeten.
 
Oud Notarieel Archief Rotterdam Inv.nr. 322, akte 130 d.d. 22-6-1634 blz.306:
Daniel van Beringen, wonende te Amsterdan, machtigt krachtens een procuratie gepasseerd op 16-5-1634, Hendrik Verdonck, zijn zwager, om alle geld zaken te regelen die in de geoctroyeerde Westindisch Compagnie ter kamer van Rotterdam en Delft verricht moeten worden.
 
In 1645 is ene Hendrick Verdonck genoemd als remonstrant die samen met enkele andere geloofsgenoten 4 huisjes koopt met erven en pakhuizen gelegen naast de brouwerij van Anthony Nijs, ten behoeve van de kerk. Dezelfde Hendrick Verdonck wordt in 1632 genoemd als een vermogend remonstrant die andermaal met geloofsgenoten een brouwerij met mouterij koopt voor fl.11.600,- om er een kerk van te maken.
Bron van het bovenstaande: "Arminianen in de Maasstad. De Remonstrantse Gemeente Rotterdam" door Tj. Barnard rn E. Cossee, uitgegeven in 2008.
 
 
Rochus Parvé, Jacob Paets, Olivier Oliviersz van Vlierden en Joris de Poter, allen Remonstranten, leggen een verklaring af op verzoek van Theodorus Sismus, medicine docter, Willem Henricxsz Rotshouck en Henrick Verdonck, allen gewezen ouderlingen van de Remonstrantse Gemeente hier ter stede. Ze zijn ,s morgens 07/11 met veel anderen in de Remonstrantse kerk geweest, waar Ds Samuel Lansbergen de Oude voorging, die bij de uitleg van de Schrift openlijk verklaarde, dat hij tot nu toe naar waarheid had gepreekt en dat er, in zijn tijd, in de kerkekamer van Rotterdam rust, vrede en eendracht was geweest, als in het paradijs. Vervolgende; die roem zijn wij nu kwijt. De oorzaak was, vgs.hem de Nieuwe Orde, die enkele personen van zijn gemeente wilden invoeren. Ze wilden 20 mensen aanstellen, die alle kerkelijke zaken moesten regelen, en een ander, hoe goed of vroom die ook was, kon alleen toetreden als er iemand van die 20 zou overlijden. Hij voegde daarbij, dat ze probeerden ze tot staats mensen te maken, de diaconen zouden hun rechten kwijt raken, en sommigen probeerden dit op slinkse wijze te bereiken, door net te doen of hij daarin optrad als een stokebrand. Hij verklaarde geen man van twijfels noch een stokebrand te zijn en riep daarbij dat God wist dat zijn geweten zuiver was. En dat hij dit op zijn oude dag nog mee moest maken.
Toegangsnummer:
18 Archieven van de Notarissen te Rotterdam en daarin opgegane gemeenten (ONA)
 
 
Bij notariële akte van notaris J. Verhey te Amsterdam, gedateerd 2-4-1635 wordt er een bedrag van 1.000 Vlaamse ponden naar Hendrik getransporteerd. Het komt hem aan als erfgenaam van Casper van Wickevoort en het betreft gelden geregistreerd bij de West Indische Compagnie te Rotterdam op naam van Casper van Wickevoort d'oude.
Gemeente Archief Amsterdam Notarieel Archief Inventarisnummer 791 fol.117
 
"Sepulture ofte graftboeck van de Augustijnenkerck te Dordrecht" is een in 1998 uitgegeven boek.
In dit boek wordt Hendrik Verdonck genoemd. De schrijwijze is daar Hendryjck Verdonck zijnde een dochterszoon van Wourich van Steenhuysen.
Het handelt zich hier over het graf van de familie Steenhuysen in genoemde kerk. Graf nr. 30 dat in 1621 werd aangelegd.
 
Notarieel archief Rotterdam.
27-12-1658 Cathalina, Elyzabeth, Maria en Adriana, dochters en erfgenamen van Roochus Wouricxsz van Steenhuysen, verklaren op verzoek van Hendrick Verdonck, coopman, hun neef, nagelaten zoon en erfgenaam van Davidt Verdonck en Adriana Wouricxsz van Steenhuysen, hun tante en zuster van hun vader, dat zij als erfgenamen van hun vader recht zouden hebben op de helft van een begraafplaets, zijnde en kelder en gemetseld graf met een blauwe hardstenen zerk, in de St. Augustijnenkerck, recht voor de predickstoel, te Dordrecht, afkomstig van hun grootvader Wourick van Steenhuysen, in leven burgemeester (van 's Heerenwegen) aldaar, daarin begraven in 1530. Bij de deling van enige goederen is het gehele graf toebedeeld aan Hendrick Verdoncq. Zij verklaren voor hun helft in de scheiding volkomen te zijn voldaan
 
Oud Notarieel Archief Rotterdam, Inventarisnummer 159, akte- en bladzijdenummer 47/124, d.d. 23-4-1641.
In deze akte is van dit echtpaar een testament opgenomen. Zij benoemen elkaar over en weer tot universeel erfgenaam.
Als voogden worden aangewezen zijn neven:
Cornelis Verdoncq die gehuwd is met Margriet Crommelin en Crijn Andriesz en
haar broers Jan en Thielman van Beringen alsmede haar zwager Isaacq Soolmans die getrouwd is met Maria van Beringen

ONA Rotterdam d.d. 21-7-1642, Invnr. 434, akte/blz 80/96
Hendrick Verdonck en Jan Jacobs Ketelaer, cooplieden, ter ene zijde, en Thomas Waerdenier, jonggesel, te Dordrecht, geassisteerd door Tijs Tijssen, schoenmaker, zijn couzijn, ter andere zijde, sluiten een overeenkomst. Waerdenier zal van Texel varen naar Brasilien of Parnambuco en daar in dienst treden bij Andries Ketelaer en David Verdonck, zoons van de comparanten, voor de tijd van 2 jaar en voor 100 gulden per jaar. Hij zal dienst doen als silversmid.
 
Er is een Hendrick Verdonck, geboren en gedoopt op respectievelijk 22/29-6-1625.
 
27-2-1644 Elizabeth, weduwe van Balten Verdonck, verkoopt een tuin, tuinhuis en drie erven aan de Schiekade Oostzijde. Later zou dit de buitenplaats 'Zomerhof' worden (Bibliotheek GA Rotterdam handschriftenverzameling Inventarisnummer 2728)
 
Oud Notarieel Archief Rotterdam, Inventarisnummer 177, akte- en bladzijdenummer 9/15, d.d. 22-8-1647.
Balten Verdonck, drapier wonende te Leijden, bekent 1.000,-- schuldig te zijn aan Catharina van Steenhuysen en zijn neef Henrick Verdonck als administrateurs van de goederen van Frans en Dirck de Leeuw, die in het buitenland zijn.
 
Notarieelarchief Rottetdam
(16-1-1642) Johannes Jaspersz Troyen, j.g. geassisteerd door zijn moeder Josyna Huybrechtsdr, wonende te Dordrecht,
en zijn cousijns Heynrick Verdonck, coopman, benevens Jasper Goris, boeckvercooper te Dordrecht,
sluit een contract van huw. voorwaarden met Elysabet Gerritsdr Hommers, j.d. geassisteerd door haar oud-ooms
Gerrit Jansz scheepstimmerman en Joost Jansz, scheepstimmerman, benevens haar oom en voogd Jan Fransz, scheepstimmerman,
en haar moeye Merritgen Cornelisdr.
 
Bij akte d.d. 11-3-1641 koopt Hendrick Verdonck van Bathasar Verdonck (Verdoncq) een te Schoonderloo gelegen boomgaard met erf en recht op erfpacht met een singelgracht en rietvelden en een vrije uitgang van 5 voeten breed aan de oostzijde.
Deze eigendommen werden eerder door Bathasar verkocht aan Jan Donnijs (Domijs) een brouwer te Rotterdam.
 
Bij akte d.d.25-2-1660 wordt Henrick Verdonck eigenaar van een huis en erf genaamd "Napels" aan de westzijde van de Lombardstraat te Rotterdam. Tevens wordt hij voor de helft eigenaar van een huis met erf "De Vliegende Leeuw" gelegen aan de zuidzijde van de Hoogstraat.
De overdracht wordt gedaaan door Hendrick zijn schoonvader Hermanus van den Heuvel,
 
Hendrik Verdonck is vermeld in een akte d.d. 22-2-1624. Bron Gem. Archief Rotterdam, Oud Recht. A rchief 513. Hij en vele anderen zijns vermeld als donateurs voor de verbouwing van een brouwerij tot Remonstrantse kerk.
 
Op 2-12-1623 wordt Henrick Verdonck voogd voor zijn neef Nicolaes Vogel getrouwd met Anna Wouricdr van de Waeren.
 
 
27-aug-1642
Aktesoort:
bevrachtingsovereenkomst
Aktenummer:
475
Bladzijden:
701 t/m 702
Notaris:
Adriaan Kieboom
Akteplaats:
Rotterdam
Standplaats:
Rotterdam
Inhoud:
Heyndrick Verdonck, sydelaeckencoopman, contracteert Jan Ewel, schipper van de Jan van London om de volgende dag maximaal twee en tachtig infanterie vrouwen en kinderen te vervoeren naar Diepen of Calis in Vranckrijck, afhankelijk van de wind. De reder zal niet aansprakelijk zijn voor kaping door de Duynkerckers of andere schade, wel voor eventuele noodzakelijke kost of drank.
Toegangsnummer:
18 Archieven van de Notarissen te Rotterdam en daarin opgegane gemeenten (ONA)
Inventarisnummer:
152
, zoon van David Baltenszn Verdonck (zie II.1) en Adriana Wouwerixdr van Steenhuyse (Ariaentje Mauritsdr), poorteresse van Rotterdam.
Ondertrouwd op 16‑07‑1619 te Amsterdam. Zij tekenden in het ondertrouw register als Heijndrick Verdonck en Anna van Beringen. Hendrik van Rotterdam en 22 jaar. Anna 20 jaar en geassisteert door Juffrouw Maria van Wickevoort.
Op bladzijde 218 van De Wapen Heraut van 1897/1898 wordt het overlijden van Maria van Wickevoort genoemd op 11-1-1650 te 12.00 uur, out 89 jaer. Zij wordt dan aangeduid als de moeder van Thielman van Beringen.
Echtgenote is Anna van Beringen (Anneke van Bruggej), gedoopt circa 1599, overleden op 13‑01‑1649 om 09.00 uur te Rotterdam, begraven op 18‑01‑1649 te Rotterdam.
Voor het familiewapen van de familie Van Beringen zie het jubileum boekje van de Stichting Genealogisch Onderzoek Verdon(c)k van 1987.
Artikel over Van Beringen in de Wapenheraut 2e bijlage in Genealogie de Marees.
Zie ook De Nederlandsche Leeuw 1979 kolom 116.
Anna is op 11-1-1624 te Amsterdam doopgetuige bij de doop van Servaes Siersma die geboren is uit het huwelijk van Goossen Sierxma en Elisabeth van Beringen
, dochter van Thielman van Beringen, zijdelakenkoper, poorter van Amsterdam 22-3-1603, en Maria van Wickevoort.
Uit dit huwelijk:
1.
Davidt Verdonck, gedoopt (ngk) op 05‑01‑1621 te Amsterdam (getuige(n): IJsaack Soolmans). Gedoopt in de Oudekerk. Invnr. 5.
3.
Maurits Verdonck, koopman, gedoopt circa 1626 te Amsterdam, overleden circa 1663. In een notariële akte te Amsterdam d.d. 25-10-1663 is Balten vermeld als zaliger. Zijn weduwe handelt zaken af. Maurits komt voor in het Poortersregister van Amsterdam op 22-10-1659 boek 2 bladzijde 347. Hij was op dat moment afkomstig van Rotterdam.
Notarieel archief Gemeentearchief Amsterdam, inventarisnummer 1891 folio 6-11 voor notaris Fr. Uijtenbogaard d.d. 4-1-1653.
 
Huybert Beens transporteert aan zijn neef Mauritz Verdonck, wonende in Lijfland, wiens vader is Hendrick Verdonck, vorderingen:
op 19 personen in Reval; 2 in Narwa en 12 in Riga
totaal Vlaamse ponden 25626.5.1
Voorts: 10 tot Gothenburg; 19 te Stockholm; 8 te Noortcappen en 2 te Abo, samen Vlaamse ponden: 23820.17.7
Beens is voldaan door Hendrick Verdonck uit Mauritz Verdoncks moederlijke middelen.
In een akte inventarisnummer 1891 folio 6-11 van dezelfde notaris d.d.4-1-1653 gaat het over soortgelijke zaken. Totaal 19 vorderingen samen circa 15.000 Vlaamse ponden.
Notariële akte d.d. 6-3-1659 Inventarisnummer 1540/15 Gemeentearchief Amsterdam, notaris Jan Volkaertsz.
Maurits Verdonck sluit een bevrachtingscontract af voor het schip "St. Marten" voor een lading zout van La Rochelle.
Maurits Verdonck genoemd in notarieel archief gemeentearchief Amsterdam Inventarisnummer 2167/1-4 van notaris Adriaen Lock d.d. 20-2-1662.
Er is sprake van een testament van Machtelt Adriaens van de Leur, een jongedochter geboren te Vlijmen in het land van Heusden, wonende op de hofstede van Maurits Verdonck in de Watergraafsmeer. Haar testament is van 14-3-1661 voor notaris Nicolaes Listingh.
Notarieel archief inventarisnummer 3174/281 voor notaris Abraham Oorthoorn d.d 16-6-1663, Maurits stelt zich borg voor Justinus Knobbe.
 
Maurits was een druk zakenman want wij lazen nog drie notariële akten:
1.
d.d. 31-1-1662 Maurits Verdonck geassisteerd met zijn vader Hendrick Verdonck, ter andere zijde en ter eenre zijde Huijbrecht Beens zaliger met Cornelis van Hamskeren als man en voogd van Maria van Beringen. Maria voor deze getrouwd geweest H.Beens.
Notaris Frans Utenbogaert handelt het op 23-7-1652 opgemakte Testament van de overleden Beens af.
2.
Notariële akte d.d. 25-10-1663 betrfet een machtiging. Maurits is vermeld met Barent Schot zijnde reders en eigenaars van de schepen: 'De Hoop'en 'Sint Maarten' Ook zijn vermeld Jacob van Wallendael, een coopman en Hendrick Hettijs of Hettgers als schippen van 'De Hoop' Tevens komen de namen voor van Henderick Besselingh eb Leendert Scuijt. De akte is ondertekend met duidelijk leesbare handtekeningen.
3.
Notariële akte d.d. 24-12-1668 Maurits is dan overleden. Onderwerp akte: Koopakte huis met belendingen. Verkoper is de weduwe van Agneta Fonteijn die vermoedelijk eerder was gehuwd met Jan Verhoeve. De prijs van deze onroerende goederen te Amsterdam was fl.12.000.--. Alle genoemde personen wonen of woonden te Amsterdam. Het adres vann het perceel was voor mij slechts leesbaar. Ik las Euvelsdijck op de Zuydhoeck vsn Baessejes wegje binnen Amsterdam.

Ondertrouwd op 21‑02‑1658 te Amsterdam, gehuwd op 10‑03‑1658 te Amsterdam. Getrouwd in de Nieuwekerk te Amsterdam door ds. Larcsman. Echtgenote is Angenieta Alders Fontain (Fonteyn), dochter van Augustinus Fonteyn. Zij was weduwe van Jan Verhoeve.
Maurits was 32 jaar bij zijn trouwen, geboren Amsterdam
. {Zij was eerder gehuwd voor 1658 met Jan Verhoeven.}
4.
Adriana (Adriaentje) Verdonck (Maria), gedoopt (ngk) op 01‑08‑1628 te Rotterdam (getuige(n): Maria van Wickevoort), overleden op 12‑10‑1664 te Rotterdam op 36-jarige leeftijd.
Ondertrouwd op 05‑02‑1655 te Rotterdam, gehuwd op 26-jarige leeftijd op 01‑03‑1655 te Rotterdam met Jan Harmensz van den Heuvel, gedoopt circa 1631 te Rotterdam, overleden circa 1682 te Amsterdam. Gezien by de ondergeschreevene Copie van de Codicille by den Heer Jan van den Heuvel, voor Gerard Blokïcerus. Notaris binnen de stad Rotterdam en getuigen, gepasseert den 27 May 1704.
En in facto onderricht, dat de voorschreeve Codicille door den Heer van den Heuvel met 'er dood zynde beveiligt, zonder dat hy wettige Kind of Kinderen, of verdere Descendenten nagelaaten heeft gehad, vervolgens ook Anna Verdonk, Weduwe van den Heer Arent van Waarden, en Emerentia Verdonk, Weduwe van den Heer Theophilus Neranus, beiden fuccessivelyk deeze wereld zyn overleden, en dat althans nog in leevende lyve is Maria van der Lanen , Huisvrouwe van den voornoemde Jan van den Heuvel.
En voorts gevraagt.
Of de Erfgenaamen van opgemelde Anna en Emerentia Verdonk, of wel van den geenen die van haar beiden de langstleevende is geweest, de somme van zesentwintig duizend Guldens zullen mogen eisschen, ten laste van des Testateurs geinstitueerde Erfgenaamen?
Dunkt (onder verbeteringe,) dat de Erfgenaamen van Anna en Emerentia Verdonk, of wel van den geenen die van haar beiden de langstleevende is geweeft, ten laste van de Weduwe, en geinstitueerde Erfgenaamen van den Heer Jan van den Heuvel.
ONSULTATIEN en ADVYSEN.
Jan van den Heuvel, of haare Erven, na verloop van de drie maanden, na overlyden van dezelve Weduwe en geinstitueerde Erfgenaamen, bevoegt zullen zyn te eisschen de zesentwintig duizend Guldens, by de voorsz. Codicille aan Anna en Emerentia Verdonk, of aan de langstleevende van haar beiden, gemaakt en besproken.
Want of wel "na regten een onzekeren dag verstaan word van een en dezelfde kragt te zyn als een conditie. En dat ook conditioneele Legaaten niet worden getransmiteert, wanneer de Legatarissen voor 't exteeren in princip quando dies legato cedat zo heeft nogthans zulks in deezen geen applicatie altoos, om redenen, dat de Weduwe en geinstitueerde Erfgenaamen van den Heer van den Heuvel erft en vooraf verKlaart is geworden, aan de voornoemde Anna en Emerentia Verdonk, of de langstleevende van haar beiden, by forme van Legaat, verschuldigt te zyn, dezelve somme van zesentwintig duizend Guldens, en dat alzo de voorsz. ƒ 26000- - aan dezelve Anna en Emerentia Verdonk, of wel de langst leevende van haar beiden, zyn gelegateert geworden, in eene periode te eenemaal op zig zelve bestaande en alzo pure en zonder eenige conditie.
Omtrent Van den Heuvel zie ook Nederlandsche Leeuw 1966.
Jan Harmens van den Heuvel komt ook voor in de kwartierstaat van de heer Molster te Amsterdam onder het nr. 434.
 
Oudste dochter Barbara van den Heuvel trouwt Ambrosius Pool die de beschikking had over een familie bijbel.
Als één van de kinderen gedoopt wordt zijn aldaar getuige Muy Verdonck alias Fontijn. Deze namen wijzen in de richting van Maurits Verdonck broer van Adriana, Jan van den Heuvel zijn 2e vrouw.
 
Van den Heuvel woonde aan de Lombertstraat en in 1654 op het Waalseiland te Amsterdam.
 
Kinderen gedoopt in de Remonstrantse kerk:
Harmen 19-10-1656(301-67); Anna 9-12-1658(301-74); Maria 1-2-1661(301-80) en Hendrik 3-7-1663(301-88).
{Hij was eerder gehuwd op 08‑08‑1649 te Rotterdam met Baertgen Claessen, overleden op 07‑06‑1654 te Rotterdam. Uit dit huwelijk zijn twee kinderen geboren. Hij is later ondertrouwd op 19‑05‑1666 te Amsterdam, gehuwd op 21‑05‑1666 te Amsterdam met Johanna Hasselaers (Jannetje), geboren circa 1631, overleden na 1680. Het wapen van de familie van Hasselaer is afgebeeld in 'Stam- en Wapenboeken van aanzienlijke Nederlandse familiën' met genealogische aantekeningen, door A.A. Vorsteman van Oijen.
Johanna is familie van de bekende Kenau Hasselaar die in 1572 te Haarlem aan het hoofd stond van 300 vrouwen die met succes strijd voerden tegen de Spanjaarden.
Bij dit huwelijk komt de aantekening voor, weduwnaar van Adriana Verdonck. Misschien is Adriana en Maria door elkaar gebruikt. Of trouwde hij met beide. Een huwelijk met Maria is nog niet gevonden. Drie kinderen uit dit huwelijk.}
5.
Heinderick Verdonck, gedoopt (ngk) op 02‑04‑1632 te Rotterdam (getuige(n): Maria van Wickevoort).
Doopgetuige 1652 en 1655 bij kinderen van broer Tielman.
 
Een akte van Arbitrage d.d.26-2-1660 waarin als arbiters zijn vermeld ondermeer Heijndrick en Tielman Verdonck.
Er is een conclict tussen de neven Cornelis en Balten Verdonck.
Balten zijn beklag omvat 13 punten waarbij het steeds over geld gaat. Wel of niet betaald genoei mwt stempels op wollen draperieën, gedoe over schulden enz,
Cornelis zijn commentaar op de klachten van Balten omvat 12 punten.
De volgende bedragen in guldens zijn vermeld: 400; 600; 2000; eerder genoemd bedrag van 500 werd gecorrigeerd naar 400.

6.
Johannes Verdonck, gedoopt (ngk) op 08‑10‑1634 te Rotterdam (getuige(n): Maria van Wickevoort).
7.
Pieter Verdonck (zie IV.10).

IV.2
Thielman Verdonck ("de Plomp"), loodwit fabrikant, gedoopt (ndg) op 23‑01‑1623 te Amsterdam (getuige(n): Maria van Beringen gehuwd met Isaac Soolman). Gedoopt in de Nieuwekerk te Amsterdam. Een andere bron vermeld: openlijk Remonstrantsgedoopt. Begraven op 08‑03‑1689 te Rotterdam op 66-jarige leeftijd.
In het Roterdams Jaarboek 1934 bladzijde 72 is geschreven over Tielman Verdonck.
In de Nederlandsche Leeuw van 1966 kolom 244 is gepubliceerd over het geslacht Van Driel. In deze publicatie komen Tielman en zijn vrouw ook voor met een verwijzing naar het Rechterlijkarchief van Poortugaal nr. 1 d.d. 13-10-1651.
Hij was eigenaar van een loodwitmakerij met de naam 'De Plomp' met een daarbij gelegen azijnplaats genaamd 'De Kuypers Baars' beiden gelegen aan de Binnenweg op de hoek van de Waschbleeklaan.
In 1795 werden beide gebouwen verkocht voor f.7.000,- gulden.
De inventaris bracht f.3000,- gulden op.
Tielman werkte samen met zijn zwager Jan Jansz van den Heuvel en na diens overlijden met zijn aangehuwde neef Jan van den Heuvel jr. en diens zwager Johan de Wijs, een schepen van Schiedam.
Oudnotarieelarchief Rotterdam Inventarisnummer 690 bladzijde 79 van 1658, Thielman is borg voor Joh. van den Heuvel.
Oudnotarieelarchief, inventarisnummer 689 bladzijde 90 van 1658, Thielman genoemd als voogd.
Na het overlijden van Tielman werd zijn zoon Jan in de firma opgenomen doch die vestigde zich eind 17e eeuw als loodwit- en azijnfabrikant in de buurt van Londen.
 
ONA Rotterdam Invnr 407 akte/blz. 241/571
Over gebruik en verdeling van de nalatenschap van Jan Harmansz van den Heuvel hebben Jan Jansz van den Heuvel, Tielman Verdonck, Maria van Steenhuysen, weduwe van Don Jansz van den Heuvel, en Johannes Sweerts als toeziend voogd van Jan Donsz van den Heuvel, de minderjarige zoon van Don Jansz, op 29-06-1658 een overeenkomst gesloten en laten vastleggen bij notaris Arnout Wagensfeld. Over de verdeling van de rente van Jan Harmansz' nalatenschap is nu een conflict gerezen. De erfgenamen zoeken via notaris Delphius arbitrage en beloven die te aanvaarden.
De arbiters Nicolaes Cuperus, Samuel Beijer, Dirck Laeckens en Cornelis Blonck stellen de nalatenschap van Jan Harmansz van den Heuvel en diens ook overleden weduwe Emmetgen Doenen vast op ca. 33.656 gulden, inclusief een door haar gekocht graf in de Groote Kerck + nog eens 1500 gulden die zij bij haar huwelijk "meebracht". De scheidsrechters stellen de verdeling van genoemde bedragen, enkele kleinere bedragen en goederen vast: elk der bovengenoemden krijgt een derde deel.
 
Oudnotarieelarchief te Schiedam Inv.nr.784 blz. 29, d.d.1-5-1677. Tielman Verdonck geeft een akte van insinuatie af als voogd over Jan en Emmetje van den Heuvel, kinderen en erfgenamen van Jan Janszn van den Heuvel, zaliger en Hendrickge 's-Gravenhage, aan Johan de Wijs, oud kapitein, wonende te Schiedam en gehuwd met Emmetge van den Heuvel voornoemd, zijn neef, wegens het niet doen van rekening van ontvangst en uitgaaf en scheiding doen van de boedel van Jan Jansz van de Heuvel, zaliger, voornoemd, waartegen deze protesteert.
Tielman was de voogd van Emmetge van den Heuvel.
 
ONA Rotterdam, d.d. 14-9-1651, Invnr. 155, akte en blz. 97/142
Jan Jansz van den Heuvel, Thielman Verdonck gehuwd met Jannitge Jansdr van den Heuvel, Jan Jacobsz Palm als voogd over Jan Doensz van den Heuvel, kind van Doen Jansz van den Heuvel, zijn erfgenamen, kinderen en kleinkind van Emmitge Doens.
Zij heeft in haar testament, dat op 08/10/1644 is gepasseerd voor weilen notaris Pieter Pelt gezegd dat Jan Jansz haar zoon, het huis en erf in de Houttuynen waar zij woonde mag hebben tegen taxatieprijs.
Volgens taxatierapport van 27/04/1650 voor notaris Van der Graeff moet het huis 11.000 gulden kosten.
De andere erfgenamen hebben hun deel van de opbrengst van het huis ontvangen
 
Boedelinventaris door notaris Hugo Pille Invnr. 7204 akte 132 d.d. 29-9-1687 te Schoonhoven.
Inventaris van alle soodanige goederen en effecten als bevonden sijn in 't sterfhuys van Hendrik Maertensz Kuyper, in sijn leven provenier in 't gasthuys binnen den stad Schoonhoven en in 't laest van de maend julij deses jaers 1687 aldaer overleden, gedaen maken bij d'heren boekhouder en regenten van 't gemelte gasthuys in presentie van Jan, Geertruyd en Catrijna Maertens Cuyper, broeder en susters, eenige erfgenamen van voorschreven Hendrik Maertensse. Eerstelijck een obligatie op den 11e april 1679 bij sr. Martinus Immerseel, coopman tot Amsterdam, onder de borgtogte van sr. Thieleman Verdonk, coopman tot Rotterdam, voor den notaris Philips Basteels en sekere getuygen binnen gemelte stad Rotterdam gepasseert, inhoudende als reste van meerder soms in capitaal nog 1600 gulden. Nogh een acte obligatoir op den 17-2-1683 bij Jan Willemsse van Dalen ten behoeve van den overleden Hendrik Maertensse onder sijn hand gepasseert, inhoudende de somme van 80 gulden, waeronder tot speciael verband als pant ter minne in handen van de overledene is gestelt en ook daerbij gevonden een onderriem off het silverwerk aen wedersijden met twee silver hegtmessen, dus alhier gestelt 't vsz. capitaal van 80 gulden, den intresse van dien resteert tsedert den 17-2-1686, nogh 36 stucken potgelt en ander cleyn gelt bedragende tsamen tot 7 gulden 10 stuivers is vereert, nogh van calculatie 19-15-8?. Een coffer waerinne bij openinge bevonden is: 10 hembden,2 dassen, een stuckje gebleyckt linnen tot 2 hembden, 2 swarte broecken met een wambais, nog een streepten hemtrock en eenige rommelingh niet weerdig te specificeren. Aldus den voorschreven inventaris gedaen maken bij de inventarisanten in 't hooft deses genoemt, dewelcke bij voornoemde Jan, Geertruyd en Catharina Maertens voor goet is opgenomen en geapprobeert en verclaerden deselve alle de goederen, obligatien en andere effecten hiervooren gespecificeert van de heren boekhouder en regenten van 't vsz. gasthuys overgenomen en ontvangen te hebben, waermede deselve haer mitsdesen ten volle voor voldaen en vernoecht houden, gedaen binnen de stad Schoonhoven. Getuigen: de heer Jacobus van Wijngaerden, schepen der gemelte stad, en Willem Hermensse van den Bos, wonende alhier.
 
Persoon: Stadsarchief Rotterdam Notariële akten - 20 compagnieschap of ontbinding daarvan 13-feb-1651
Datering: 13-feb-1651
Aktenummer: 20
Bladzijden: 44 t/m 46
Standplaats: Rotterdam
Notaris: Arent van der Graeff
Akteplaats: Rotterdam
Aktesoort: compagnieschap of ontbinding daarvan
 
Inhoud:
Hendrick Verdonck, Tielman Verdonck, Jan Jansz van der Heuvel en Olivier van Vlierden, coopluiden, gaan een contract aan om gezamenlijk brandewijn te gaan branden op een perceel, te weten een huis, erf, tuin en een daarop voor gemeenschappelijke kosten getimmerde branderij, gelegen achter het Verbrande Clsster, dat door van Vlierden voor gezamenlijke rekening is gekocht van Willen de Wolff volgens de gifte daarvan op naam van Olivier van Vlierden d.d. 24-10-1644, alsmede een huis en erf dat door van Vlierden is gekocht van Gillis Lambersz van der Elst volgens de gifte d.d. 3-11-1644, elke comparant voor 1/4 deel.
De branderij zal gedaan worden door van Vlierden, ieder moet granen en andere benodigdheden aanleveren.
Er worden regelingen getroffen indien iemand zijn aandeel wil verkopen of komt te overlijden.
Indien een weduwe of erfgenaam niet wil doorgaan in de branderij zal zij of hij het 1/4 deel in huis, erf, tuin en branderij aan de andere compagnons laten en daarvoor 1600 gulden genieten.
Indien een erfgenaam wel wil continueren moet hij een persoon machtigen om met de andere compagnons de handel voort te zetten.
N.B. Hendrick en Tielman Verdonck tekenen hun naam beide als Verdoncq.
 
Toegangsnummer: 18 Notarissen te Rotterdam en daarin opgegane gemeenten (ONA) Inventarisnummer: 339
 
Thielman komt ook voor in het notarieel archief van het Stadsarchief Amsterdam d.d. 22-10-1682. Het betreft een machtiging die aan Thielman verleend wordt aangaande grafrechten in de Grote Kerk te Rotterdam. In deze akte zijn vermeld.
Juffrouw Adtiana Balaens weduwe van wijlen Carel de Wolff en Johannes Blom medicinaal docter gehuwd met Bar bar a de Wolff zaliger.
Zoon van Hendrik Davids Verdonck (Henrick, Heijndrijck) (zie III.5) en Anna van Beringen (Anneke van Bruggej).
Ondertrouwd op 02‑05‑1645 te Rotterdam, gehuwd op 22-jarige leeftijd op 21‑05‑1645 te Rotterdam met Jannetje Jansdr van den Heuvel (Annetje Jans), geboren circa 1615, gedoopt (Remonstrant) op 03‑04‑1654 te Rotterdam. Remonstrants gedoopt derhalve geen relatie doopdatum met geboortedatum. Was op 39 jarige leeftijd huwelijks getuige bij haar broer Herman Jansen die op 3-4-1654 trouwde.
Zie ook Nederlandsche Leeuw 1919 en 1966 en Rotterdamse Jaarboek 1934 De namen van haar ouders zijn door ons afgeleid van Rechterlijk archief Poortugal nr. 1 d.d. 13-10-1651.
Geschreven wordt over de erfgenamen van Emmetje Doenen van Driel weduwe van Jan Harmens van Heuvel.
Erfgenamen:
Jan Jansz van Heuvel en Tielman Verdoncq getrouwd met Jannetgen Jans van den Heuvel, tesamen 2/3 transporteren aan Bastiaen Diricks van Driel schout van Hoochvliet.
Gemeentearchief Rotterdam. Inventarisnr. 8060 akte d.d. 28-5-1701. Akte van overdracht door Johan Schulperoort, medisch doctor te Rotterdam, in opdracht van Jannetje van den Heuvel weduwe van Tielman Verdonk, een tuin met tuinhuis en kookhuis in het Zwaanshals, alsmede een schuit met gereedschappen aan Wilhelmus Hovius, praeceptor in de Latijnse School te Rotterdam
, dochter van Jan Harmansz van den Heuvel, korenkoopman, en Emmetje Doene van Driel. Bij huwelijk was Tielman een jongeman van Rotterdam en Jannetie een jongedochter eveneens van Rotterdam.
Uit dit huwelijk:
2.
Anna Verdonck, gedoopt (Rem.) op 03‑04‑1654 te Rotterdam (getuige(n): Herman Jansen van de Heuvel). Haar moeder genoemd als 39 jarige Jannetje van den Heuvel huisvrouw van Tielman Verdonck. Begraven op 01‑08‑1709 te Rotterdam op 55-jarige leeftijd. In begraafboek is aangetekend:
Weduwe van Aert van Warde wonende Oppert. Er werd f.6,-- betaald en er was één meerderjarig kind.

Anna en Emerentia zijn beiden vermeld als weduwen en als kleinkinderen van Jan van den Heuvel, overleden en Maria van der Lanen, huisvrouw van Jan van den Heuvel. In het geding zijn een op 27-5-1704 gepasseerde codecille en deze akte gedateerd 24-10-1709.
Anna en Emerentia zijn genoemd met de namen van hun echtgenoten en maken aanspraak op een deel van de erfenis van Jan van den Heuvel van 26.000, gulden. Dat recht wordt toegekend.
Bron: "Hollandse consultatien en advysen"
Van Maria van der Lanen ontbreken mij verdere gegevens zodat zij door mij nog niet in deze genealogie is opgenomen.

Ondertrouwd op 04‑04‑1671 te Rotterdam, gehuwd op 17-jarige leeftijd op 19‑04‑1671 te Rotterdam met Arent van Waerden.
In een genealogie Schilperoort, wordt zijn naam geschreven: Aert van Woerden,
Een dochter van dit echtpaar: Emmerentia van Woerden, gedoopt 7-8-1672 (ngk) Rotterdam, trouwt op 23-4-1696 op het stadhuis te Rotterdam met Dr. Jan Schilperoort gedoopt in Delfshaven op 12-5-1647. Hij was poorter en mr.chirurgijn te Rotterdam.
Uit dit huwelijk werden vier kinderen Remonstrants gedoopt te Rotterdam. De oudste werd gedoopt Tieleman Schilperoort
.
Arent kwam van Utrecht en woonde te Rotterdam. Hij was weduwnaar van Maria Schut. Anna was een jongedochter van Rotterdam.
{Hij was eerder gehuwd voor 1671 met Maria Schut.}
3.
Emmetje Verdonck (Emmerentia), gedoopt (rem.) op 11‑05‑1655 te Rotterdam (getuige(n): Hillegont Simons en Hendrick Verdonck).
Ondertrouwd op 24‑11‑1679 te Rotterdam, gehuwd op 24-jarige leeftijd op 10‑12‑1679 te Rotterdam met Mr Theophilus Naranus, advocaat. Theophilus was weduwnaar van Magdalena Cruyts. {Hij was eerder gehuwd voor 1679 met Magdalena Cruijts.}
4.
Johannes Verdonck, loodwit en azijn fabrikant, gedoopt (rem.) op 03‑01‑1658 te Rotterdam (getuige(n): Jan van den Heuvel en Hendricka Goossens).
Johannes vestigde zich als loodwit- en azijnfabrikant in de omgeving van Londen.
Zie protocol J. de Clou 5-5-1699 Inventarisnummer 1470 Gemeente Archief Rotterdam.
Het bovenstaande is ook vermeld in het Rotterdams aarboek van 1934, bladzijde 71.


V.1
Hendrick Verdonck (Henry), gedoopt (Rem.) op 13‑02‑1652 te Rotterdam (getuige(n): Hendrick Verdonck, Hillegont Simons en Ariantje Verdonck), overleden op 16‑10‑1702 te Rotterdam op 50-jarige leeftijd. Was bij overlijden weduwnaar.
ONA Rotterdam, d.d.9-11-1655 invnr. 452, akte en blz. 108/191
 
Rochus Parvé, Jacob Paets, Olivier Oliviersz van Vlierden en Joris de Poter, allen Remonstranten, leggen een verklaring af op verzoek van Theodorus Sismus, medicine docter, Willem Henricxsz Rotshouck en Henrick Verdonck, allen gewezen ouderlingen van de Remonstrantse Gemeente hier ter stede. Ze zijn 's-morgens 07/11 met veel anderen in de Remonstrantse kerk geweest, waar Ds Samuel Lansbergen de Oude voorging, die bij de uitleg van de Schrift openlijk verklaarde, dat hij tot nu toe naar waarheid had gepreekt en dat er, in zijn tijd, in de kerkekamer van Rotterdam rust, vrede en eendracht was geweest, als in het paradijs. Vervolgende; die roem zijn wij nu kwijt. De oorzaak was, vgs.hem de Nieuwe Orde, die enkele personen van zijn gemeente wilden invoeren. Ze wilden 20 mensen aanstellen, die alle kerkelijke zaken moesten regelen, en een ander, hoe goed of vroom die ook was, kon alleen toetreden als er iemand van die 20 zou overlijden. Hij voegde daarbij, dat ze probeerden ze tot staats mensen te maken, de diaconen zouden hun rechten kwijt raken, en sommigen probeerden dit op slinkse wijze te bereiken, door net te doen of hij daarin optrad als een stokebrand. Hij verklaarde geen man van twijfels noch een stokebrand te zijn en riep daarbij dat God wist dat zijn geweten zuiver was. En dat hij dit op zijn oude dag nog mee moest maken.
 
Testament 30-1-1680 akte 149.
Notarieel archief Zoetermeer akte 215 10-1-1681.
Hendrick Verdonck in 1698 brandmeester in de 11e wijk te Rotterdam,
, zoon van Thielman Verdonck ("de Plomp") (zie IV.2) en Jannetje Jansdr van den Heuvel (Annetje Jans).
Ondertrouwd op 04‑01‑1680 te Rotterdam, gehuwd op 27-jarige leeftijd op 24‑01‑1680 te Rotterdam met Adriana Jans Peij (Adriaentgen / Palesteyn), overleden op 24‑12‑1682 te Rotterdam.
Adriana kwam van het huis met de naam Palesteyn.
Er is een kopie van een notariele akte van notaris Sijmon Boucket gedateerd 9-1-1681, afkomstig uit het archief van Soetermeer en handelende over een erfenis eigendommen te Segwaert: De samenvatting is als volgt:
Pieter Hendrick Leeuwen is overleden die respectievelijk broer en oom van de ondergenoemden is.
1/3 gaat naar Maertgen Henricks Leeuwen die weduwe is van Willem Adriaens Kerckhoven.
1/3 gaat naar Jacob Adriaans van Leeuwen (soms schrijft men Leeuwen en soms van Leeuwen) en Neeltgen Adriaen van Leeuwen gehuwd met Pieter Pietersz van der Wilt. Beiden kinderen van Adriaen Henric Leeuwen.
Allen wonende te Segwaart.
1/3 gaat naar Adriana Pey gehuwd met Hendrik Verdonck wonende te Rotterdam.
Adriana is een kind van Dirckge Henric Leeuwen.
Dochter van Jan Jansz Peij (Palesteyn) en Dirckgen Henricx Leeuwen (Dirkjen Hendrikse van Leeuwen).
Bij huwelijk is hij jongeman van Rotterdam en zij jongedochter van Soetermeer.

Uit dit huwelijk:
1.
Ariaentje Verdonck, gedoopt op 29‑10‑1681 te Rotterdam (getuige(n): Tieleman-Verdonck en zijn echtgenote Jannetje v.d. Heuvel). Er werd gedoopt in de Remonstrantse gemeente. De doop vond thuis plaats.
2.
LL Verdonck, geboren op 17‑12‑1682 te Rotterdam.

IV.10
Pieter Verdonck, droogscheerder, gedoopt (ngk) op 02‑02‑1638 te Rotterdam (getuige(n): Janneke Huybrechts). Als ouders genoemd: Hendrick Verdonck en Anneke Bering, begraven op 19‑09‑1669 te Rotterdam op 31-jarige leeftijd. Woonde bij overlijden in de Lommerstraat.
ONA Rotterdam d.d. 29-1-1656. Invnr. 394, akte/blz. 236/401
Verklaring voor Ritchert Bridgman, koopman te Amsterdam.
Mattheus Bulwer, Engels koopman; Cornelis van der Berge, oud-schepen en koopman; en Pieter Verdonck, dienaar van genoemde van den Berge. Verklaren dat ze in december een lading van 99 tonnetjes rozijnen met de beurtman Hindrick Dircxsz van Amsterdam hebben ontvangen. Deze was door Bridgman verzonden; er zijn 73 tonnnetjes aan van den Berge verkocht, waarvan tonnetje 98 niet goed bleek te zijn (niet waterdicht).
 
Bij huwelijk jongeman wonende op de Beurs te Rotterdam.
Zij jongedochter wonende op zelfde aanduiding als haar man. Zij had attestatie van Wesep gedateerd 23-7-1656.
Weeskamer Rotterdam, periode 1650-1670) inventarisnummer 550 en 542/1670 genoemd is Pieter Verdonck droogscheerder, zijn weduwe Jannetje van den Toorn.
In mijn bezit is een aantekening dat deze Pieter schepen in Zaandam geweest zou zijn. Iedere bron hierover ontbreekt (nog).
Inventaris van al zijn goederen fiche 458/702 d.d. 20-9-1670. In deze akte eveneens genoemd als zijn vrouw Jannetje van den Toorn.
Inventaris opgemaakt ter presentie van:
Balten Verdonck, een droogscheerder en Jaques Cornelis Verdonck. Er wordt in de akte geen bedrag genoemd waarmee de waarde van de inventaris wordt aangegeven. Wel komen in de opsomming voor: tin- en koperwerk; goud- en silverwerk. 9 boekjes van verschillende auteurs. Timmerwerk een bijl en een hakmes. Uiteraard ook kleding.
Zoon van Hendrik Davids Verdonck (Henrick, Heijndrijck) (zie III.5) en Anna van Beringen (Anneke van Bruggej).
Ondertrouwd op 09‑07‑1656 te Rotterdam. Ondertrouw in trouwboek van de Nederduits Gereformeerde kerk.(ngk), gehuwd voor de kerk op 18-jarige leeftijd op 23‑07‑1656 te Rotterdam. Attestatie van Wesep met Jannetje Lambrechts (van der Toorn) (Jannetje Lamberts van der Toorn).
Uit dit huwelijk:
1.
Pieter Verdonck, gedoopt (ngk) op 23‑05‑1657 te Rotterdam (getuige(n): geen genoemd).
2.
Susanna Verdonck, gedoopt (ngk) op 03‑06‑1659 te Rotterdam (getuige(n): Susanna Jaspers).
Ondertrouwd op 16‑08‑1693 te Arnhem. Attestatie van Arnhem. Gehuwd voor de kerk op 34-jarige leeftijd op 30‑08‑1693 te Rotterdam (NGK) met Gerrit Kirbergh (Kirbiro).
Gerrit weduwnaar van Sara de Vogel. Susannetje jongedochter woonde bij trouwen te Arnhem.
Trouwen ook aangegeven te Arnhem. RBS 134 folio 154 in juli 1683
Als getuige van de bruidegom genoemd: Steven Hopkamp
Als getuige van de bruid genoemd Andries Zelman
. {Hij was eerder gehuwd voor 1693 met Sara Vogel.}
3.
Davidt Verdonck, lakengrossier, gedoopt (ngk) op 28‑03‑1662 te Rotterdam (getuige(n): geen genoemd).
4.
Reijnier Verdonck, gedoopt (ngk) op 23‑12‑1664 te Rotterdam (getuige(n): Susanna van de Vijver en Susanne van den Toorn). Naam moeder is hier geschreven Jannetje Lamberts van der Toorn. Overleden circa 1695.
Ondertrouwd op 13‑12‑1693 te Rotterdam. Dit huwelijk komt ook voor in het archief van Den Haag met ondertrouw 6-12-1693 en trouwen 6-12-1604. Reinier als jongeman van Rotterdam en IJda als jongedochter van Arnhem, gehuwd voor de kerk op 30-jarige leeftijd op 27‑12‑1694 te 's-Gravenhage (NGK). Getrouwd in de Groote kerk met Yda Aelbertz.
Hij als jongeman van Rotterdam wonende te 's-Gravenhage en zij als jongedochter van Arnhem wonende te 's-Gravenhage.
Attestatie van 's-Gravenhage voor Rotterdam 27-12-1693.
{Zij is later gehuwd voor de kerk op 16‑10‑1695 te Rotterdam (ngk) met Andries Claesz de Bult.}
5.
Lambert Verdonck (zie V.14).

V.14
Lambert Verdonck, daglonen, gedoopt (ngk) op 15‑03‑1668 te Rotterdam, begraven op 31‑07‑1702 te Rotterdam op 34-jarige leeftijd, zoon van Pieter Verdonck (zie IV.10) en Jannetje Lambrechts (van der Toorn) (Jannetje Lamberts van der Toorn).
Ondertrouwd op 22‑03‑1692 te Leiden (getuige(n): Pieter de With en Marie Louris). Zij trouwden als jongeman en jongedochter. Echtgenote is Dorathea (Dora) van Es, geboren te Leiden. Bij trouwen wonennde Koepoortsgracht te Leiden. Dochter van Pieter de With van Es en Marie Louris. Bij trouwen wonende Raamsteeg Leiden.
Uit dit huwelijk:
1.
Klara Verdonck, gedoopt op 23‑11‑1692 te Leiden, overleden voor 1694.
2.
Geertruida Verdonck, gedoopt op 23‑11‑1692 te Leiden.
3.
Klara Verdonck, gedoopt op 31‑01‑1694 te Leiden (getuige(n): Pieter de With en Clara van de Graft).
Gehuwd circa 1723 met NN.
4.
Lambert Verdonck, gedoopt op 24‑09‑1698 te Leiden (getuige(n): Clara de With).

III.9
Balthasar Davids (Balten) Verdonck, lakendrappier, geboren circa 1593, begraven te Rotterdam. Begraven Nieuwekerk, woonde Wijnhaven, was weduwnaar ( niet vermeld van wie).
Testament d.d. 26-2-1649voor notaris Arent van der Graeff te Rotterdam.
Balten Verdonck, lakendrapier en zijn vrouw Jannetjen Lievensdr van Heer herroepen alle voorgaande testamenten en benoemen elkaar wederzijds tot universeel erfgenaam.
 
Op 6-12-1661 verschijnen Balten en zijn vrouw Mettgen voor notaris A driaen van Aller te Rotterdam en benoemen elkaar tot enige erfgenaam en voogd. Zij wonen dan aan de Oostkant van de Lombertstraat.
Kinderen zijn mede-efgenamen bij overlijden van één der oudersin plaats van de legitieme portie.
 
Vermoedelijk zijn het twee kinderen van deze Balten die voorkomen in het begraafboek van Rotterdam:
1. kind van Balten, wonende in de Kipstraat, begraven 26-12-1649, volgnummer of nummer van inschrijven 333.
2. kind van Balthen Verdonck, wonende Zevenhuisjes begraven 9-4-1656, volgnummer of nummer van inschrijven 439.
Zoon van David Baltenszn Verdonck (zie II.1) en Adriana Wouwerixdr van Steenhuyse (Ariaentje Mauritsdr), poorteresse van Rotterdam.
Ondertrouwd (1) op 06‑04‑1646 te Rotterdam, gehuwd op 22‑04‑1646 te Rotterdam met Johanna Lieven van Heer (Jannetje Lievens), geboren voor 1630 te Rotterdam. Bij huwelijk is Balten een jongeman van Rotterdam en Jannetie een jongedochter van Roterdam.
Ondertrouwd (2) op 10‑01‑1658 te Rotterdam, gehuwd op 27‑01‑1658 te Rotterdam met Metge Claes van Wijck (Mettje Claesse), begraven op 01‑03‑1696 te Delfshaven, dochter van Claes van Wijck.
Balten weduwnaar van Jannetie Lievens en Metge jongedochter van Wijck te Duurstede, wonende te Rotterdam.

Uit het tweede huwelijk:
1.
Aeltje Verdonck (Aletta), gedoopt (ngk) op 11‑01‑1660 te Rotterdam (getuige(n): Marijtje Stock en Aeltje Claes). Ouder ingeschreven bij deze doop als Balten Verdonck en Metje Claes. Begraven op 12‑01‑1725 te Rotterdam op 65-jarige leeftijd.
Ondertrouwd op 30‑01‑1684 te Rotterdam, gehuwd voor de kerk op 24-jarige leeftijd op 14‑02‑1684 te Rotterdam (ngk) met Dirck Alblas, 26 jaar oud, geboren op 01‑10‑1657 te Rotterdam, overleden op 03‑01‑1695 te Rotterdam op 37-jarige leeftijd.
Aantekening uit index begraven Rotterdam een relatie van Aeltje Verdonck.
Zoon van Cornelis Dircxe Alblas en Anna Andries Romijn. Bij huwelijk is Dirck een jongeman van Rotterdam en Aeltje ( ook Aletta) een jongedochter van Rotterdam wonende in de Hoogstraat.

II.3
Pieter Baltensz Verdonck (Peter), lakenkoper, poorter van Rotterdam. Geboren circa 1564, overleden op 17‑12‑1632 te Rotterdam, begraven op 19‑12‑1632 te Rotterdam. Inventaris Begraven Weeskamer Index 269 blz.204. Woonde in de Hoogstraat te Rotterdam.
 
Balten wordt op 16-4-1618 samen met zijn broer Pieter, als voogd aangesteld over de twee kinderen van zijn zuster Clara die weduwe is van Jan van den Mierop.
 
In de begraafboeken van Rotterdam komen voor als kind van Pieter Verdonck:
begraven 21-05-1616 boek 35.35
begraven 03-12-1616 boek 36.9
 
Een bijzondere akte is die van 17-10-1616, Oud Notarieel Archief Rotterdam, Inventarisnummer 117, akte en bladzijde 50/107 opgesteld door notaris Nicolaas v.d. Hagen. De 30 jarige Annetge Klaesdr blijkt goederen gestolen te hebben toen ze als kraamverzorgster bij Pieter in huis aan het werk was. In aanwezigheid van haar vader Claes Cornelisz bekent ze de diefstal en belooft 65 gulden compensatie te betalen.
 
Er is een testament van dit echtpaar, gedateerd 4-9-1620, inventarisnummer 37, alte en bladzijde nummer 240/523 in het Oud Notarieel Archief van Rotterdam, gepasseerd voor notaris Jacob Duyfhuysen waarbij tot voogden worden benoemd:
Hermanus Henricxz haar broer, wonende te Utrecht en Cornelis Schut haar zwager eveneens wonende te Utrecht.
 
 
14-02-1630, Oud Notarieel Archief Rotterdam, Inventarisnummer 108 gemeente archief Rotterdam: Pieter en Grietje maken testament op huwelijkse voorwaarden. Ook genoemd in akte 107, aktenummer en bladzijde 178/279 van de zelfde datum.
Geschreven is:
Compareerde Pieter Verdoncq weduwnaar van Aeltgen Hendriks zaliger, geassisteert met Balten Verdoncq zijn broeder, toecomende bruydegom ter eenre.. en
Grietgen Pieters....jongedochter, geassisteert door haar neef Jan Coenraets toekomende bruyt ter andere....
 
17-10-1631, Oud Notarieel Archief Rotterdam, Inventarisnummer 108 blazijde 342. Nu testament op langstlevende Pieter tevens aangeduid als poorter van Rotterdam.
 
Tevens is er in dit testament geschreven over Pieter zijn voorkinderen, doch het aantal en de namen worden niet genoemd.
 
Deze akte werd door Pieter ondertekend doch door Grietje werd een kruisje geplaatst.
 
15-02-1633: Boedelinventaris van Pieter Verdonck, weeskamer Rotterdam.
 
Uit een akte d.d. 30-3-1633, zelfde archief met inventarisnummer 165, blijkt dat men niet precies weet waar de kinderen uit het eerste huwelijk verblijven. Men zal in Utrecht navraag laten doen.
 
Notarieel archief Utrecht een akte d.d. 29-12-1646.
Pieter en Aeltgen van Vollenhoven zijn genoemd als erfgenamen, danwel hun uitlandige kinderen. Het betreft een huis en erf aan de Oostzijde van de Schoutensteegh. Meer erfgenamen zijn genoemd uit het bezit van de familie van Vollenhoven.
Zoon van Balten Verdonck (Balthasar) (zie I.1) en Claertje van Huijnen (Clara Gregorius).
Ondertrouwd (1) voor 1617 met Aeltje Hendriksdr van Vollenhove (Aaltgen Heyndricks), geboren circa 1590, begraven op 05‑09‑1620 te Rotterdam. Genoemd is het begraven van de huisvrouw van Pieter Verdonck. Zij had een broer Harmanus Henricxz en een zwager Cornelis Schut die bij hun testament van 4-9-1620 Inv.nr. 37 akte en blz 240/523 tot voogden werden benoemd.
Zij had ook een broer Abraham van Vollenhoven die in dienst was van de VOC in Indië. Eerst als sergeant, overleden (akte) 12-10-1636 nr.220 in de rang van vaandrig. Bron.Archief Utrecht, VOC archief notaris G. Houtman.
Dochter van Hendrick Lubberts van Vollenhove en Aeltgen Zas.
Gehuwd (2) op 27‑02‑1630 te Rotterdam.
Dit huwelijk werd ook te Delfshaven ingeschreven Gerechtstrouw Index 082 Inv. nr. 9
met Grietje Pieters (Geertruyd), geboren circa 1608 te Rotterdam, begraven op 19‑03‑1658 te Rotterdam. Woonde West Nieuwland. Trouwt als jongedochter. {Zij is later gehuwd op 16‑02‑1635 te Rotterdam met Teunis Albertsz, geboren te Vianen. Bij trouwen woont Grietge nu in't Hang.
Teunis is weduwnaar en kwam van Vianen
.}
Uit het eerste huwelijk:
1.
NN Verdonck, begraven op 03‑12‑1616 te Rotterdam.
Uit het tweede huwelijk:
2.
Aeltje Verdonck (Annitge), overleden op 17‑02‑1664 te Rotterdam, begraven op 21‑02‑1664 te Rotterdam. Overleden in de kraam en ingeschreven als weduwe van Gillis Mesdach.
Bij de betreffende geboorte werd een tweeling, Willem en Susanna, geboren en gedoopt op 2-3-1664. Broer Hendrik Verdonk was getuige.Aeltje overleed in de kraam van deze tweeling.

In een akte d.d. 27-12-1658 is vermeld dat Aeltge een huis bezat met de naam de Kandelaer bewoond door Andries Jacobsz een naeldenmaker, Het was een belendend perceel in de Hoochstraat te Rotterdam.
 
Informatie omtrent deze beide huwelijken is ontleend aan de collectie Maandag, aanwezig bij de Nederlandse Genealogisch Vereniging (NGV) te Naarden.
 
In een akte d.d.4-5-1657 is een familie relatie vermeld. Maria Tack weduwe van boedelhoudster van Pieter Mesdach, voogd over hun dochter Janneke Mesdach is volgens testament d.d.10-4-1651 bepaald dat 200 gulden van Aeltje Verdonck, weduwe van Gillis Mesdach, overgemaakt moeten worden aan Maria Tack. Het betreft één derde deel van 600 gulden uit de nalatenschap van Cornelia Mesdach, dochter van Gillis Mesdach.
 
Ouders van Rees waren eerst gereformeerd later remonstrant.
Familie Mesdach was doopsgezind.
Zie ook publikatie Nederlandse Leeuw 1974.
In het begraafboek van Rotterdam is aangetekend bij zijn overlijden: Gillis Mesdach, vrouw van Aeltje Verdonck, wonende Hoogstraat, begraven 2-8-1654 inventarisnummer 262.
Aldaar is tevens aangetekend:
Begraven "kind van Aeltje Verdonck, wonende Hoogstraat op 26-11-1656". Inventarisnummer 505.
 
Met een akte d.d. 15-12-1654, zijnde een schuldbekentenis, opgemaakt door notaris Arnout Hofflant te Rotterdam is bepaald dat Aeltge Verdonck als weduwe van Gillis Jacobsz Medach 5.000 guldig is aan Maeycken Sasbouts volgens een obligatie van haar man gepasseert op 4-6-1640 ten overstaan van genoemde notaris.
De obligatie is op 30-9-1659 gelost.

Ondertrouwd (1) op 04‑06‑1642 te Rotterdam, gehuwd op 30‑06‑1642 te Rotterdam met Gillis Mesdach (Ghyllis Mestdach), garentwinder, begraven op 02‑08‑1654 te Rotterdam.
In de Navorscher van 1915, jaargang 64, bladzijde 393, is geschreven over het geslacht Mesdag. Wij geven hieruit weer:
Gilles wordt in november 1641 door de kerkeraad der Vlaamsche Doopsgezinde gemeente te Rotterdam vermaand wegens het verbreken eener trouwbelofte gedaan aan zijn huishoudster Katelijntje of Katharina van Wesel. Voor de teleurgestelde huishoudster trekt de Utrechtse kerkeraad partij. Gillis betaalt een boete van fl 26,-- en huwt in augustus 1642 Aeltie Verdonck die in 1641 gedoopt was.
 
De vader van Jacques (Jehan) Mesdach wordt genoemd in de lijst van Kortrijkse martelaars. Het was vermoedelijk zijn zoon Guillame Mesdach die in 1623 behoorde tot de gereformeerde kerk te Oostburg in Zeeuwsvlaanderen.
Zoon van Jacques Mesdach en Janneke Elstland.
Op 2 april 1644 laat dit echtpaar bij notaris Arent van der Graeff een testament opmaken. Zij benoemden elkaar tot erfgenamen en tot voogd of voorgdes over hun eventuele kinderen. Als toeziende voogden benoemde zij Cornelis Verdonck en Vincent Casteleyn. (Bron: Oud notarieel archief Rotterdam inventarisnr. 332 aktenr. en blz. 90/184.)
.
Ondertrouwd (2) op 02‑11‑1657 te Rotterdam, gehuwd op 22‑11‑1657 te Rotterdam met Cornelis Willemsz Rees, 34 jaar oud, garenkoopman, gedoopt op 04‑03‑1623 te Rotterdam, begraven op 18‑01‑1681 te Rotterdam op 57-jarige leeftijd. Begraven in de Grote Kerk te Rotterdam.
Cornelis woonde eerst aan de Wijnhaven en later aan de Hoogstraat. Bij zijn overlijden aan het West Nijelant.
Hij trouwde voor de 3e te Rotterdam, ondertrouw 26-9-1674 met Engeltje Rombouts.
Genealogie familie Rees zie ondermeer de Nederlandsche Leeuw jaargang 1974 kolom 243 e.v.
Zoon van Willem Barentsz Rees en Margrieta Jansd van der Elst. {Hij is later ondertrouwd op 26‑12‑1664 te Rotterdam, gehuwd op 41-jarige leeftijd op 14‑01‑1665 te Rotterdam met Cornelia van der Mars.}
3.
Adriaan Verdonck, overleden circa 1745.
Zie toelichting bij broer Hendrik.
In de oudste generaties zijn meerdere personen als koopman actief bij de VOC en de WIC.
In de verschillende genealogieën Verdonck, ondermeer Leiden ook met VOC vaarders, komt de naam Adriaen Verdonck voor dit alles afwegende zou de onderstaande informatie op deze Adriaen betrekking kunnen hebben.
Adriaen Verdonck, Amsterdam, Burcht van Leiden. Maar ook om Adriaen in het bestand van Balten Verdonck te Rotterdam zou het kunnen gaan. Hier dienst informatie.
 
Indienst van de VOC op 16-11-1681. Arriveerde op 4-3-1682 te bKaap de Goede Hoop. Hij wordt in de periode 1682-1696 vele malen genoemd. Zie ondermeer:
http://databases.tanap.net.
Hij wordt dan vermeld met de titels: directeur; gezaghebber; koopman; provisiouele gezaghebber tot Gamron.
Ene Constantin Verdonck is in dezelfde documenten als assistent van Adraen Verdonck met de titel van koopman en onder koopman vermeld.
Adriaen laat op 31 maart 1698 een testament opmaken bij notaris Abraham van Dinter te Batavia. Op 5-8-1744 volgt nog een testament. Daarin is vermmeld:
Comparant Adriaen Verdonck coopman in loondienst der Compagnie testateur ziek van lichame te bedden liggende. Zijn verstand is nog in orde en hij blijkt een slavin te hebben van wie hij laat vastleggen: Jock der Salvernije te ontslaan zijn slavinne genaamt Apolonia van de Lust om terstond na zijn overlijden haar absolute vrijdam te genieten onder nochtans van't placaet. Dan volgt een opsomming van mensen en instanties die geld krijgen. Apolonia ontvangt 50 rijksdaalders van 48 munts. Casina Jans krijgt 50 rijksdaalders voor haar dienst en tijdens zijn ziekte. De diaconie ontvangt 20 rijksdaalders. 50 rijksdaalders gaan naar Lea Jacobs i.v.m. verleende diensten tijdens de ziekte van zijn vrouw, ( helaas is de naam van zijn vrouw niet vermeld. Zonder argumenten te vermelden ontvangt Arnoldus Martens 30 rijksdaalders.
Dit testament berust in het VOC archief. Toegang 1.04.02. Inventarusnr. 6874 folio 6150
.
Uit het eerste huwelijk:
4.
NN Verdonck, begraven op 21‑05‑1616 te Rotterdam.

II.8
Balthasar den ouden Verdonck (Balten), laken- en kouskoopman en 1625 diaken in de doopsgezinde gemeente te Rotterdam, geboren circa 1600, overleden op 14‑03‑1632 te Rotterdam.
Was in 1597 nog minderjarig ( weeskamer Inventarisnummer 583 pagina 179)
Woonde evenals zijn broer Pieter aan de Hooghstraat te Rotterdam.
 
In 1612 echter genoemd Lombartstraat en in 1625 aan de suytsijde van de Hooghstraat in het huis genaempt "Het Land van Belofte."
In de gevel van dit huis stonden de beelden van Josua en Caleb met een tros druyff in hout gesneden.
Elisabeth Clercx, verkoopt dit huis aan Mayken Sasbouts weduwe van Gillis van Estlandt, aldus blijkt uit een akte d.d. 20-1-1634. Inventarisnummer 178 in het meer aangehaalde archief te Rotterdam.
 
Oudnotatieelarchief Rotterdam, inventarisnummer en bladzijde 20/259 testament Balthasar Verdonk, lakenkoper ende Elizabeth Jaques de Klerck d.d.22-4-1611.
Uit het zelfde Oudnotarieelarchief d.d. 30-8-1616, inventarisnummer en bladzijde 20/259 maken zij andermaal testament op de langstlevende en aan de kinderen moet in voorkomende geval tweeduizend carolusgulden worden uitbetaald
 
30-8-1616 Balten en Elisabeth maken testament bij notaris J. Symons (ONA 20/259) en bepalen dat de langstlevende aan de kinderen, bij mondigheid of huwelijk, 2000 Carolus gulden groot 40 vlaams stuk, zal betalen.
 
ONA 156.26/53 29-1-1625 Balthasar Verdonck en Elisabeth Clercx, wonende in't Land van Belofte, maken een nieuw testament en herroepen het hierboven beschreven testament van 30-8-1616.
Ze benoemen elkaar tot universeel erfgenaam met een legaat aan zijn broer Pieter Verdoncq. Stellen tot voogden over hun kinderen: Balten Verdonck zijn broer Pieter Verdonck, Balten Centen en Gillis van Elslant en Elisabeth Clercx: haar broeder Jaques de Clercx, Abraham Ampe, haar zwager, en Pieter Grijspeert, haar neef. ( Zij tekende Elysabet Klerckx! )
Aansluitend op bovenstaande akte zijn er twee akten, beiden d.d. 21-6-1632 met Invnr. 164 en respectievelijk akte en blznr. 90/136 rm 89/134.
In de eerste akten wordt de hiervoor genoemde kinderen Elslant het voogdijschp onder de aandacht gebracht en in de tweede akte verklaren de kinderen het voogdijschap te weigeren.
 
Notaris Nic. Vogel 29-1-1625, bladzijde 26 testament langstlevende. Genoemd worden: Pieter Verdoncq als zijn broeder.
Jaques Clercq als haar broer en als haar zwager: Abraham Amper,hij was gehuwd met Levina de Clerck en Pieter Schilperoort. Haar zuster Sara was gehuwd met Abraham Coeck en haar neef Pieter Grispaert.
 
Fiche 10 bladzijde 24 Collectie Kool, Centraalbureau voor Genealogie.(CBvG)
Jacques de Clerck zijn weduwe Passchijntgen Grijspeert wordt genoemd in het archief van de Doopsgezinden te Haarlem op 9-6-1630 folio 117. Zij geeft ten overstaan van haar zoon Jaques, coopman te Rotterdam volmachten aan haar swaeger Balten Verdonck te Rotterdam.
Bonnen.
Notaris Vogel 1-8-1633,
Testament notaris Vogel 7-5-1634
 
Oud Notarieel Archief Rotterdam d.d.24-1-1633 Inventarisnummer 321 akte nr.1blz. 1:
Op verzoek van Baltasar Verdonck, coopman, legt Jacob Davitsz, stierman, 30 jaar, een verklaring af dat hij in 1620 als cassier bij Verdonck in dienst was en toen aan wijlen Jan Symonsz Pesser, gewezen brouwer, in de "Hollandschen Tuijn", 190 gulden had uitbetaald.
 
Er was flink bezit. Zo is er een akte van 27-9-1633 waaruit het bezit blijkt van een huis met erf aan de Delftsevaart genaamd "Den Vergulden Arent".
In en akte d,d, 11-5-1643 machtigde Elisabeth de Clercq, weduwe van Balten Verdonck, lalenkoopster, haar zoon Balten Verdonck de jongen een huis over te dragen aan de Hoochstraat.
 
Weeskamer Inventarisnummer 270 fol. 197 d.d. 7-10-1646 en Inventarisnummer 323 d.d. 8-6-1636.
3-2-1619 fol. 363, archief doopsgezinden te Haarlem, genoemd worden:
Jaques de Clercq, zoon van Jaques, wonende te Rotterdam, geassisteerd met Balthasar Verdonck, Abraham Ampe en Joost Crommeling, kooplieden, zijn zwagers.
 
Jaques en Sara Pietersdr van Middeldonck, maken huwelijkse voorwaarden d.d. 3-2-1620, Notarieelarchief te Haarlem.Inventarisnummer 56 fol. 363. Sara Pieterse van Middeldonck werd daarbij geassisteerd door haar zwager Johan de Witte Jansz, Barent Roeloffs haar voogd en Jonkvrouwe Josijne van Schelstraete haar muije( tante) Vermeld is dat de bruidegom 4.000,- gulden en de bruid 6.000,- gulden meebrengt bij het trouwen.
 
Oud Notarieel Archief Rotterdam, d.d.18-8-1620, inventarisnummer 102, akte en bladzijde 54/73. Jaques de Clercq machtigt zijn zwager Balten Verdonck om goederen te verkopen, gelegen in Vlaanderen en op dat moment nog in bezit van Hercules Imbisien.
 
Mogelijk heeft bovenstaande akte te maken met een testament van Balthazar d.d. 4-3-1625 ONA Rotterdam Inventarisnr. 156, aktenr. 30/65 waarbij hij de eerder gepasserde testamenten ondermeer van 7-11-1617 herroept en waarin eigendommen te Tongelre een rol spelen
 
De familierelaties zoals hiervoor genoemd blijken ook uit:
Notariële akte d.d. 13-11-1615 (Inventarisnumer NAH 50f.238 verso)
Begraven in Rotterdam twee kinderen waarvan alleen de vader is genoemd:
Balten Verdonck. Begraven op29-5-1610 en 28-4-1612.
 
Op 12-6-1617 wordt Passechijntgen Grispaerts geassiteerd door haar zwager Baltasar Verdonk en machtigd Abraham Koek een coopman te Amsterdam om voor haar zaken te doen te Amsterdam.
In dat zelfde jaar wordt Baltasar gemachtigd om voor zijn moeder geld te innen te Middelburg. Bij die gelegenheid wordt zijn moeder geassiteerd door haar broer Rochus Wouricxz van Steenhuysen.
 
Uit een akte van 25-5-1622 blijkt dat Balthasar Verdonck, laeckencooper, een deel van een erf aan de Wijnstraat kocht van Machtelt Gerritsd, weduwe van Leendert Jansz, een scheepstimmerman en dat Balten daar een brouwerij aan het bouwen is.
 
Uit een akte van 31-10-1622 Inv.nr. 59, akteen blz. 68/63blijkt verder dat Balten de brouwerij bezat samen met opperbrouwer Jan Henricxz en de naam van de brouwerij is "Hollandsche Thuyn." De brouwerij grenst aan de Wijnstraet en aan de Blaecke
 
Met redelijke zekerheid is het ook deze Balten, maar nu vermeld als BalthasarVerdonck koopman te Rotterdam die vermeld is in twee akten d.d. 16-8-1622 en een akte d.d. 31-8-1622 in Giftboek 79 van Schiedam. Het gaat om zakelijek overeenkomsten die niet te maken hebben met de genealogie van Balthasar.
 
Oud Notarieel Archief Rotterdam, Inventarisnummer 51, akte- en bladzijdenummer 112/201 uit deze akte blijkt dat Jan Simons Pesser ook bij de brouwerij was betrokken maar met deze akte, gedateerd 17-5-1631, het samenwerkings contract van 30-11-1630 en gepasseerd voor notaris Adriaen Kieboom, ontbond.
 
Oud Notarieel Archief Rotterdam, Inventarisnummer 168, akte- en bladzijdenummer 104/146, d.d. 25-4-1638. In deze akte wordt er door Balthazar Verdoncq machtiging verleend aan Gerard de Rodero, procureur voor de Hoge en provinciale Raad in Holland, om zijn zaak in hoger beroep te vervolgen tegen Anna Cornelisdr van Souburch, weduwe van Jan Symonsz Pesser, in haar leven brouster in de brouwerij van de Hollantschen Thuyn .... andere betrokkenen worden genoemd.
 
Oud Notarieel Archief Rotterdam, Inventarisnummer 178, akte en inventarisnummer 90/176A d.d. 5-2-1626 Balthazar Verdonck koopt namens zijn zuster Maria Verdonck, weduwe van Carel de Wolff een huis en thuinhuisje in't Oostvierendeel voor 1.000 gulden.
Verkoper is mr Harman Cuick, mede executeur testamentair van Cornelis Vroesen de Jonge.
Het huis wort belend door:
Pieter Willems de Wilde, de gracht of sloot van de Stadsvest en gang op de
Kipstraat achter het verbrand klooster.
 
ONA Roterdam d.d.12-3-1627 Invnr.260, akte/blz. 204/579.
Nicolaes Vogell, notaris en procureur, oud 24 jaar verklaart op verzoek van Balthasar Verdonck, coopman, dat hij op 17-12-1621 toen hij als jonggesel nog in dienst van Verdonck was, 500 gulden heeft gebracht aan Annitge Cornelisdr, vrouw van Jan Sijmonsz Pelser in een geldzak. En dat hij op de 25-02-1622 aan genoemde Pelser 172 gulden heeft betaald. Hij herinnert zich het geval zo goed omdat Annitge Cornelisdr zei dat er een geldstuk te weinig was, waarover ze nog woorden hebben gehad
 
ONA Rotterdam, Invnr. 255, akte/blz. 73/112
Balthasar Verdonck, coopman, mede names Cornelis Huyberts Wassenaer, transporteert aan notaris Nicolaes Vogell een schuldbrief ad 4000 gulden t.l.v. Pieter Adriaen Dircx Leversteyn, coopman te Delffshaven, op 10-05-1620 gepasseerd voor schepenen te Voorburch t.b.v. Jan Gerrits de Bacq, Arent Gerrits Vosch en Reyer Beuckels van der Burch in de naam van de compagnie 'de Eendracht' te Delffshaven en daarna op 07-07-1621 nog gepasseerd voor notaris Cornelis Lamberts Stuling te Delffshaven.
 
In Ons Voorgeslacht van 1981 is de genealogie Leversteijn gepubliceerd. Ook Balten zijn naam komt er in voor als koper van een huis en tuin van Adriaen Dircks Leversteijn. Het huis stond te Schoonderloo aan de Hoge Zeedijk er hoorde een boomgaard bij gelegen aan de Maeze met cingelgracht, rietvelden en vrije uitgang van 5 voet breed.
 
 
04-apr-1628
Aktesoort:
transport
Aktenummer:
8
Bladzijden:
11 t/m 12
Notaris:
Nicolaas Vogel Adriaansz
Akteplaats:
Rotterdam
Standplaats:
Rotterdam
Inhoud:
Adriaen Dircxz Leversteyn, coopman te Delfshaven transporteert op Balthazar Verdonck, coopman, 1/8 deel van zijn belangen in de cleyne Noortsche Compagnie, waarvan een ander 1/8 deel is verkocht aan Pieter van der Graeff za. en nu eigendom van Arent Jacobsz van der Graeff, hoogheemraad van Delflanat en burgemeester van Delft. De belangen betreffen de walvisvangst en andere visserijen in de noorderkwartieren van Groenlandt en ook de handel in het noorderkwartier van Fretun Davis in mijnaarde en mineralen.
 
Een rekening is getekend door burgemeester Dirck van Bleyswijck, Dirck Gerritsz Meerman, thesaurier en Cornelis Pietersz van der Meer, allen in Delft.
Zoon van Balten Verdonck (Balthasar) (zie I.1) en Neeltgen Haalebeens (Salebeens).
Gehuwd circa 1609 te Rotterdam met Elysabeth de Clercq (Lijsbeth), gedoopt circa 1582 te Gent, overleden op 07‑10‑1646 te Rotterdam. Overlijden genoemd in akte van de Weeskamer 270, pagina 197.
Woonde toen op de Hooghstraat te Rotterdam in het huis genaamd 't Land van beloften'.

Balthen Verdoncq, aanstaande bruidegom, vergezeld van zijn moeder Elisabeth de Clercq, weduwe van Balthen Verdoncq sr. en zijn voogd Hendrick Verdoncq, en Elisabeth Bosschers, aanstaande bruid vergezeld van haar moeder Maertgen Adriaensdr en Pieter Adriaensz van Blenckvliet, haar schoonvader maken een contract van huwelijkse voorwaarden.
 
Testament opgemaakt in het huis van Elisabeth de Clercq, gelegen aan de zuidzijde van de Hoochstraet genaamd "Het Landt van Beloften".
 
N.B.: de bruid tekent met Elysabeth Bosgers.
Toegangsnummer: 18 Notarissen te Rotterdam en daarin opgegane gemeenten (ONA) Inventarisnummer: 157
 
Genealogie De Clercq in Familieboek De Clercq van 1992. Uitgegeven door de Stichting Familiearchief De Clercq.
Beheerder van dat archief Daan de Clercq te Amsterdam.
Zie ook www.familiedeclercq.nl
De genealogie de Clerc ( de naam wordt verschillende manieren geschreven )
vangt aan in het midden van de 14e eeuw te Erondegem, Ottergem, Erpe en Geraardsbergen, omgeving Gent in Vlaanderen.
 
Nederland's Patriciaat 11e jaargang pagina 43.
Haar grootvader, Lieven de Cleerck kwam voor op een lijst van 1578 vermeldende de circa 500 meest gegoede Gentenaren. Haar vader werd op 17 mei 1585 te Gent met acht geloofsgenoten om hun doopsgezinde activiteiten in zijn huis gearresteerd en na een half jaar durend proces, voor vijftig jaar verbannen uit Vlaanderen. Haar moeder was van Rumbeke.
 
Akte d.d. 13-11-1615 voor notaris Adr. Willems te Haarlem:
Balten Verdonck als getrouwd hebbende Elisabeth de Clercq en Abraham Ampe, getrouwd hebbende Livuna de Clercq worden benoemd tot voogden over de kinderen van Jaques de Clercq, overleden 25-7-1609 en Passchinntje Grijspeert.
Daarvoor waren voogd: Joos Crommelingh en Cornelis Tongerloo, de eerste woonde te Haarlem de laatste te Amsterdam.
 
Notarieel archief Rotterdam Inventarisnummer 102 blz. 170 d.d. 7-4-1623
Basthyatgen Grijspaert ( nu een andere schrijfwijze) genoemd als weduwe van Jacques de Clerck. Zij maakt testament en dan worden haar kinderen alsvolgt opgesomd:
Elisabeth getrouwd hebbende Balten Verdonck
Levijntgen getrouwd hebbende Abraham Amer
Sara getrouwd hebbende Abraham Cock
en de kinderen Jaques, Pieter en Lucas, alles testatrices kinderen.
 
Oud notarieel archief 164 89/124 d.d. 21-6-1632, gem. archief Rotterdam.
Balten Center en Gillis van Elstlandt, coopman, verklaren dat Elisabeth Clercq laeckencooper, weduwe van Balten Verdoncq den ouden en haar zwager Pieter Verdoncq, hun ervan op de hoogte te hebben gesteld dat zij in het testament van 29 juni 1625 door Balthen Verdonck zijn benoemd tot voogden over zijn nagelaten kinderen. Zij aanvaarden het voogdijschap echter niet.
(Balten Center tekent als Balthen Center Schoenmaker)
 
Elisabeth genoemd als weduwe van Balten Verdonck zaliger in het Giftboek van Cool d.d. 1-6-1646 met haar kind Cornelis Verdonck een koopman.
Oud Notarieelarchief (ONA) Rotterdam d.d. 17-1-1646 blz. 45.
Elisabeth de Clercq weduwe van Balten Verdonck zaliger, inwoonsters dezer stad is ziek en maakt testament,
Haren soons Cornelis Verdonk, in levende lijve nalaten zal en de welke souden kind ofde kinderen in levendelijve bijeen nae te laten.
Cornelis zijn tegenwoordige huysvrouw Margriet Crommelingh wordt genoemd.
Getuigen: Leendert Philipsz en Maertje Jacobs Besanen.
Cornelis wordt door zijn moeder gemachtigd zaken af te doen bij notariële akte inventarisnummer 334 blz. 409 d.d. 25-5-1646. Hij en zijn moeder compareren dan. Getuigen zijn Gillis Mesdach en Maartje Jacobs.
Akte inventarisnummer 333 blz. 133 en 141 d.d 28-2-1645 procedeert voor zijn moeder tegen Lijsbeth Jansd Huysvrouw van Hendrik Mol, backer.
Kwestie over een gevel van een huis die uit het lood stond.
Hendrik Verdonck is getuige.
 
[ONA 167. 103/181]: 18 febr. 1636. Lijsbeth Clercx, weduwe van Balthen Verdoncq den Ouden, lakencooper, machtigt Jan van Berchem, procureur te Brouwershaven, om aldaar van de weduwe van Harman van Middelhoven 10 ponden en 6 schellingen Vlaems te innen ter zake van geleverde lakens.
[ONA 167. 173/282]: 4 okt. 1636. Elisabeth Clercx, weduwe van Balthen Verdonck, laeckencooper, machtigt Elias Jansz, laeckencooper in Brielle, om van Maerten Mantels, oom en Johan de Bruyne, voogden van de nagelaten kinderen van Andries van Houcke, laeckencooper in Brielle, betaling
te eisen van 100 gld.
[ONA 168. 164/209]: 11 nov. 1638. Cornelis Verdoncq, in gezelschap van Elisabeth Clercx, weduwe van Balthen Verdoncq, zijn moeder, grossier van wollelakenen, machtigt Symon Pietersz Siroeskercke, notaris en procureur te Goes in Zeelant, om 51 ponden en 4 schellingen te innen van Franchoys Joosten, cleermaker aldaar, wegens verkochte wollelaken.
[ONA 168. 217/286]: 13 april 1639. Elisabet Clercx, weduwe van Balthen Verdoncq den ouden, in leven grossier van laeckenen, machtigt Pieter de Clercq, haar broer, wonend te Haerlem, om met haar andere broers en zusters over te gaan tot het opnemen en sluiten van de rekening van hun broer Jaques de Clercq, die hij heeft bijgehouden van de nagelaten boedel en goederen van Paschijntgen Grispaerts, hun moeder.
 
[ONA 334. 19/45]: 17 januari 1646. Testament van Elisabeth de Clercq, wed. van Balten Verdonck, inwoonster dezer stad, ziek van lichaam, doch verstand wel hebbende enz. Benoemt tot haar universele erfgenamen het kind of de kinderen die haar zoon Cornelis Verdonck in zijn leven nalaten zal; hij is getrouwd met Margrieta Crommeling.
Dochter van Jacques de Clercq en Passchijntgen Grijspeert (Passcintgen Griesper).
Uit dit huwelijk:
1.
NN Verdonck, geboren 1610, overleden 1610.

III.20
Balten de jongen Verdonck (Justus, Baltus), Coopman.In 1633 nam hij de zaak in laeckenen van zijn moeder over. Geboren circa 1612 te Rotterdam, begraven op 08‑06‑1636 te Rotterdam.
Begrafenis - Rotterdam, Zuid-Holland, Nederland
Bronnen: Stadsarchief Rotterdam - Begraafinschrijving Baltgen Verdonck
Bron of gezindte: Registers overledenen Weeskamer
Inschrijvingsjaar: 1636
Overledene: Baltgen Verdonck
Plaats begrafenis: Rotterdam
Begraafdatum: 08-06-1636
Opmerkingen: De overledene woonde op de Hoochstraet
Toegangsnummer: 16 Weeskamer Rotterdam
Inventarisnummer: 269
Folionummer: 323
.
Oud Notarieel Archief(ONA) Rotterdam inventarisnr. 156 bladzijde 88. Genoemd is:
Balten Verdoncq de jonge, coopman binnen deze stad als ouderling van de kerk. Akte van 1629
In 1633 procedeert de jonge Balten voor zijn moeder Elisabeth de Clerck weduwe van Balten Verdonk bij de notaris te Goes. Akte 3-9-1633 Inventaris Lasonder 2060/225.
 
Uit Notarieel Archief Rotterdam inventarisnummer 102 bladzijde 49 akte d.d. 25-5-1620.Balten verleend machtiging aan de notaris te Brouwershaven om voor hem een schuld te innen.
 
Notarieel Archief akte- en inventarisnummer 102-50 d.d. 23-6-1620.
Balten geeft machtiging aan Jacques de Vos procureur om een schuld te innen van een bierstoker te Hamstede.
 
Zo zijn er meer akten in 1620 en 1621. Balten wordt dan ook wel aangeduid als eersame burger en poorter van deze stad.
 
Hij werd op 18-8-1620 door Jaques de Clercq, coopman te Amsterdam, gemachtigd voor hem op te treden in zaken van goederen die in Vlaenderen zijn opgeslagen.
 
Oud notarieel archief 157 41/95 d.d. 3-2-1634, gem. archief Rotterdam.
Balten Verdoncq, aanstaande bruidegom, vergezeld van zijn moeder Elisabeth de Clercq, weduwe van Balten Verdoncq sr. en zijn voogd Hendrick Verdoncq en Elisabeth Bosschers aanstaande bruid vergezeld van haar moeder Maertgen Adriaens en Pieter Adriaensz van Blenckvliet, haar schoonvader maken een contract van huwelijksen voorwaarden.
Testament opgemaakt in het huis van Elisabeth de Clercq gelegen aan de zuidzijde van de Hoochstraat genaamd "Het land van Beloften."
 
Van deze woning is elders (ONA 156 ) geschreven:"In de gevel beelden van Josua en Caleb met een trosdryff in hout gesneden."
 
In 1635 wordt hij eveneens genoemd in relatie tot Jaques de Clercg, doch nu in het archief van de doopsgezinde gemeente te Haarlem. Inventarisnummer 133, d.d. 6-9-1635 folio 446 verso, genoemd in de Collectie Cool, gemeentearchief Haarlem.
 
9-9-1638 Balten zijn vrouw koopt een boomgaard, gelegen buiten het Hofpoortje, van Clementia en Willem van Muilwijck.(NA 133.446vs)
, zoon van Balthasar den ouden Verdonck (Balten) (zie II.8) en Elysabeth de Clercq (Lijsbeth).
Gehuwd op 14‑02‑1634 te Rotterdam met Lijsbeth Jansdr Bosschaers (Elisabeth Bosschers), geboren voor 1618, overleden op 10‑01‑1650 te Dordrecht.
Elisabeth ondertekende een akte ( hun testament ) d.d. 3-2-1634 met "Elysabeth Bosgers"
 
Oud Notarieel Archief Rotterdam, Inventarisnummer 157, akte- en bladzijdenummer 54/117 d.d. 17-5-1634. Elisabeth Jansdr Bosscher, huisvrouw van Balthen Verdonck legateert de Armen van de Mennonytschen Gemeynten bijgenaamd de Vereenigde Vlamingen, de som van 200 gulden.
 
Verder legateert zij de broer van haar man, Cornelis Verdoncq. Tot erfgenamen bemoemt zij de kinderen van haar moeder Maertgem Adriaensdr, huisvrouw van Pieter Adriaensz van Blenckvliet.
 
Op 27-8-1635 Invnr 158, wordt bovengenoemd testament herroepen. Zij testateren op de langstlevende. Zij wonen dan in het huis op de Hoogstraet te Rotterdam genaamd 'Het Landt van Belofte'.
 
ONA Rotterdam d.d. 1-7-1645, Invnr. 465, akte en blz. 228-372
Elant van der Hem, ook Elant Adriaense van der Hellem, explotier van den Hove van Hollant, 63 jr, Maria Jans van Couwenburch, 22 jr, en Ariaentje Jans van Couwenburch, 18 jr, jongedochters, leggen een verklaring af op verzoek van Pietertje Gerrits van Dobben, bejaarde dochter.
Van der Helm zegt dat hij goed weet dat Lijsbet Verdonck, weduwe van Balten Verdonck, altijd gehouden geweest is het water te dragen van het huis in de Nieuwe Kerkstraet dat Pieterje gekocht heeft en dat gekomen is van de overleden Weijntje van Es.
Lijsbet Verdonck's muur is enige jaren geleden opgetrokken, waarbij Weijntjen van der Zee betrokken was.
Het water is tijdens het optrekken van de muur met een loden pijp door de muur op Lijsbets grond geleid.
Maria en Ariaentje zeggen dat zij veel jaren bij Weijntje van Es in huis gewoond hebben en hebben gezien dat Lijsbet het water droeg volgens van der Helms verklaring. Weijntje geeft vaak gezegd dat Lijsbet het water dat in haar goot viel eeuwig en altijd moest dragen. Zij hebben vaak gezien dat Lijsbet de goot schoonmaakte.
Dochter van Jan Bosschaers en Maertgen Adriaansdr. Balten bij huwelijk jongeman em Elisabeth jongedochter, beiden van Rotterdam. {Zij is later gehuwd op 26‑04‑1639 te Rotterdam. Huwelijk voor schepenen. Echtgenoot is Claes Cornelisz Wanders Fles (Nicolaes i.p.v. Claes), azijnmaker, koopman in granen. Geboren circa 1612, overleden op 13‑11‑1663 te Dordrecht. Was diaken bij de doopsgezinde gemeente te Dordrecht,
Genealogische informatie uit Parenteel Ned. Leeuw 1983 bldz. 489 en 499.
Woonde in Dordrecht in het huis " De Asijnfles " in de Voorstraat hoek Grote Spuistraat.
Zoon van Cornelis Jansz ('t Geusje), kuiper te Dordrecht, en Adriaantje Willemsdr. Maria van der Fles, een dochter van dit echtpaar, trouwde met Joost Outerman.
Oud Notarieel Archief Inventarisnr. 101 blz. 591vs.
Joost Outerman en Jaques Verdonck worden genoemd als zwagers en samen erfgenamen van Nicolaes Cornelis van der Fles.
}
Uit dit huwelijk:
1.
Jacques Verdonck, geboren circa 1634 te Rotterdam, overleden na 1692.
Uit Oud Notarieel archief te Dordrecht Inventarisnummer 101 folio 591 verso d.d. 12-1-1666 en Inventarisnummer 511 folio 106 en 107 d.d. 20-5-1683 blijkt dat Jacques zwagers zijn: van Joost Outermans en Nicolaes Cornelis van der Fles.
Joost Outerman, koopman tot Haerlem was getrouwd met Marya van der Fles.
Na het overlijden van Jacques zijn vrouw werd tot voogd over zijn kinderen aangesteld de Rotterdamse koopman Gerrit van Blenckvliet
 
ONA Rotterdam d.d. 25-10-1681 Invnr.1045 akte/blz. 64-237.
Margaretha van Blenkvliet, weduwe van Johan van der Kloot, op verzoek van Joost Outerman, wonende in de heerlijkheid van Veur, Gerard Blenkvliet, pondgaarder en makelaar, als voogden over de kinderen en erfgenamen van Jaques Verdonk, verklaren dat Margaretha bevoegd is om alle zaken, gepasseerd bij onderstaande notarissen, na te gaan.
Pieter van Sommeren, notaris, genoteerd op 28-10-1676.
Harmen de Konink, notaris te s'Gravenhage, genoteerd op 05-01-1681.
Johannes Melanen, notaris te Dordrecht, genoteerd op 18-09-1666, over het testament van Golina van der Fles, zij is op 25-11-1672 overleden.
 
Hypotheek akte Dordrecht d.d. 3-7-1692 (ORA 797 fol. 119 akte nr 1)
Betreft drie huizen. Twee aan het Spui en 1 op Bagijnhof te Dordrecht voor de prijs van fl 1.300,-.
Eiser is Margrita van Bleckvliet weduwe van Johan Wanders Cloot.
Schuldenaar is Jacques Verdonck. Hij is dan weduwnaar. Verder zijn genoemd Claes van der Fles overleden, Antony van Meeringen eveneens overleden en
Hendrick Hoffman.

Ondertrouwd op 06‑05‑1666 te Dordrecht.
Ondertrouw voor schepenen.3e Huwelijks procolatie 23-5-1666 Stadstrouwboek Rotterdam, aldaar ingeschreven in het Stadstrouwboek. Het huwelijk werd op dezelfde datum ook ingeschreven in Delshaven aldaar in het Gerechtstrouwboek.
Trouwden als jongeman en Jongedochter.
Op 7 mei 1666 komen ze voor in een boek van schout en schepenen van Dodrecht. Zij werden ingeschreven iomdat zij zich in corona-quarantaine bevonden.
Gehuwd op 30‑05‑1666 te Delft met Gouwelina van der Fles (Gouwelina Wanders Fles), geboren circa 1640 te Dordrecht. Overleden voor mei 1683. Genealogie Van der Fles in de Nederlandsche Leeuw 1983, kolom 499-500.
Tevens genoemd in De Navorscher van 1931 bladzijde 22 betreffende de familie Terwen te Dordrecht.
Bij haar trouwen in Delft is vermeld jongedochter van Dordrecht.
Dochter van Claes Cornelisz Wanders Fles (Nicolaes i.p.v. Claes), azijnmaker, koopman in granen., en Lijsbeth Jansdr Bosschaers (Elisabeth Bosschers).
Not. akte Dordrecht Invnr. 181. Toegnr.20blz. 387-388
Jaecques Verdonck en Golijne van der Fles maken huwelijkse voorwaarden
Hij bij huwelijk jongeman van Rotterdam, werd geassisteerd door zijn vader wiens voornaam echter niet volledig werd vermeld. (Cr. Verdonck)
Gouweline een jongdochter van Dordrecht, wonende te Dordrecht werd geassisteerd door Jan van der Sloot en Cornelis Dircxz Oosterwijck, haere ooms.
Op 20-5-1683 compareet Gerrit van Blenickvliet, coopman wonende te Rotterdam en wordt voogd over de minderjarige kinderen van Jaques en Golina van der Fles zaliger. ( ONA 511 fol. 106 en 107)
.

III.22
Cornelis Verdonck (Verdoncq), koopman, geboren circa 1614 te Rotterdam, begraven op 04‑11‑1668 te Rotterdam.
ONA Rotterdam, Innr. 406, akte en blz. 206/506
Gerrit Jacobsz Musschert, man van Maria Weerts, Franchoys Weerts en Grietge Weerts, mede gemachtigden van Annetge Weerts, hun zuster, verlenen goedkeuring aan de verkoop van een huis door Johannes Weerts, hun broer. Het pand is gelegen aan de oostzijde van de Nieuwe Kerkstraat, belendende zuid: het huis van Maria Fransdr, brouwster in Vianen en noord: Cornelis Verdonck. Het huis wordt nagelaten door Jasper Weerts, hun vader
Woonde in 1662 te Rotterdam en op 5-10-1666 achter het gasthuis te Delft.
 
Op 7-12-1662 genoemd in Rechterlijk archief van Haarlem in relatie tot de familie Crommeling. Deze akte, folio 270, tekende Cornelis Verdoncq.
 
In een notariële akte d.d.19-01-1669 Cornelis Verdonck vermeld. Hij woont dan in Rotterdam in een huis met de naam "Het land van Beloften",
 
29-12-1638 een verklaring van Jacques de Clercq, koopman te Haarlem, over de verkoop van tulpen en tulpenbollen aan Cornelis Verdonk, koopman te Rotterdam. (GAH NA 168.180vs).
 
Genoemd in ONA Inventarisnummer 692 blz. 123 en 126. Balthasar genoemd als coopman met zijn broer Cornelis eveneens koopman.
 
In het testamant, gedateerd 31-3-1646, van Cornelis en Margrietha is genoteerd dat een Legaat van 600 gulden gaat naar Mennonistengemeente ( de Vlamingen ) in de Leeuwenstraat te Rotterdam.
 
Cornelis komt in vele andere notariële akten voor. Veelal over aangelegenheden in zijn hoedanigheid als koopman.
In een akte gedateerd 15-7-1645 doet hij zaken met een koopman in Parijs.
 
Oud Notarieel Archief Rotterdam, Inv.nr. 308, d.d. 13-2-1646, Akte nr. 155 blz. 220. Cornelis Verdonck en Reijer Jans Swart genoemd als reders van het schip St. Andries, waarop schipper is geweest Jan Willems den ouden en nu zijn zoon Willem Jansz, machtigen Gillis Jacobsz Misdach, mede reder van genoemd schip dat uit Schotland is gekomen om naar Holland te varen maar door Duinkerkers bij Oostende is gekaapt en door hen aldaar is teruggekocht volgens orders van moniseur Dussery.
 
Handschriften, Gemeentearchief Rotterdam d.d. 1-6-1646, Inventarisnummer 8022. Cornelis Verdoncq, in opdracht van Elisabet de Clercq, weduwe van Balten Verdonck, draagt over aan Krijn Vrancken van Dijk, een bakker, een erf of tuin achter de ramen aan de Schiekade, oostzijde.
 
Met een akte d.d. 6-11-1660 draagt Cornelis Verdonk een tuintje over aan Eeuwout Prins. Het tuintje was gelegen aan de Schiekade, oostzijde, te Rotterdam. Inv. Cool Stadsprotocol 10)
 
Op 6-8-1665 doet Cornelia een vordering van fl. 829 gulden, 6 stuivers en 8 penningen bij Aernout Jacobsz Routgaert voor geleverde haring, vis en cruydenierswaren. Hij doet die vordering namens Elisabeth Crijnen Verhaven, weduwe van Adriaen Willems van Swieten.
 
In het gemeente archief van Haarlem berust een collectie Kool, die ook op microfiche aanwezig is op het (CBvG) te 's-Gravenhage.
Het betreft aantekeningen uit de archieven van de doopsgezinden te Haarlem.
De familie Crommeling wordt daarin vele malen genoemd en als echtgenote van een Crommeling komt Cornelis daar derhalve ook veel in voor. Ondermeer in: 1638; 1643; 1646; 1657; 1667 in deze akte blijkt er ook een P. Crommeling gehuwd te zijn met Maria Halma, mogelijk dus familie van de vrouw van Balten die in Malakka werd begraven.
 
Uit het Noord-Hollands archief betreffende het dossier Crommelin.
Akte van afstand door hun nakomelinge Golina Roscam te Amsterdam van haar recht op de erfenissen van haar bet-betovergrootouders Joost Crommelin en Jannetje Ruyshout en haar achteroom Adrianus Crommelin.
 
In 1695 een akte waarin alle belanghebbenden worden genoemd. Dit zijn: Pieter van Oldenburgh x Maria Crommelin; Daniel Nagel x Agata Crommelin; Salomon Gessenaar x Geertruyt van der Vloet; Catharina, Susanna en Elisabeth van der Vloet; Cornelis Verdonck; Philips van Leeuwen x Margaretha Verdonck, Elisabeth Verdonk (zuster van Margaretha); Justus Verdonck (oom van Margaretha); twee minderjarige kinderen van Joost Davids; Abraham van Swieten; Pieter van Swieten; Jan van Swieten de jonge (nog minderjarig); en Mathijs Becker x Elisabeth van Swieten.
 
Op grond van bovenstaande informatie zijn de dochters Margaretha en Elisabeth met echtgenoten toegevoegd aan deze genealogie. Alsmede hun oom
Justus.
 
Ona Rotterdam, d.d. 21-3-1650, Invnr.404, akte en blz. 35/87
Cornelis Verdonck, man van Margrieta Crommelinck, dochter en erfgenaam, naast Adrijaen en Joost Crommelinck, en Jacob van Hummelt, coopluijden te Haerlem, van Jannetgen Ruijshout, vrouw van Pieter Joosten Boogaert, verklaren dat het proces van Adrijaen Crommelinck, gemachtigd door Jannetgen Ruijshout, over huwelijksvoorwaarden, tegen Bogaert, niet tegen hun wil is gevoerd.
 
ONA Rotterdam d.d.23-2-1654, Invr.155, akte en blz. 420/644
Jan Jacobsz Palm als ene partij en Cornelis Verdonck, Louis Jacobsz Vermande en Simon Gijsen reders en Benjamin Jansz schipper als andere partij verklaren verschillende onenigheden te hebben over onvereffende rekeningen van zeven reizen op Schotland en Ierlant gedaan door bovenstaande schipper met de schepen De Starre en De Palmboom.
En met het schip Den Engel onder schipper Pieter de Wint, over vier reizen, 2 op Londen, één naar Liet in Schotlant en één op Rochel en nog een reis met schipper Pieter de Wint naar Poortugael en drie reizen door schipper Pieter Hermansz op Schotlant met het schip d'Offerhande.
Alle onenigheden willen ze ter arbitrage voorleggen aan Pieter Verbiest en Barnard van Pavyen en aan de president schepen Francois Verssen
 
Mactiging d.d. 14-7-1645 opgesteld door notaris Pieter Vroesen te Rotterdam waarbij Adriaen van Groenensteijn wordt gemachtigd om van joncheer Cornelis van der Donck 246 gulden te ontvangen inzake de verkoop van Paarden.
 
Akte 14-06-1547, opgesteld door notaris Vitus Mustelius Woutersz te Rotterdam.
Cornelis Verdonck voor de helft, Justus Rijckwaert medicine doctor, voor één vierde deel en Louijs Jacobsz Vermande voor het resterende vierde deel, gewezen reders van het schip "Wellecompst", waar Cornelis Corstiaensz
schipper op was verklaren dat zij het schip met toebehoren verkocht hebben en dat alles is verrekend.
Alleen saat nog een cargasoenen Tabak in Bilbao in Biscaje van ongeveer 600 gulden en 200 gulden dat door de schipper te leen was gegegeven en dat de comparanten daar nog een deel van toekomt. Genoemde Vermande zal het geld ontvangen en de ander en hun deel geven.
 
Akte d.d. 7-4-1657 opgesteld door notaris Vitus Mustelius Woutersz te Rotterdam. Mijn samenvatting. Cornelis Verdonck vermeld als man van Margrita Crommelingh is de nagelaten dochter en mede erfgenaam van Joost Crommelingh. Cornelis toont een akte van 28-3-1657 waarin zijn zwagers Zijn `vermeld: Jaques Crommelingh en Jan Wouters van Swieten, De akte is opgesteld door het Hof van Holland. Er worden meerdere opercelen land vermeld en nog een perceel dat toekomt aan Adriaen Crommelingh zijn zwager.
Zoon van Balthasar den ouden Verdonck (Balten) (zie II.8) en Elysabeth de Clercq (Lijsbeth).
Ondertrouwd op 04‑07‑1638 te Haarlem, gehuwd op 06‑07‑1638 te Haarlem, gehuwd voor de kerk op 04‑07‑1638 te Haarlem (NGK) met Margaretha (Grietje) Crommelingh (Marggriet Crommelin en Grietgen Joosten), geboren circa 1609 te Haarlem, overleden op 19‑04‑1676 te Delft, begraven op 25‑04‑1676 te Delft. De naam Crommelin wordt reeds in 1133 genoemd. In 1303 komt de naam voor in Gent. Het was een doopsgezinde familie. Margriet, de achtste van negen kinderen, haar vader vestigde zich omstreeks 1593 te Haarlem alwaar haar vader in 1638 in het Haarlemmermeer is verdronken.
 
Genealogie Crommelin in het Nederlands Patriciaat nummer 80 (1997) vangt aan met Aramand Crommelinck gehuwd met Susanne de Wale. Margriet of Margaretha komt voor op blz. 111.
Ook zou de familie Crommelin opgenomen zijn in 'Nederlandsche Familie Archief'bewerkt door J.H. van Scheffen.
 
Margriet was het 8e en laatste kind van Joos Crommeling
Op den lesten maert 1646 werd er testament gemaakt.
Als voogden zijn genoemd: Hendrick Verdonck en Louwens Jacobs
Zij had een broer te Haarlem.
Zij ging circa 1698 naar Delft
 
Er bestaat een relatie - zie elders in deze genealogie - van de familie Crommeling met die van Wickevoort.
Het familiewapen van de beide families, met beschrijving, is afgedrukt in het jaarboek 1998 van het Centraal Bureau voor genealogie, blz. 258.
De wapens zijn bij genoemd bureau geregistreerd in het Wapenregister onder nr. 714.
Er is ook een website: www.commelin.nl
 
Op 19-2-1678 wordt er door Jan Huijgen van der Linde, wonende te Schiedam, in zijn hoedanigheid van executeur van het testament van Margreta Cromlingh, uitvoering gegeven aan het op 10-4-1676 opgemaakte testament>
Zoon Jacques Verdonck is mede executeur en hij mag een hoeve met land te Heusden, onder de jurisdictie van de dorpen Wijck en Veen, verkopen. Dit gebeurde met schriftelijke instemming van zijn broer Balthasar Verdonck.
Dochter van Joost Crommelin (Josse Crommelinck en Crommeling), lakenkoper, en Johanna Ruyshout (Janneke Ruysschout).
Bij huwelijk hij van Rotterdam en zij van Haarlem.
Begraven 23-1-1650 kind van Cornelis Verdonck wonende aan de Hoogstraat te Rotterdam.
 
Cornelis wordt in een akte van 28-12-1638 genoemd als mede-erfgenaam van Joost Crommelingh de oude, aangaande de verkoop van een huis met erf op de Oude Gracht bij het Klein Heiligland te Haarlem.
De prijs bedraagt f.1.500,-- en koper is de Jonckheer Pouwels Pouwelszn.
Inventarisnummer TP 76.58, folio 189 en 190 Archief Gemeente Haarlem.
 
1663.
Als hun erfgenamen zijn vermeld: Adriaen en Jaques Crommelin, Cornelis Verdonk gehuwd met Margaretha Crommeling, Jacob van Hummel gehuwd met Suzanna Crommelin en de weduwe van Pieter Crommelina.
 
Golina Roscam te Amsterdam deed afstand van haar recht op de erfebis van bet-overgrootvader Joost Crommelin en Jannetje Ruyshout en haar achteroom Adrianus Crommelin.
 
Alle belanghebbende zijn in 1695 nogmaals vermeld:
Dit zijn: Pieter van Oldenburgh x Maria Crommelin; Daniel Nagel x Agata Crommelin; Salomon Gessenaar x Geertruyt van der Vloet; Catharina, Susanna en Elisabeth van der Vloet; Cornelis Verdonck; Philips van Leeuwen x Margaretha Verdonck, Elisabeth Verdonk (zuster van Margaretha); Justus Verdonck (oom van Margaretha); twee minderjarige kinderen van Joost Davids; Abraham van Swieten; Pieter van Swieten; Jan van Swieten de jonge (nog minderjarig); en Mathijs Becker x Elisabeth van Swieten
. {Zij was ook ooit gehuwd met Pieter Joosten Bogaert.}
Uit dit huwelijk:
1.
Balten Verdonck (Balthazar), gedoopt circa 1639, overleden 1696, begraven op 01‑03‑1696 te Rotterdam.
Oud Notarieel Archief Schiedam. Inv.nr. 780 blz. 667:
Bathasar Verdonck, zoon van Margreta Crommelingh zaliger, executeur-testamentair, wonende te Schiedam, machtiging 19-2-1768.
 
In een register van de Doopsgezinde gemeente nummer 81, 1658, komt de aantekening voor "Balte Verdonck soon van Cornelis Verdonck is hier door den uyterlijken waterdoop ingelijft".

Ondertrouwd op 24‑02‑1680 te Delft. Balthazar is een j.m. van Rotterdam en woont in Delft. Jannetje is een j.d. van Rotterdam en woont in Schiedam. Gehuwd voor de kerk op 10‑03‑1680 te Delft. Attestatie van Rotterdam met Jannetje Davidts (Joanna) van der Zee (Jannetje Davidts), overleden voor 1726, `
Woonde als weduwe in 1706 te 's-Gravenhage. Zie onderstaande akte ONA Rotterdam d.d. 20-12-1706 Invnr. 1058. Inhoud
Maria de la Rue, weduwe van Joris Pietersz, en Claasie Jorisdr, vrouw van Arij Jorisz, wonend alhier, leggen op verzoek van Joanna van der Zee, weduwe, vrouw van Balthazar Verdonk, wonend in 's Gravenhage, een verklaring af.
Benjamin de Bois, koopman, alhier wonend in het huis, staand aan de oostzijde van de Leuvehaven, waar zij, Maria in het achterhuis woont, had een goot laten timmeren en metselen, zoals hij zei "op order van de officier".
 
ONA Schiedam Inv.nr. en Pag. 780-811 en 867 d.d. 30-10-1679, samengevat is vermeld.
Dirck Pieterse Post bouwman te Kethel-Schiedam en Gerrit Corneliszn Luchtigheijt gehuwd met Neeltje Pieters Post wonende te Schiedam, leggen een verklaring af op verzoek van Jannitje Davids, jongedochter, die geassiteert wordt door Neeltje Cornelis van Buijren, haar moeder, wonende te Schiedam en weduwe van Joris Pieterse Post dat zij met, matermonieel op jegens Balthasar Verdonck, meerderjarige jongeman wonende te Delft op vastenavond 1678 gegeten hebben bij Neeltje van Buijren voornoemd verschillende malen gehoord hebben dat Balthasar Verdonck Neeltje van Buijren aansprak met toekomende moeder en met zeer grote genegenheid sprak over Jannetje Davidts voornoemd.
Notaris Bogaerdt, procureur, wordt gemachtigd om haar zaak tegen Balthasar Verdonck te behartigen. Balthasar woonde eerder te Schiedam maar nu op 5-5-1679 te Delft. Jannetje haar naam werd in één van de akten ook geschreven als Jannetje Davidts van der Zee wonende te Schiedam.
Aantekening van mijn kant.
Een jaar later werd het huwelijk te Delft voltrokken tussen die twee. Van nageslacht is mij tot heden niet gebleken.
 
Dochter van Joris Pieterssen Post en Neeltje Cornelis van Buijren.
2.
Jacques Verdonck (Jacobus), gedoopt op 26‑01‑1653 te Rotterdam, overleden voor 1656.
Notarieel archief Schiedam Invnr. 780 blz. 667. Samenvatting; Jacques Verdonck zoon van Margreta Crommelingh zaliger, executeur testamentait is Jan Huijgen van der Linden, Jacques woont in Schiedam en verleend machtiging d.d.19-2-1678
.
3.
Jacobus Verdonck, gedoopt op 24‑09‑1656 te Rotterdam, overleden voor 1658.
4.
Jacobus Verdonck (Jacques), gedoopt op 10‑06‑1658 te Rotterdam.
5.
Jannetje Verdonck, gedoopt op 15‑04‑1661 te Rotterdam.
6.
Adriaan Verdonck.
Testament 16-4-1673 te Delft. Inventarisnummer 2108/483 fiche 7711.
Adriaan genoemd als jongeman wonende aan de Westerslootsepoort binnen de stad Delft, zijnde erfgenaam van de eerbare Juffrouw Margreta Crommelingh, weduwe van Cornelis Verdonck, zijn moeder.
Hij tekende als Adriaen Verdonck.

Gehuwd met Kaynys Vos. Er zijn aanwijzingen dat hij trouwde met de genoemde Kanys Vos, maar het kan ook Van Leurven geweest zijn. Zie ook het gestelde bij zijn broer Balten.
7.
Elisabeth Verdonck, begraven op 12‑01‑1737 te Amsterdam. Begraven in de Nieuwekerk.
Vermeld in een notariële akte te Amsterdamk d.d. 3-10-1735 met als onderwerp Concent. Elisabeth compareert als weduwe van Jacob Roskam. Zij woont dan aan de Heerenstraat te Amsterdam. Haar meerderjarige dochter Golina Roskam wel ttrouwen met Pieter van Beusekom zoon van Anthonij van Beusekom.

Ondertrouwd op 09‑04‑1687 te Rotterdam, gehuwd op 30‑04‑1787 te Rotterdam. Het huwelijk werd ook als ondertrouw ingeschreven te Amsterdam op 11-4-1687
Hij als j.m. van Dordrecht zij als jongedochter van Rotterdam (695-363P)
met Jacob Cornelisz Roskam, geboren te Dordrecht ("Dort"), overleden vóór 1737, zoon van Cornelis Roskam. Uit dit huwelijk zijn ons drie te Amsterdam geboren kinderen bekend geworden:
Cornelis 7-2-1688
Golyna 21-2-1690
Elisabeth 21-3-1700 gedoopt in de doopsgezinde kerk De Zon op 26-1-1724
De drie kinderen werden te Amsterdam ingeschreven op 21-3-1714.
Golina trouwde 1x Isaak Nikkelen en hij hertrouwde op 5-1-1741 te Amsterdam
(725-164P) Elisabeth Roskam, haar zuster.

8.
Margaretha Verdonck, overleden na 1713.
Ondertrouwd op 22‑03‑1689 te Rotterdam, gehuwd op 11‑04‑1689 te Rotterdam met Philips van Leeuwen, overleden Circa 1713. Notariële akte d.d. 17-7-1713. Samenvatting: "Juff. Margrieta Verdonck die bij testament, gepasseerd 27-6-1689, van wijlen Sr. Philips van Leeuwen, haar overleden man. Voogden zijn door haar geaccepteerd.".
Trouwen als j.m. en j.d. van Rotterdam, woonden beiden in de Hoogstraat.



Homepage | E-mail