Jan Philipsz VERDONCK,
schipper, haeringcooper, collecteur van wijnen, geboren
circa 1539, begraven op
04‑06‑1645 te
Rotterdam.
Woonde bij overlijden aan de Schiedamsedijk.
Op 10-11-1619 maakt dit echtpaar een testament ze worden aangeduid als poorter en poorterin van Rotterdam.
4-9-1624 maken zij andermaal testament bij notaris Willem Jacobsz
Oud Notarieel Archief Rotterdam Inventarisnr. 61 akte 113/418. Zij wonen dan aan het Haringvliet en herroepen het eerder opgemaakte testament bij notaris Jacob Symons. Jan is genoemd als haeringcooper.
Zij benoemen elkaar, over en weer, tot universeel erfgenaam, met legaten aan hun kinderen en hun bloedverwanten.
Op 5-3-1630 wordt het voorgaande testament herroepen en maken zij elkaar opnieuw tot erfgenamen.
Ook lezen we over Jan: "Eersame Jan Philips Verdonck is in Hamburg geweeest."
Jan Philipsz Verdonck in 18-5-1629 mede voogd over de kinderen van Grietje Jans huisvrouw van Jan Cornelisz Doetmijnuyt. Bron Weeskamer Rotterdam 548.
Jan wordt in een akte d.d. 12-12-1625 genoemd als pachter van 't bestiael waar hij behalve haring ook vakensnieren in opslag had.
Uit een akte d.d. 8-5-1628 ONA Rotterdam Invnr. 147 akte 265 blz. 570, blijkt dat Jan Bocking, haering en vis had geleverd aan Arent Jongeneel, een schipper, die niet betaald had voor deze levering op grond waarvan Jan, Cornelis Sijbrants een silversmith en Arent van Gent, procureur te Amstelredam, machtigin verleend om namens hem voor het gerecht op te treden, teneinde Arent Jongeneel te doen arresteren.
Jongeneel was fl.201,--schuldig.
ONA Rotterdam d.d. 21-6-1629, Invnr. 141, Akte/Blz. 50/77.
Gerrit Jans van Sassem, oud 72 jaar, Jan Bordels, oud 38 jaar en Dirck Boogert, oud 31 jaar, verklaren op verzoek van Joris Dominicus Verveer, dat zij in maart 1628 aanwezig waren in de herberg van 't Gouden Laecken, waar Joris Dominicus en Govert Dircks Thoen za. twee erven, gelegen tegenover het pakhuis van de Oost-Indische Compagnie, verkochten aan Jan Phillips Verdonck voor de somma van twaalfhonderd en vijftig gulden.
Een transportakte d.d. 25-4-1643 leert ons dat Jan een erf, loods en bokkinghang gelegen aan de Wijnhaven aan de zuidzijde te Rotterdam en belast met een schuld van fl 1.300,--overdraagt aan Joris Franken Grooswijk en Frank Claus Grooswijk.
In 1626 en in 1628 doet Jan een paarmaal aangifte van illegale wijnverkoop.
Akte d.d. 17-11-1621 Jan Philipsz Verdonck vermeld als koopman te Rotterdam. Hilletge Fransdr. staat borg voor Jan die een partij haring kocht van Dirck Cornelisz de Lange. Bron R.A. Vlaardingen nr. 234 fol. 48.
ONA Rotterdam d.d. 20-4-1632 Innr. 256, akte/blz. 49/72
Ingen Vrancken, varendeman, 22 jr, verklaart op verzoek van Cornelis Adriaensz den Aedel, coopman, dat hij in 1629 als knecht van de laatste en voor zijn rekening van Jan Philps Verdonck 4 tonnen bocken (op iedere ton het getal 700 getekend), in zijn schip heeft geladen, en met zijn schip naar Sluijs in Vlaenderen heeft gebracht; 5 à 6 dagen daarna bleek dat er een groot aantal tekort waren en kwamen verschillende personen de bocken aan boord terugwerpen. Hij verklaart dat de bocken tijdens de overtocht niet nat waren geworden, en ook niet waren beschadigd.
ONA Rotterdam d.d. 12-6-1637 Invnr.142 akte/blz. 153/242
Jan Phillipsz Verdonck 41 jaar en Jan Menten 33 jaar coopluyden verklaren op verzoek van Willem Willemsz Nobel eveneens coopman, dat zij in de herberg van de Trouwen Herder bemiddeld hebben bij de verkoop van een haringboot door Nobel aan Alewijn Jacobsz Pinckeveer. Stierman op de boot was Willem Leendersz van Schevelingen Betaling van de koopsom van 850 gulden zal geschieden aan Van der Horsten.
akte 22-01-1642 ONA Rotterdam
Jan Philipsz Verdonck, als man van Aechgen Jansdr Berchheij, dochter van wijlen Jan Vrancken en wijlen Jannetgen Joppen, verklaart dat bij de boedelverdeling van dit echtpaar, aan Albrecht Heijndricxz de Blij, getrouwd met Annetgen Jansdr Berchheij, eveneens een dochter van de overledenen, door loting is toegevallen een onbelast huis en erf aan de noordzijde van 't Hangh. Verdonck ontvangt goederen, en krijgt nog enkele schuldakten van Heijndricxz.
Belendingen: de weduwe van Jan Carelsz, Jan Pietersz van Troijen, de haven.
ONA Rotterdam. d.d. 3-9-1645, Invnr. 264. akte/blz. 249/365
Jan Jansz, Pieter Willemsz, Lenert Jansz en Aechge Cornelisdr, weduwe van Jan Jansz, namens zichzelf en voor degene die recht hebben op een deel van de 1000 gulden die Jan Philipsz Verdonck in zijn testament van 2 juni 1645 heeft gelegateerd aan zijn bloedverwanten van moederskant, verklaren bloedverwanten te zijn, evenals Pieter Jacobs en de kinderen van zijn moeders broers en zusters.
Voorts verklaren zij dat Adriaen Verdonck, zoon van de overleden Jan Philipsz, in Oost Indien is overleden. Zij verklaren de 1000 gulden van Aeffgen Jansdr, weduwe van Verdonck te hebben ontvangen en tevreden gesteld te zijn. Zij zullen het geld verdelen volgens de afspraken.
Gehuwd voor de kerk (1)
circa 1585 met
NN.
Gehuwd voor de kerk (2)
vóór 1612 met
Jan RIJCKENSZ (Richard de Franse),
schipper.
Gehuwd (3) op
27‑01‑1619 te
Rotterdam met
Ariaentgen Adriaens BLOCQ (Jozijntgen Blocker, Block), overleden
vóór 1631.
In een testament van haar moeder d.d. 10-8-1630 wordt ze aangeduid als wijlen haar dochter die gehuwd was met Jan Philpisz Verdonck. Uit het boek Zuid Hollandse Genealogieën II op de pagina's 19 t/m. 22 is het volgende vermeld.
Jan Corneliszn Doetmijnnyt (alias van Leiden), schipper bij de VOC, geboren Leiden 1563-1564, overleden Rotterdam 11-7-1655, vermoedelijk zoon van Cornelis Corssen en Aeltje Jans, gaat op 24-3-1595 te Leiden in ondertrouw met Dingetje ook wel Ingetje Adriaens die woonde in 1595 te Delfshaven, geboren Breda en overleden te Roterdam vóór 21-5-1612.
Jan hertrouwde te Rotterdam op 1-7-1612 met Grietje Jans Verdonck, weduwe van Jan Rijckensz, franse schipper te Rotterdam.
Grietje is geboren te Leiden, van haar overlijden werd aangifte gedaan te Rotterdam 18-7-1627.
Jan ging zijn derde huwelijk aan met Annetje Jans Calff die weduwe was van Barent Jansz Rees en dochter van Jan Jansz Calff en Neeltje Jobs. Het overlijden van Annetje werd aangegeven te Rotterdam 24-6-1657.
Er zijn zes kinderen Doetmenuyt te boren, waarvan geen data vermeld zijn in de genoemde publicatie. Ook is niet bekend uit welk huwelijk welke kinderen geboren zijn. Dochter van
Adriaen Cornelisz BLOCQ en
Leentgen Gerrits (Leentgen Cornelis).
Trouwen op het stadhuis. Jan als jongeman en Jozijntgen als jongedochter beiden van Rotterdam.
Gehuwd voor de kerk (4) op
08‑06‑1638 te
Rotterdam met
Agatha Jans BERCKEIJ (Aechjen of Aeffgen), geboren
circa 1596, overleden
mei 1664 te
Rotterdam, begraven op
11‑05‑1664 te
Rotterdam.
Op 27-10-1647 trouwt te Rotterdam Agatha Jans Berckeij, dochter van Jan, weduwe van Jan Verdonck Philipsz met Willem Viruly, zoon van Willem Viruly en Tanneken van Overstraten. Hij is weduwnaar van Jannetje van der Jaert (Tsaert), Michiels dochter.
Bij overlijden van haar ouders is haar zuster Annetgen door loting toegevallen een huis en erf aan de noordzijde van 't Hangh. Jan Philips Verdonck opkomende voor zijn vrouw ontvangt goederen en krijgt nog enkele schuldakten van Heijndricxz de Blij, dochter van
Jan Vrancken en
Jannetgen Joppen.
Jan was weduwnaar en Agatha jongedochter van Rotterdam. {Zij is later ondertrouwd op
10‑10‑1647 te
Rotterdam, gehuwd op
27‑10‑1647 te
Rotterdam met
Willem VIRULY, geboren
circa 1584 te
Rotterdam, overleden op
27‑05‑1667 te
Rotterdam, begraven op
30‑05‑1667 te
Rotterdam.
Begraven in de Grote Kerk. Hij was, evenals zijn vader, een bekwaam kunstschilder en een ijverig remonstrant. Woonde te Oppert in Rotterdam en was daar makelaar in huizen.
Bron. Nederlands Patriciaat nr. 21 1933-1934 ondermeer blz. 416 en 417. Zoon van
Willem VIRULY,
kunstschilder, en
Tanneken van OVERSTRATEN.}
1.
Grietge Jans VERDONCK, geboren
circa 1585, overleden op
18‑07‑1627 te
Rotterdam.
Betreft een aangifte van overlijden. Zij woonde toen op Pakkenbrug.
Gehuwd voor de kerk (1)
vóór 1612 met
Jan Rijkensz (Richardsz),
de Franse schipper Rotterdam.
Gehuwd (2) op
01‑07‑1612 te
Rotterdam met
Jan Cornelisz DOETMIJNUYT (Van Leijden),
schipper, later koopman en equipagemeester bij de Oost-Indische Compagnie, geboren
circa 1565 te
Leiden, overleden op
11‑07‑1655 te
Rotterdam.
Begraven in de Prinsenkerk te Rotterdam onder een zerk met het opschrift:
"Hier leyt begraven Jan Cornelisse Doetmenuijt, in zijn leven equipayemeester van de Oost-Indische Kompagije ter kamer alhier, obijt den 11en july ao 1655, oud sijnde 91 jaren." Over deze familie Doetmijnuyt is gepubliceerd in Zuidhollandse genealogieën (II), een uitgave van de Zuidhollandse vereniging voor genealogie Ons Voorgeslacht, Rotterdam 1991, blz. 18-81.
Op 9-9-1616 is hij voogd over de nagelaten kinderen van Philip Jans Verdonk, schipper en Annetgen Adriaens. Zoon van
Cornelis Corssen DOETMIJNUYT,
schipper aan het Steenschuur te Leiden, en
Aeltje Jans.
Hij was weduwnaar van Dingetje (Ingetje) Adriaens die op 21-5-1612 te Rotterdam overleed.
{Hij was eerder ondertrouwd op
24‑03‑1595 te
Leiden (getuige(n):
Jan Corstantsz) met
Dingetje Adriaens (Ingetje), geboren te
Breda, overleden op
21‑05‑1612 te
Rotterdam.
Dingetje woonde bij haar trouwen aan de Delftsevaart te Rotterdam. Hij is later gehuwd op
23‑09‑1629 te
Rotterdam met
Annetje Jans CALFF, geboren te
Gouda, overleden op
24‑06‑1657 te
Rotterdam.
Betrfet aangifte van overlijden. Dochter van
Jan Jansz CALFF en
Neeltgen Jobs.
Annetje was weduwe van Barent Jansz Rees een grofsmid met wie zij op 11-9-1600 trouwde te Gouda.}
2.
Adriaen Jansz VERDONCK, gedoopt op
29‑11‑1619 te
Rotterdam (getuige(n):
Jan Gielisse, Willem Willemse Cooper en IJtgen Heindricks), overleden
vóór 1646.
In een akte, vermeld bij zijn vader, d.d. 3-9-1645 is Adriaens Verdonck vermeld als zoon van Jan Philipsz Verdonck, in Oost Indiën overleden.
Bij dopen ingeschreven als Arien.
Jan VERDONCK (Jan van Leiden), gedoopt op
07‑01‑1629 te
Leiden (getuige(n):
Dirck Janse Texel en Maritge Texel).
Gedoopt in de Hooglandsche kerk.
Hoewel er nog geen harde bewijzen voor zijn, zou het toch goed kunnen dat deze Jan Verdonck het is die op 14-12-1651 met het schip de "Drommedaris", van de Verenigde Oostindische Compagnie (VOC), van Amsterdam naar Kaapstad vertrok. Op 24-12-1651 vertrok het schip van de rede van Texel. Aan boord bevond zich ook Jan van Riebeek. Jan Verdonck werd ook genoemd Jan van Leyden.
Op 24 september 1652 deserteerde Jan van Leijden, alias Verdoncq, uit Vlaanderen, met Jan Planx uit Mechelen, een bosschieter ook gingen mee Gerrit Dircx en Willem Huijtjens van Maestricht, allen van het fort "De Goede Hoop."
De eerste was kanonnier op het jacht De Goede Hoop, de andere drie waren soldaten in dienst van de VOC.
Jan had gehoord dat er in de Portugese kolonie Mozambique, goud te verkrijgen was, dus was het doel daar heen te gaan en vervolgens ( met goud beladen ) naar Europa terug te keren. Het was een moeilijke toch waarbij ze door honger dreigden om te komen. Op 3 oktober 1652 keerden ze reeds terug op het fort en verschenen ze voor de Krijgsraad.
Jan Verdonck werd als de initiatiefnemer - den eersten aenvoerder - aangeduid en Jan Planx als de gids - den weghwijser om d'anderen overwegh te helpen -.
Op desertie stond de doodstraf. Zo ver kwam het niet. Jan Planx werd driemaal gekielhaald - onder de kiel door van het jacht De goede hoop -, en met honderd slagen gelaarsd. Jan Verdonck werd aan een paal gebonden en symbolischge" executeerd door een kogel boven zijn hoofd te schieten. Ze werden alle vier veroordeeld tot twee jaar dwangarbeid met kettingen aan de benen, gevolgd door verbanning.
Wij konden niet vaststellen of het deze Jan Verdonck betreft. In Leiden woonden heel veel mensen die uit Vlaanderen afkomstig waren. De bijnaam Jan van Leyden en uit Vlaanderen, schippers in de familie, zijn de aanwijzingen dat het om deze Jan gaat.
Blijven we nog onbekend hoe het met Jan na de verbanning gegaan is. Mogelijk kinderen verwekt? Ja.....want in Nijmegen vonden wij zijn huwelijk.
De datum van trouwen klopt, is na het Afrika avontuur. Zijn eerste zoon zou naar zijn grootvader vernoemd kunnen zijn.
Dat hij weer in deze garnizoen stad terecht kwam is na zijn staat van dienst niet zo verwonderlijk. Op grond van deze argumenten kozen wij voor deze invoer.
Bron, voor wat Jan betrfet tijdens zijn verblijf in Zuid Afrika is het
dagboek van Jan van Riebeek met de titel: "Scheepsjournael en de Daghregister, in gedrukte vorm uitgebracht, op blz. 60 t/m 69.
Gehuwd op 38-jarige leeftijd op
20‑03‑1667 te
Nijmegen met
Gerritie (Grietje) HORN (Hermes, Hoeven), geboren
circa 1645 te
Leiden.
1.
Korelis VERDONCK, gedoopt op
24‑05‑1668 te
Nijmegen.
2.
Stijneken VERDONCK, geboren op
06‑06‑1669 te
Nijmegen.
Gehuwd
circa 1695 met
Martinus van VERRENDAEL, geboren op
11‑10‑1679 te
Zetten (Overbetuwe), overleden op
14‑08‑1721 te
Kaap de Goede Hoop (Z-A) op 41-jarige leeftijd.
Hij voer als soldaat bij de VOC en maakte zijn eerste reis in 1698 samen met zijn broer Pieter.
Onderstaande informatie is uit het VOC dossier.
Martinus van Verrendael
Beroep (onbekend)
Plaats van origine Zelle (Zetten)
Schuldbrief
Ja
Maandbrief
Ja
Moeder Martina Hendricx
Gebeurtenis VertrekKamer Datum 19-06-1698
Gebeurtenis Aankomst Kaap Datum 15-10-1698
Gebeurtenis Vertrek Kaap Datum 03-11-1698
Gebeurtenis Aankomst Indie Datum 25-04-1699, zoon van
Martinus van VERRENDAEL en
Martijntje Henderix LIJBERTS.
3.
Joannes VERDONCK, gedoopt op
24‑12‑1670 te
Nijmegen.