West-Indische Compagnie |
De West-Indische Compagnie (WIC)
werd opgericht in 1621. Zij had het alleenrecht voor de handel met alle landen in Afrika
en Amerika, dus ook Brazili� en later Suriname en de Antillen. In die landen mocht de WIC ook gebieden in bezit nemen (kopen of veroveren). Op zee mocht de WIC aan kaapvaart doen (piraterij). De WIC handelde vooral in goud, ivoor, suiker en natuurlijk ook slaven. In 1674 werd de compagnie ontbonden, door geldgebrek. Onmiddellijk richtte men een nieuwe WIC op, die in 1792 ophield te bestaan. Het West-Indisch Huis in Amsterdam, hoofdkwartier van de WIC van 1623 tot 1647 De organisatie van de WIC. De West-Indische compagnie werd op 3 juni 1621 officieel opgericht en kreeg als handelsgebied de Atlantische Oceaan ten zuiden van de Kreeftskeerkring, inclusief Amerika vanaf New Foundland. De organisatie werd als volgt bestuurd: De WIC kreeg net als de heren 17 van de VOC een kamer waarin de verschillende maatschappijen werden vertegenwoordigt. De kamer van de WIC werd de heren 19 genoemd. De hoeveelheid afgevaardigden per stad was nog bepalend door middel van de hoeveelheid kapitaal en status ten opzichte van de andere vertegenwoordigde steden. Zo had Amsterdam de meeste zetels, namelijk 9. Middelburg 4 en de overige staten waren eerlijk verdeeld over de andere kamers namelijk: Maze, Noorderkwartier en Stad en Lande. Toen de WIC wegens financi�le problemen in 1674 werd opgeheven, besloot de Staten-Generaal om de heren negentien in te dammen zodat politieke debatten tussen de steden verminderd werden. Opvarende WIC |
||
|
Copyright by Piet Verdonk, Diemen
(NL). All rights reserved. Laatst bijgewerkt op 26-01-2023 |